Over spleettrommen
In het tijdschrift van - en voor - Indische
Nederlanders, dat de symbolische naam
draagt van Tong Tong, de Javaanse spleet-
trom, mogen zo nu en dan artikelen over
spleettrommen of die ermee verband hou
den naar mijn mening niet ontbreken.
Java. In het Gemeente Museum van Den
Haag bevindt zich in de Musicologische af
deling een eenvoudige Javaanse tongtong,
zoals men die in de Javaanse desa's alge
meen aantreft in de gardu's of wachthuisjes.
Over enkele, ter plaatse en ook in musea,
door mij waargenomen houten spleettrom
men heb ik enkele gegevens met afbeel
dingen verzameld, die de meeste Tong Tong
lezers wel interessant zullen vinden.
Dus geef ik nu enkele losse grepen uit
het door mij verzamelde materiaal en wel
over spleettrommen in Bali, Borneo, Nieuw-
Guinea en de Nieuw-Hebriden.
Bali. In alle dorpen vindt men er de kul-
kul, de dorpsspleettrom, meest opgehangen
in de balé kulkul, de stenen of gedeeltelijk
houten klokketoren, waarvan sommige tem
pels er twee bezitten. Het aantal van deze
kulkuls varieert van een tot drie in de klok
ketoren. Ook deze spleettrom is gevormd
uit een uitgeholde boomstam van intaran- of
siliguwi-hout. De kulkul desa dient om bij
verschillende gelegenheden de dorpsbevol
king te verzamelen, zo voor dorpsvergade
ring, tempelbijeenkomst, brand, diefstal, a-
mok enz. Ritme en verschillende klanken
door het wisselend slaan op de beide, on
gelijk dikke, zijden van de trom doen het
geluid varieren en daardoor dus ook de
betekenis ervan.
Op Bali heeft men vaak mensen- of de
monenkoppen uitgesneden aan het boven
einde der spleettrommen, terwijl volgens
een oud volksgeloof de opgehangen zelf
moordenaars na hun dood in een spleet
trom worden veranderd. Een kleine kulkul
wordt dan wel naast het graf geplaatst, om
de ziel van zo'n overledene kenbaar te
maken, dat men voedsel voor hem offert.
Soms ziet men zeer mooie exemplaren van
kunstig gebeeldhouwde kulkuls, zo b.v. 2
in het dorp Pagutan (Z.Bali), maar ook twee
heel eenvoudige in de desa tempel van
Bangli, opgehangen in een waringin. In
hun typische omgeving zien ze er zeer ar
tistiek uit.
Een bijzonderheid vormen verder de grote
houten, meest bont beschilderde kulkuls op
wielen, die gemonteerd zijn op een klein
houten onderstel met vier kleine houten
schijfwielen, soms met een opstaand hou
ten hekwerk, waardoor de bespeler de trom
al rijdende kan bespelen. Deze trommen zijn
ongeveer twee meter lang en een meter in
doorsnede, terwijl ze of alleen gepolijst of
daarna bont beschilderd zijn.
Aan de bovenzijde van deze liggende trom
men loopt een lange spleetvormige opening,
van waaruit het oorspronkelijk stuk boom
stam werd uitgehold, maar bij bespeling
slaat men niet, zoals bij de gewone kulkul
of kentong op het midden van de gebogen
wand, maar met een houten hamer op de
bovenzijde nabij de spleet. Bij wedstrijden
tussen twee dorpen wordt één ervan dan
verplaatst.
Ik vergat nog te vertellen, dat de gewone
kulkuls soms hangen hoog in een waringin
in een houten klokkehuisje, of in een kem-
bodjaboom onder een afdakje, terwijl het
bovengedeelte van deze kulkul soms be
kleed is met een grof katoenen lapje, met
wit en zwart of donkerblauw blokpatroon.
Nu nog iets over de klokketorens. Dik
wijls zijn deze uit grijze gebeeldhouwde tuf
steen opgebouwd en van talrijke beeldjes
voorzien aan de hoeken en daardoor een
lust voor het oog in het dorp. Zo, die van
Pametjutan nabij Denpasar, die de beschie
tingen der Nederlanders tijdens de Zuid-
Bali expeditie van 1906 goed heeft door
staan, ook de grote aardbeving van 1917.
Deze toren met twee kulkuls heeft enige
jaren later tot model gediend voor een
klokketoren in het Balische Museum voor
bouwstijlen te Denpasar, maar gelukkig ont
breken in deze nieuwe de zo ontsierende
porceleinen of aardewerk bordjes (China of
Maastricht) van de oude toren.
In ditzelfde Museum werd vroeger tenslotte
ook een zeer oude bronzen spleettrom be
waard, volgens een archeologische vondst
in Zd.Bali, uit de 11e eeuw n. Chr., met
een vierkant, gefigureerd, zg. Kedirisch
schrift( zie afb. in "Bali", vermeld in voet
noot).
Borneo. In 1934, bij een bezoek van de
Gezaghebber van Smitau, aan een Dajakse
kampong (langhuis) in het stroomgebied van
van de Mendalem rivier, zijrivier van de
grote Kapuas rivier, in Sintang, West-Bor-
neo, troffen wij bij uitzondering een houten
spleettrom aan. Deze spleettrom van de
Taman Dajaks bleek een langwerpig vier
kant uitgehold blok van hout, dat versierd
was met de bekende mythische monster
kop, de zg. asu of aso. Dit versieringsmo
tief der Dajaks vindt men overal op Borneo
in de beeldende kunst en zelfs in de huid
tatoeage van het menselijk lichaam.
Nieuw-Guinea. In Nederland vindt men
verschillende spleettrommen uit dit gebied,
verzameld in de musea van Den Haag en
Rotterdam o.a.
Australisch Nieuw-Guinea
Deze spleettrommen vond men vroeger
regelmatig in de thans meest opgeheven
mannehuizen. De functie was vaak twee
ledig, profaan en sacraal:
1e profaan, als signaaltrom voor het door
geven van berichten van het ene drop naar
het andere, 2e sacraal, als danstrom, ter
begeleiding van de handtrommen tijdens
grote feesten, zoals ter opluistering van
initiatie plechtigheden.
Het belangrijkste centrum van de spleet
trom fabricage in West-Nieuw-Guinea was
het mondingsgebied van de Sepik rivier en
de naaste omgeving. Deze beperkte geo
grafische verspreiding wijst er vermoedelijk
op, dat de houten spleettrom geen autoch
toon of zuiver inheems instrument is in
Nieuw-Guinea, maar dat dit met de eerste
oudste emigranten uit ZO. Azië naar Nieuw-
Guinea, speciaal de Sepikmonding, werd
overgebracht.
Mooie exemplaren zijn die van het Volken
kundig Museum in Rotterdam (Yuatrivier,
zijrivier van de Sepik in Australisch N.Gui
nea) en die in het Gemeentemuseum van
Den Haag (Sepikgebied) eveneens een lig
gende houten trom, de eerste met twee
voorouderbeelden als handvaten, de twee
de met een krokodillenkop aan het ene
uiteinde.
Als logge monsters rustten de grote, uit
dikke stukken boomstam gesneden spleet
trommen op hun houten onderliggers in het
geestenhuis. Zij werden geslagen met knots
vormige houten stokken. Ze werden niet
alleen gebruikt voor het begeleiden van
liederen en dansen, maar speciaal ook voor
het overseinen van dorpsberichten, zoals
de Afrikaanse tamtams.
Tot voor kort waren de houten onderlig
gers van de spleettrommen voor de Papua's
belangrijker voor hen dan de trommen zelf.
Nieuw-Hebriden. Dit is een Melanesische
eilandengroep in Oceanië in de Grote Oce
aan (Papua's, Aziaten en Europeanen) onder
Frans-Engels be
stuur. Van het eiland
Ambrijn afkomstig,
maar nu aanwezig in
het Rijks museum
Kröller-Müller op de
Hoge Veluwe.
Lees verder
volgende pagina
Nieuw-Hebriden
18