I Zwerftochten in het stroomgebied van de Orinoco I 8 ON1BIJT BANDOENG On the Orinoco lay a krok so sip For he had a steenpuist on his linker-hip... (Vrij vertaald uit het Indisch) De hekwieler, waarmede ik naar de Boven-Orinoco zou vertrekken om er in mijn kwali teit van opnemer enige werkzaamheden te verrichten, liet lang op zich wachten. In Vene zuela, in de meeste der Zuid-Amerikaanse landen trouwens, heeft het geen zin zich over zoiets op te winden. Tijdschema's zijn er maar voor de vorm ,om althans een schijn van beschaving op te houden. Dus lanterfantte ik wat door Ciudad Boli- var, en maakte ik tegelijkertijd van de ge legenheid gebruik om mezelf een paar nieu we snijtanden aan te laten meten. Als op nemer maak je van je snijtanden een heel druk gebruik. Elk van mijn collega's zal U kunnen vertellen hoe mooi men zijn handen vrij kan houden door het potlood tussen de 'tanden te klemmen, als tenminste het oor door een geeigende vorm en grootte ver stek laat gaan. Ik had dat vele jaren ge daan en mijn tanden waren er dan ook naar. Na lang zoeken vond ik een tandheelkun dige, die me capabel genoeg scheen om het werkje naar mijn volle tevredenheid uit te voeren. De man bleek fantasie te hebben óók, want hij bezorgde me een stel tanden dat volkomen geel van kleur was. Het ge- bitje was nl. van puur goud. Behalve dat ik daardoor in intrinsieke waarde steeg be tekende het dat er in het achterland goud gevonden moest worden, maar die weten schap deed me niet veel. De boot was be langrijker. Gelukkig viel het deze keer nogal mee. Drie dagen later zat ik op de boot ,op weg naar mijn werkterrein bovenstrooms. Opval lend was, dat er weinig verse vis op het menu voorkwam. Er was voornamelijk vlees, een enkele aardappel maar meer nog bonen, geserveerd met het één of andere sausje, terwijl chili (een lange witte lombok, die erg heet is) bij elke maaltijd werd gebruikt. Vis echter kwam meestal uit blik. Het man keerde niet aan de visstand, dat was duide lijk genoeg. Het grote aantal krokodillen wees wel haast op het tegendeel. Men zag ze bij bosjes zonnen op de drooggevallen zandplaten in de rivier .volgevreten en lui als holle-bolle-Gijzen, terwijl de krokodil- wachtertjes hen de gebitten reinigden of hen de bloedzuigers van de rug pikten. Al leen als onze boot hen te dicht naderde, lieten zij zich log weer in het water vallen. Krokodillen hebben een eigenaardige ei genschap, één die men trouwens bij meer dere reptielen aantreft: zodra zij gevan gen zijn of zich in het nauw gedreven voelen, houden zij zich dood. Typische staaltjes daarvan had ik reeds ondervonden in mijn Indische jaren, in het Sumatraanse, maar toen ik eenmaal in het stroomgebied van de Ogan-rivier vertoefde, maakte ik op dit terrein werkelijk het ongelooflijkste mee. De Ogan was na een zware regenbui buiten haar oevers getreden en had zich daarna weer teruggetrokken. De nodige plassen water waren achtergebleven en daarin zwóm een grote hoeveelheid vis. In de omliggende nederzettingen was het feest. Gezamenlijk trok de bevolking er op uit, gewapend met netten en speren, om alle ingesloten vis en wat er daarnaast nog in OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO O O O O O O O O O O KWARTAALABONNEES: mogen we U eraan herinneren dat het laatste kwartaal is ingegaan? Uw tijdige storting van f 3,75 op giro S685 bespaart U incassokosten en ons veel extra werk! Dank UI De Admin. o O O O O OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO mimi mi» nnrr_.liB 1 - r4'»X m m I de plassen rondzwom ,in grote manden te verzamelen. Het water was er nog tamelijk diep, reikte ongeveer tot aan de heupen, op sommige plaatsen zelfs nog hoger. Het verhoogde slechts het plezier van de ge legenheidsvissers. Ze gingen in het water te keer alsof ze uitgehongerd waren, terwijl toch het gebied van de Ogan-rivier als wel varend bekend stond. De ene mand na de andere werd met vis gevuld en er stond al een rij voor transport naar het dorp klaar, toen er op een plaats in de plas hevig werd gegild. De consternatie was weldra alge meen. Men haastte zich naar de plaats waar alarm geslagen was en aanschouwde weldra eendrachtig het phenomeen. In het water lag een boomstam, waarlangs en waaronder men doodgemoedereerd naar vis had getast totdat men eindelijk in de gaten had gekregen dat het geen boomstam was, maar een lugubere krokodil. Het beest, achtergebleven met de vissen, hield zich volkomen dood. Het dreef maar rond en verroerde zelfs niet het puntje van z'n staart. Zelfs toen er met stokken op z'n rugpantser werd getrommeld hield het zich van de domme. Was het verzadigd? Had het zich aan de voorraad vis volkomen rondgevreten? Had het last van z'n steen puist en lag het op z'n dood te wachten, of was het doodgewoon bang? In Bandung ontbeet ik op de vroege och tendwandeling vaak bij een verkoopster te genover de Gedung Sateh aan de kant van de weg. Keuze bij de koffie (30 tot 50 Rp.) uit: tjomroh (ballen van geraspte ketella, zo groot als een eendenei, gevuld met ont- jom), misroh (dito ballen, gevuld met bruine suiker), beide a raison van 10.Rp., dadar guling (geraspte klapper met suiker in een pannekoek van Asia-meel, 'di-adon'), 20 Rp., gaplèk-ballen, 25 tot 50 Rp. (geradjangde katjang merah - een soort kleine bruine bonen) met dikke suiker tot bal gerold, lontong of lepet (toonloze e's) 15 Rp., stuk gebakken ketella (10 Rp.), kroepoek (teroeng) 10 Rp. Het ontbijt was altijd gevarieerd, smake lijk en voedzaam (vergelijk: 10 Rp. 1 Holl. ct. - met ampoen 'voor de vergelijking.*) Ik zat bij een knappend, warm hout vuurtje met een hartverwarmend uitzicht op de Takubanprahu, verrijzend uit zijn wolken- bed. "And I was just happy. Happy as can be". Kén snap? Als niet kén, laat maar dèh. Uiteraard maakte Tjalie deze vergelijking 5 maanden geleden met de toen geldende koers. De inheemsen hebben niet op het ant woord gewacht. Zij hebben de neuzen ge teld en zijn, toen bleek dat de krokodil zich netjes had gehouden, wat omzichtiger aan het werk gegaan. De volgende morgen was de krokodil verdwenen. Waarschijnlijk heeft het ondier zich tijdens de nacht over land weer naar de Ogan-rivier gesleept. (wordt vervolgd) J. M. KAMPMEINERT 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1965 | | pagina 9