o
VOLG HET SPOOR TERUG
KERSTSPEURTOCHT VAN TJALIE ROBINSON
Het Kerstnummer van Tong Tong is al
tijd méér een nummer van beraad geweest
dan een feestnummer. Geen nummer zo
vet als een goede kerstgans" met gekleur
de platen van rijke diners, dure cadeaux,
afgewisseld met een serieus artikel en een
preek. Hoe wij aan ons apart cachet van
rustige oriëntering en lichte nostalgie ko
men, onder het schijnsel van een Ster van
Vertrouwen, weet ik niet.
Het is ook on-lndisch, want ons Kerst
feest in Indië was eigenlijk een geconcen
treerd Europees kerstfeest, met een den die
ook de meest Indische huiskamers sierde,
met on-lndische kerstkrans en on-lndische
"Europese tafel". Met minder bewustheid
van onze Islamitische of Boeddhistische om
geving ook: daarvoor was de kerstgedachte
té uitgesproken Christelijk. Nochtans zeker
met een ongewoon grote mildheid t.a.v. niet
Christenen, die altijd welkom waren aan
onze kerstboom.
Hier in Holland (of waar elders in de we
reld ook) is deze rijke Indische kerstsfeer
opeens vér en "verloren" geworden. En
nochtans "eeuwig onverloren", want ook
in het rijkste kerstfeest hier gaan onze ge
dachten vaak een momentje terug naar een
kerstfeest in Trètès, Medan, Ambon, Beta-
wie, Den Pasar of Loeboeksikaping. Ja zelfs
naar de Drie Pagoden Pas of Japan. In de
stilte aan de kerstboom komen wonderlijke,
on-Europese figuren in onze gedachten: Oe-
mar, Arifin, Tan Eng Djin, Sitompoel, Watti-
mena, Chandar Singh, Alaidroes, Enèng, O-
tong en Sarinah. En met deze personen wis
selt het kerstdecor in onze herinneringen.
We zien Simpang of Kembang Djepoen, de
empangs of de bergpas van Rantjaèkèk, de
rode aarde van Pasoedan of het zwarte
looizuurhoudende water van de onmetelijke
rawa's van Borneo. We ruiken weer koffie
bloesem of de tartende geur van karangrif-
fen, de humuslucht van de oerwouden van
Sumatra of de vrolijke etensgeuren van een
avondpasar.
Zie, we zijn van de stal van Christus'
geboorte weer terug gereden met de Wijzen
uit het Oosten, ver voorbij de zandheuvels
van de Syrische woestijn naar het Morgen
land, waar eeuwig de zon opkomt. En het
Kerstfeest is een universeel feest gewor
den.
Dit is het grote verschil tussen de kerst
viering van de Indischman en die van de
Europeaan die nooit heen ging; in het in
troverte denken van de West-Europeaan is
het Kerstfeest een feest van Zelfinkeer; bij
ons: van Reizen voorbij de verste horizon
ten van Tijd en Ruimte.
Nochtans, omdat wij alle mensen zijn,
zijn de thema's van menselijk denken en
leven gelijk. En vinden wij op de bodem van
elke kerstgedachte de afweging tussen goed
en kwaad, van wandaad en berouw, van
vergelding en vergiffenis, van verlorenheid
en van hoop.
Spoedig na het kerstfeest gaat het Nieu
we Jaar in. Met dezelfde fouten van het
vorige jaar? Met dezelfde onontkoombaar
heid aan onze verterende begeerten? Met
hetzelfde levenspatroon, dat - hoe eerlijk
ook bedoeld en nageleefd - telkens weer
leidt tot teleurstellingen en desillusies?
Wij, Indischgasten, traceren onze verre
reizen opnieuw. Op zoek naar een nieuwe
interpretatie van oude sporen. Het lange,
reeds tien jaar oude spoor van Tong Tong
bijvoorbeeld, dat in feite de voortzetting
is van een "levenslang" en zelfs eeuwenoud
historisch spoor van de Tocht van de Euro
peaan in Azië. Onmiskenbaar is dit spoor
in vele opzichten een twist-spoor geweest,
en een spoor van vele misstappen en dwa
lingen. En nochtans is ergens een positief
richtingsgevoel waar te nemen, een patroon
van geleidheid, dat weliswaar onbegrijpelijk
is, maar zin móet hebben. Welke zin?
Het spoor van Tong Tong terug volgend,
vindt Uw redacteur zichzelf terug in een
bestaan vér vóór Tong Tong als Indo. Maar
een ongewoon soort Indo. Niet een Indo,
die zich diep verbonden weet met Totok en
Indonesiër. In feite bestond mijn grote In
dische familie uit een derde Totoks, een
derde Indonesiërs en een derde Indo's. En
hoorde ik dus "onredbaar" verloren te zijn
in die fatale botsdriehoek, die zoveel mis
kenning, bitterheid, vijandschap en dood
slag veroorzaakt heeft. Maar mijn "familie
gevoel" behoedde mij. De grote sympathie
voor Totok Pa en Totok Ooms maakte dat
ik geen stelling kón nemen tegen alle To
toks. Mijn diepe genegenheid voor mijn
Tjang en vele Indonesische tantes (en aan
getrouwde familie) maakte dat ik hun volk
als mijn volk voelde. En mijn talloze ban
den met Indo familieleden en vrienden ga
ven mij te veel verbondenheid met deze
groep om ze te verstoten of te verlooche
nen, zelfs al kon ik in de andere "kampen"
nog zoveel winnen. Generaliserend oordelen
en veroordelen kon ik nooit. Dit is geen
deugd of verdienste, maar iets natuurlijks.
Nochtans was het logisch dat dit mij vijan
den en veroordelaars bezorgde in alle drie
kampen.
Tijdens de politionele acties was ik even
eens een "ontrouwe sinjeur", want ik bleef
Lees verder volgende pagina