De vrouw in Indonesië (II)
DE VROUW
DIOGENES en DJOJO BOJO
KOKKIES Rijstwinkels:
Wie zich breed orienteert in de Indonesische samenleving en informaties of schakelfi
guren zoekt, zal al spoedig merken dat hij hoort: "Dan moet je MEVROUW die en die
spreken!" "MEVROUW zus en zo!" En inderdaad blijkt ze de sleutel te zijn tot heel wat
gesloten deuren. Maar denk vooral niet dat "manlief" nu "van alles op zijn dak gescho
ven krijgt". Met zuivere vrouwelijke intuitie heeft ze snel door welke gasten eeuwig buiten
moeten blijven en welke snel doorgeschoven moeten worden.
Mevrouw is verder absoluut onomkoop
baar en mevrouw verstaat tenslotte die
wonderlijke kunst om uit iemand's omgangs
vormen, zijn lach, zijn wijze van over de
kinderen, de kamerinrichting en literatuur te
praten, iemand's intelligentie en betrouw
baarheid te lezen. Met vleierljtjes of diplo
matieke frases bereikt U bij mevrouw niets.
Het fenomeen van de nieuwe Indonesi
sche vrouw is dat ze door fijner vrouw te
zijn de mannelijke opbouwarbeid het best
dient. Want ongetwijfeld is de vrouw in
hogere kringen, een vrouw die zich smaak
vol weet te kleden, die haar omgangsvor
men "spelenderwijs" kent, charmant en in
nemend is en o.a. door een goede kennis
van oud-Indonesische schoonheidspraepa-
raten een altijd jonge en bekoorlijke indruk
maakt.
Het bovenstaande nog eens doorlezend,
springt opeens een vraag van een kennis
me in de gedachten: "Zie je het allemaal
niet veel te mooi, Tjalie? Zijn er dan hele
maal geen slechte mensen in Indonesië?"
Zullen we "gelijk oversteken" en ook pra
ten over de monsters in onze eigen maat
schappij? Of zullen we liever proberen te
ontdekken wat helaas zo weinig bekend is
omtrent het vele goede in Indonesië? En
wijzen op de omstandigheden die in Indone
sië persé gunstiger zijn? Eén ervan, de
belangrijkste, kennen wij allemaal: omdat
de huisvrouw in Indonesië bedienden heeft,
kan zij veel vrijer zijn en meer energie vrij
maken voor zichzelf, haar gezin en haar
maatschappij. Voor zover er nu tekorten
uiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii|i
waren 2 bekende Wijzen, toen schre-
ven ze al:
Kokkie heeft de laagste prijzen
Witte de Withstraat 128
Telefoon 89438
Slotermeerlaan 125 I
Telefoon 130362
Simonskerkestraat 11
Osdorp, Telefoon 199323 j
AMSTERDAM - W.
P.S. Wij verzenden over de gehele
wereld. 1
lÏÏiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiKiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiI
zijn, zullen zij sneller worden ingehaald dan
in Europa mogelijk zou zijn.
Veel tekorten - in vergelijking met de
wereld der vrouw in Europa - zijn doodge
woon ontstaan door het afsnijden van Euro
pese cultuurinvloeden, die hier al sinds lang
vercommercialiseerd zijn in vakwerk van de
man .terwijl de vrouw alleen maar koopt.
Een enkel voorbeeld: de mode. De "uit
vinders" en vernieuwers van de haute cou
ture zijn in Europa op een enkele uitzonde
ring na mannen. Zij hebben na eeuwen
voorlichting van de vrouw leren zien of aan
voelen wat de vrouw verlangt en maken
alles voor haar zoals zij begeert. In Indo
nesië is elke nieuwe couture, elk nieuw
dessin in batik nog steeds 100% inspiratie
en initiatief van de vrouw. Wie b.v. rond
kijkt in de winkel van Mevrouw Bintang
Sudibio ("lboe Soed") in Hotel Indonesia
wordt getroffen door de nieuwe gedurfde
kleuren en dessins, die de sarong-pasar
van Tanah Abang ver vooruit zijn.
Daarentegen wordt de "stofbewerking"
van diverse textiels nog steeds bepaald
door de buitenlandse markt. Doodeenvoudig
omdat dit in de "koloniale tijd" altijd zo
geweest is. De Nederlandse en Japanse ka
toentjes, de Japanse en Chinese zijden, de
vele soorten borduurwerk werden alle ge-
importeerd. Zodoende werd de mogelijkheid
om zelf een textiel-industrie te creëren be
lemmerd en wel zodanig dat zelfs tot nu toe
menige Indonesische vrouw niet beseft wat
zij op dit gebied in de werkelijke geest van
onafhankelijkheid mist. Ik sprak hierover
met een Indonesische dame. "Jawel", zei ze.
"we maken toch wel veel zelf. Kijk maar"
Ze haalde uit de kast een lap geborduurde
stof. Ik bekeek het inderdaad met veel toe
wijding en precisie gemaakte borduurwerk.
"Eén ding is jammer", zei ik, "je hebt ver
moedelijk uit Libel Ie een Europees klimop
en bloemmotief overgenomen. Waarom
geen Indonesische planten en bloemen? We
hebben hier zulke unieke mooie voorbeel
den uit eigen natuur!" Ze keek me een paar
seconden verbluft aan. En toen zei ze een
voudig: "Je hebt gelijk!"
Deze rustige bevestiging trof me bijzon
der in de over het algemeen dispuutgrage
conflictbeschouwingen tussen Oost en
West. Daarom twijfel ik er niet aan of bin
nenkort zullen, bij een analytischer en be-
schouwender studie van de Indonesische
natuur, de wonderlijk mooie motieven ont
dekt worden van een flamboyant, merak.
soengsang, telang, markisa, enz. enz. Met
alle respect voor Indiërs en Chinezen en
Japanners en Nederlanders, zij kennen de
kleuren van Indonesië niet. En kunnen die
dus ook niet "uitbeelden" in hun textiels
voor de export naar Indonesië.
Indiërs hebben hun eigen prachtige saf-
fraankleur, lucide rose en lapis lazuli blauw
in hun sari's. Alleen Indonesië kan zijn ei
gen kleuren ontdekken. Laat ons hopen dat
de textiel-industrie spoedig haar eigen wie
ken kan uitslaan.
Hetzelfde geldt voor de accessoires, die
door de Indonesische vrouw te veel worden
overgelaten aan de zilversmeden van Ken
dari, Makassar en Midden Java, eenvoudige
mensen zonder academische voorlichting.
Hier is weinig vernieuwing en deze ver
nieuwing kan alleen komen als de Indone
sische vrouw vóórgaat met "designing". Zij
kan het en zij zél het; ik twijfel er niet aan.
Eens, drie eeuwen geleden, waren het de
Indo dames, die geen genoegen namen met
de dessins van Chinese en Javaanse edel
smeden. Zij tekenden vóór, wat zij verlang
den. En wie nu nog een Indische sleutelring,
een sendok kuping of een „streng" kebaja-
spelden uit de 17e eeuw bekijkt, wordt
weer getroffen door wat tóen de vrouw ver
mocht. Zij zal het wéér doen.
Het duidelijkst merk je de achterstand
en toch het zoeken blijven naar vernieuwing
bij de Chinese goudsmeden in Djakarta. Zij
maken b.v. twee armbanden, één in oud
Chinees dessin, een juweeltje, een ander
"modern Europees" met een kerstklokjes-
motief!! Ik was zó stomverbaasd, dat ik de
armband bijna gekocht had als curiositeit -
helukkih maar isterniet ping!
Wie echter in de batikkunst zoveel nieu
we interpretaties vindt van het oude parang
rusak motief en het tjuriga-motief, zoveel
volslagen nieuwe kleuren, die b.v. het gees
tige és lilin dessin heeft leren kennen en de
branië toepassingen van het kladiblad-mo-
tief in sommige Tasikse sarongs, die weet
ook op dit gebied te staan aan de voor
avond van een revolutie. Wat zal er komen?
Hier in Europa zijn er zoveel dames die
vaak zo schijn-deskundig praten over batik-
tjanting of batik-tjitak (een ondergeschikt
element), en ruiken aan de stof (en bij
het opsnuiven van een oude bekende geur
zeggen: dit is pas toelèn), maar niets
afweten van de "mori" van de stof (ge
aardheid) en een sarong van f 20 duurder
vinden dan één van 10, terwijl het vaak
juist andersom is. Wij moeten nog erg veel
leren, voor wij oordelen kunnen over tal van
cultuurwaarden van het nieuwe Indonesië!
De Indonesische vrouw gaat de toekomst
tegemoet met groot zelfvertrouwen en grote
ondernemingslust. Hoe jammer dat ik al zo
oud ben en niet meer zal zien wat Indonesië
over vijftig jaar bieden zal! T.R.
14