INDONESIA REVISITED
>r ik ik
door
ELIZABETH WITTERMANS-PINO
Uit de vele artikelen die sinds mijn be
zoek aan Indonesië in diverse publiciteits
media verschenen heb ik uiteindelijk dit
gekozen, omdat het a. geschreven is door
een Indisch meisje, b. een indruk behelst
van een bezoek aan Indonesië in dezelfde
periode dat ik er zelf ook was.
Het artikel is (zoals de schrijfster in
een persoonlijke correspondentie ook vast
stelde) verouderd, immers uit de "Hono
lulu St ar-Bull et in" van 26 mei. Ook de
schrijfster is zich ervan bewust dat in de
Indonesische revolutie het schouwtoneel
practisch van dag tot dag verandert, zodat
opinies van vandaag voor morgen al niet
meer kunnen opgaan en omgekeerd. Zodat
het zaak blijft om door de wisselende
beelden heen de grote lijn vast te houden.
Mevr. Wittermans stelt ook vast dat ze
het artikel geschreven heeft als tegemoet
koming aan een grote behoefte in Ame
rika aan gewone "common sense" informa
tie over Indonesië", omdat het "inderdaad
moeilijk is op het dieet van politiek spe
culatieve of sensationele berichten Soekar-
no's beweegredenen te begrijpen en Indo
nesië te zien als een land van mensen die
dezelfde wensen en behoeften hebben als
mensen waar ook ter wereld"
Elisabeth Wittermans-Pino is in Indo
nesië geboren en getogen, studeerde in Ne
derland en Engeland zowel als aan de Uni
versiteit van Indonesië. Ze behaalde haar
doctorsgraad in Leiden en is thans als
"language- and area specialist" voor Zuid-
Oost Azië verbonden aan het Institute voor
Advanced Projects van het East-West Cen
ter.
Haar man, Tamme Wittermans (een
broer van de onderwijzer Wittermans, die
Het werpt een typisch licht op de politie
ke constellaties van deze tijd, dat wanneer
iemand naar Indonesië gaat, hij niet meer
enthousiaste of jaloerse opmerkingen ver
neemt, maar vragen aan moet horen als:
"Moét dat nou wel?"
In mijn geval was het een bezoek aan het
land waar ik geboren ben, het land dat ik
gekend heb als Nederlandse kolonie, als
door Japan bezet gebied, wederom als ko
lonie en, sinds 1950, als onafhankelijke re
publiek onder President Soekarno. Noch
tans was mijn bezoek minder een "senti
mental journey" dan een zakenbezoek.
Ik zal nu de punten bespreken die naar
voren kwamen in vele vragen die mij na
mijn terugkeer gesteld werden.
De economische situatie
"Is het waar dat men ginds verhongert?"
Deze vraag werd herhaaldelijk gesteld, als
gevolg van krantenartikelen die de nadruk
legden op de armoede van het Indonesi
sche volk, het voedselgebrek, en Soekar-
no's aandrang om ook djagoeng te eten
i.p.v. uitsluitend rijst.
in lndiè aan velen bekend ivas) is associa
te professor in de sociologie aan de Uni
versiteit van Hawaii.
Elizabeth's bezoek aan Indonesië was het
eerste na veertien jaren.
Evenals de Amerikaanse hoogleraren
Van der Veur en Van der Kroeff (ook in
Indonesië geboren en getogen en, alhoewel
vroeg weggegaan toch blijvend vervuld van
belangstelling voor hun Land van Her
komst), die eveneens niet tevreden zijn
met "het dieet van politieke of sensationele
voorlichting)'is Elizabeth Wittermans-
Pino in hoge mate CONSTRUCTIEF werk
zaam voor een beter begrip tussen "Oost
en West". Terwijl wij in onze lezerskring
vaak vervuld zijn van haat en nijd en niet
meer tot objectieve begripsvorming in staat
zijn, óók uit bladen of van personen waar
mee wij het niet eens zijn. Ongetwijfeld
is ook deze schrijfster (abonnee) het met
diverse in Tong Tong ontplooide inzichten
niet eens, maar ze stelt kalm vast "de
eerste te zijn om te zeggen dal Tong Tong
in een belangrijke psychologische behoefte
voorziet, en dat het daarom gesteund zou
moeten worden".
Dit inzicht geeft ons ook de moed om
door te zetten, al zijn er nog zoveel boze
afschrijversGezond verstand en verlangen
naar positieve arbeid móeten het winnen
van negatieve tweedracht. In het belang
niet van Indonesië, niet van Nederland of
Amerika, maar in het belang van deze hele
mensheid, waar wij deel van uitmaken en
die wij proberen te dienen, zelfs in het
aangezicht van naderende nucleaire oorlo
gen: het onvermijdelijk eindpunt van alle
twist- en afscheidingsmotieven. T.R.
Het antwoord op deze vraag is een be
slist "neen".
Er zijn bepaalde droge gebieden, waar
na een oogstmislukking regelmatig perio
den zijn van voedseltekort. In deze gebie
den en in bepaalde perioden, kunnen men
sen hongerlijden, terwijl andere weer mi
greren naar vruchtbaarder gebieden of werk
zoeken in steden als Djakarta. Buiten deze
gebieden was mijn indruk echter dat de
mensen er weldoorvoed en .betrekkelijk
goed gekleed uitzagen.
Bij het bezoek aan kantoren wordt altijd
een lang glas thee of koffie geserveerd
met drie lepeltjes suiker er reeds in ge
roerd. Sommige kantoren geven er zelfs
koekjes bovenop.
Hetzelfde gebeurt als men onverwachts
bij mensen thuis binnenvalt, met dit ver
schil dat deze gastvrijheden dan kans lo
pen uit te groeien tot complete maaltijden.
De families bij wie ik logeerde in Djakarta,
Bandoeng, Djokja, Den Pasar, hadden drie
rijstmaaltijden per dag; geen djagoeng.
Maar zelfs als bij andere gezinnen dja
goeng op het menu had gestaan, zou dit
alleen een variatie betekend hebben van
de dagelijkse maaltijd, en misschien een
wat zuiniger tafel, maar niet per sé een
bewijs van voedseltekort.
"En wat betreft huishoudelijke en toilet
artikelen? Er móet wel een tekort aan deze
artikelen bestaan, want altijd als iemand
naar Indonesië gaat, wordt gevraagd allerlei
geschenken mee te nemen voor kennissen,
en dat zijn altijd lipstick, compacts, Arrow-
shirts, vulpennen, horloges, of - als er meer
plaats is in de koffers - ook gramofoons,
radio en TV-toestellen, fototoestellen, naai
machines en snelkokers".
Hier is ook alweer het antwoord: waar
trekt men de lijn tussen wat nodig is en
wat luxe is? Bovendien worden lipstick,
poeder, zeep ook locaal vervaardigd.
Behoeften
Natuurlijk zijn er zekere behoeften, maar
het verschil zit in het feit dat buitenlandse
artikelen gewoonlijk van betere kwaliteit
zijn, meer variatie bieden en wat het belang
rijkst is, een hoger geldswaarde hebben
omdat zij zeldzamer zijn.
Een Arrow-shirt kan dus in geld omgezet
worden, een waardevol geschenk beteke
nen of de drager meer prestige geven. Dit
geldt ook voor horloges en huishoudelijke
artikelen.
Hier kan ik misschien tegenwerpingen
verwachten van Amerikaanse huisvrouwen
of van zakenlieden, die erop staan dat vele
huishoudelijke en keukenartikelen normale
behoeften zijn en geen luxe. Dat is waar
voor Amerika, maar niet voor Indonesië,
waar dat meest benijdenswaardige van alle
traditionele instellingen, de bediende, nog
steeds bestaat.
Geen combinatie van apparaten zoals
wasmachine, droogmachine, electrisch strijk
ijzer en perser haalt maar in de verste
verte bij een wasmeid die verzamelt, sor
teert, wast, droogt en strijkt. De hele was
van de familie, dag in dag uit. En nog tijd
vindt om tezelfder tijd op de baby te pas
sen.
"Betekent dit alles dat Indonesië een
land van melk en honing is, en het volk
blij en welvarend?"
Neen, dat is niet helemaal juist. De waar
heid is, dat Indonesië een goed oogstjaar
had en dat de bodem over het algemeen
vruchtbaar is en het volk vlijtig en zuinig
(dit woord "zuinig" is eigenlijk geen goede
vertaling van het woord "frugal"; immers
Lees verder pag. 8
7