ég^\, VAN HIER EN GUNDER ALS WIJ NIET GETUIGEN, IS ER NIETS MEER Verjaardag Prinses Beatrix Een vinger aan de wand? Op het ogenblik leven we in een wereld waar overal de communisten de schuld hebben van alles wat "verkeerd" gaat, maar ik weet uit puur instinct dat het DUS niet zo zijn kan, zelfs al bestudeer ik geen enkele situatie grondig. Ik ben een mathematicus en ben me daarom wel bewust van de mogelijkheden om problemen categorisch te definiëren. Maar omdat ik een mathematicus ben, ken ik limieten. Ik WEET b.v. dat mensen en menselijke reacties niet mathematisch te definiëren zijn, alle psychologen ten spijt. Als je alle mensen kunt inkapselen in een keurslijf van een differentiaal vergelijking, dan zijn het alleen maar de domme mensen die reageren willen volgens het patroon van de oplossing welke bij de differentiaal vergelijking behoort. Maar aangezien dat niet eens geheel uitvoerbaar is bij dieren, neem ik aan dat het zelfs bij de domme massa niet altijd opgaat. ]a, zelfs de natuur heeft tot nog toe met succes een totale definitie weten te ontlopen. Dus krijg ook ik evenals jij mijn moeilijkheden en zal ze nog veel meer krijgen, maar ALS MEN NIET GETUIGEN KAN, IS ER NIETS MEER. Slotalinea uit een brief van Ir. J. J. LOWEY BALL Nu (voor de zoveelste keer) de geladen heid in Tong Tong op zijn grootst is, nu sommigen de mouwen telkens opnieuw op rollen voor nieuwe tweegevechten, anderen gekwetst of misnoegd de arena verlaten en nog weer anderen besluiteloos rond kijken omdat ze werkelijk niet weten aan welke kant ze staan moeten, komt "ouwe sobat" Lowey Ball met een kalme, absolute en daardoor haast omineuze waarschuwing: "als wij niet getuigen kunnen, IS ER NIETS MEER". In zijn brief zonder hoofdletters, zonder enige benadrukking, als nuchtere slotzin van een nuchtere brief, maar even onomsto telijk waar als een mathematische stelling. Hier gaat eigenlijk een korte geschiedenis aan vooraf: het vertrek van Jan Ball korte tijd terug naar een verantwoordelijke post in India na een succesvolle en gelukkige carrière van vele decennia in "Het Wes ten". Zijn vreugde over het terugvinden van Azië, waar hij geboren werd, en het spon tane verlangen om ervan te getuigen. Dan mijn "voorzichtig waarschuwende" brieven aan hem: "Met deze uitlating moet je uitkijken, Jan, want die wordt beschouwd als communistisch! Zeg dat liever anders, Jan, want dat voelt men aan als anti-Euro pees. Zou je dat wel vertellen, kerel? Want dat vinden Indiërs misschien niet leuk..." En zijn antwoorden: "Maar dat IS niet communistisch (en naar de duivel met de mensen die dat al te geredelijk denken)! Nonsens om dat anti-Europees te noemen. Indiërs hebben toch wel common sense genoeg! -Enz. enz. enz. Jan Lowey Ball is astrologisch gezien een Leo. In Indonesië zouden we hem misschien een matjan of een djago noemen. Hij komt altijd onbevreesd op voor zijn recht - voor élk recht. Maar hij is ook mathematicus en wenst zijn strategieën "uitgerekend" en feil loos op te zettenen dan komt hij tot boven geciteerde "ontdekking": dat men sen en menselijke reacties niet binnen een patroon te trekken zijn. Dat elk patroon zijn limites heeft, en dat de mens goddank daarboven leeft. Ik geloof dat Jan Lowey Ball met onze correspondentie vaak uren lang heeft zit ten "timbangen": wat moet ik doen? Hoe moet ik schrijven dat niemand op welke wijze ook aanstoot kan nemen aan wat ik Polo, van Jan Huygen van Linschoten, van Pigafetti (de chroniqueur van de reis van Magelhaen), de kwajongensstreken van Tom Sawyer, alle twisten die wij sinds eeuwen over "principes" hadden, overleefd? Omdat deze verhalen leefden, deze verhalen waren mensen met vlees en bloed. Waar zijn onze verhalen? Hebben wij (die in onze "principiële" twisten eigenlijk veel te veel verwachtten van Tjalie en een andere handvol "verhaal tjesschrijvers") niet allemaal verzuimd te ge- Lees verder volgende pagina 31 januari 1966 schrijf? Hier is hij niet uitgekomen. En hij heeft aangetoond waarom niemand er ooit mee kan uitkomen. Vele van onze lezers hebben dezelfde piekerans gehad. En zijn voor een belang rijk percentage tot twee slotconclusies ge komen: a. we vechten net zo lang door tot iedereen zo denkt als ik, b. dit is tóch hopeloos; ik ga maar weg. Jan Ball vindt een andere EN DE ENIGE JUISTE houding: twist nergens over, maar GETUIG, want als we niet getuigen, is er NIETS meer. Want inderdaad is dit soort onoplosbare twist volslagen waardeloos. Bovendien gaat alle plaatsruimte in Tong Tong op aan discussies en blijft er geen ruimte over voor eenvoudige getuigenissen. En over de jaargangen van Tong Tong zal men in latere tijden zeggen: een blad met interessante (of: ellendige) ruzies, maar je leert er niets van. Twaalf jaren terug zat ik in Indonesië voor hetzelfde dilemma. Als de straatslijper met plezier vertelde van de waringin, zei men: "Mooi verteld, Tjalie. Bravo. Maar nu: "VAN WIE IS DIE WARINGIN, VAN ONZE KONINGIN OF VAN SOEKARNO?" En ik: "Deze vraag interesseert me niet. Ik zie deze waringin als levend ver vóór en ver na de Koningin en Soekarno. Met beschut ting, wijsheid en vreugde voor duizenden mensen. Alleen dat acht ik de moeite waard". Deze uitspraak werd "glibberig", laf, ont wijkend, onrealistisch, enz. enz. genoemd. Het einde was toch maar dat ik m'n biezen pakken moest. En wij lezers allemaal. Maar nu, mijn waarden, maken wij alle maal dezelfde fout. En ik geef ronduit toe: ikzelf loop met de grootste fout voorop. Nu maken we er ruzie over of Indonesië communistisch is of niet, corrupt of niet, achterlijk of niet, enz. enz., maar het getui gen over ons leven daar, is weg. En zeker heeft elke veroordelaar gelijk als hij zegt: "Tjalie is fout! Want hij moet getuigen, dan vinden wij allemaal Tong Tong goed". Maar dan ontdekken we een oud en lelijk tekort van onszelf: waarom getuigen wij allemaal niet meer We hebben ons allemaal van het begin af aan laten uitrangeren met het aanvaar den van een bepaald denkpatroon, nl.: het is toch allemaal voorbij, dus waardeloos. Maar hebben niet de verhalen van Marco Foto J. Hemelberg Het jaar 1966 gaat voor ons aller kroon prinses een jaar van ommekeer worden. Wij wensen haar voor haar 28ste verjaar dag niet alleen geluk, maar hopen ook dat haar nieuwe levensjaar haar Het Grote Geluk zal brengen waar ieder mens op wacht! TONG TONG Directie Redactie Administratie |1llllllllllll!llllllllllllllllllllllllllllllllll||||ll|i||l|||||]|||||||]|||ili|||||||!ll|[|||||||||!l!||||llll|l|llllllllllllll1IIII!]l BETALING ABONNEMENT 1965 Het is ons gebleken, dat vele abon- p nées helaas hun abonnementsgeld p over één of meerdere kwartalen van p het afgelopen jaar nog niet hebben p betaald. Wij nodigen deze abonnées I uit zo spoedig mogelijk hun achter- I 1 stand aan te zuiveren. I Zover nodig moge er voorts de aan- j dacht op worden gevestigd, dat de I I betaling der abonnementen bij voor- p P uitbetaling dient te geschieden, p Bij voorbaat hartelijke dank voor Uw medewerking. ADMINISTRATIE J iiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii:

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 3