KAMSJAH!
ooooooooooooooooooooooooooog
Vervolg van pag. 3
tuigen en daardoor het Niets veroorzaakt
waarvoor Jan Ball waarschuwt?
Waarom komen wij te gemakkelijk op
draven met zulke excuses als "ik kan niet
schrijven" of "ik heb geen tijd?" Had Marco
Polo zoveel tijd? Pigafetti? Wie kan vol
houden dat de tegenwoordige schrijfstijl de
enige juiste is? Elke halve eeuw verandert
het patroon van gedachten uitdrukken weer.
Nieuwe stijlen in schrijven en tekenen ont
staan elk decennium weer.
Was het dagboek van Anne Frank ge-"su-
perstijld?" Of was het alleen maar echt en
eerlijk? Jan Lowey Ball heeft nooit tevoren
in zijn leven geschreven, maar hij pakt zon
der aarzelen de pen op en schrijft. In het
Nederlands, hoewel hij de laatste vijftien
jaren van zijn leven alleen met de engelse
taal geleefd heeft.
Maar hij MOET getuigen, omdat er IN
DERDAAD niets meer IS, als er niet ge
tuigd wordt.
90% van onze kennis van de wereld, van
onze wetenschappen, van onze cultuur, is
gebaseerd op "stomeenvoudige getuigenis
sen". Maar onze wereld is keer op keer
gekotjokt en in oorlogen gestort door de
10% mensen die niet getuigden, misinter-
preteerden wat anderen getuigden en "pa
tronen" uitdachten die feilloos leken, maar
onwerkelijk waren, immers de "limietloze
mens" harnasten in een maliënkolder van
een ideologie of een denksysteem. Wat doe
je als je een maliënkolder aan hebt? Vech
ten natuurlijkl Wie de biografie leest van
een Karl Marx, heeft kassian met de man
die altijd ziek, altijd levend in kouwe, be
dompte kamers, mislukt in de maatschappij,
systemen droomde, die de mensheid moes
ten redden. Als hij maar vijf jaar geleefd
had in Rengasdengklok of Pangkalan Boen,
echt met mensen bedoel ik, niet in een
"fatsoendelijke" Europese studiekamer met
boekenkasten, dan zou hij anders geweten
hebben.
Driehonderdduizend Indischgasten heb
ben samen zes millioen jaren geleefd in
Indonesië, maar wat getuigen wij ?Hebben
wij ooit geprobeerd een ketellaplant of pi
sangboom te tekenen even "naief" als Van
Gogh zijn appelboom en cypressen teken
de? Hebben wij ooit een kanarielaan of een
straatweg met asembomen proberen te te
kenen als Hobbema? Of Gang Bengkok
zoals Vermeer zijn straatje? Hebben wij
zelfs maar geprobeerd erover te schrijven?
Even naief, even primitief desnoods, maar
Q De goede wensen, die wij voor het
O nieuwe jaar tot vér in januari moch-
ten ontvangen, waren weer legio.
O Dank U, dank UI
O Het heeft ons echt goed gedaan.
U begrijpt, ja, het is niet te doen
O om iedereen persoonlijk te bedanken.
O Daarom vanaf deze plaats:
INSGELIJKS, KEMBALI, KAMSJAH!...
O en poekoel teroes!
O Redactie en
O Administratie
"vanuit de bodem van ons hart?"
En waarom roepen wij nochtans mevrouw
Jansen op het stoepje omdat zij schrijft
("getuigt van") over baboes? Zowel cri
tici in Nederland als Indonesië? Waarom
heeft Indonesië zelf nog geen stukje litera
tuur of botweg "schemeruurtje-vertelling" of
sociologische studie over de baboes, die
er eeuwig waren en eeuwig zijn zullen,
omdat zij ook mensen zijn en omdat zij een
eeuwig facet van menselijke dienbaarheid
representeren dat aandacht verdient en on
derzoek en achting en vriendschap?
Nee, in onze koloniale of anti-koloniale
hooghartigheid veroordelen wij alles, in on
ze blinkende harnassen van "menselijke ge
lijkheid en gerechtigheid" willen wij het
liefst alle baboes de kop af hakken. En
alle toewans die baboes hielden. En de
wereld beroven van een brok waarachtige
menselijkheid. Of is soms een Christus die
de voeten Zijner discipelen wast, onmen
selijk of onwaarachtig?
Als bij al het gelijk dat onze pro-lezers
of onze anti-lezers in welk conflict ook heb
ben, Tong Tong uiteindelijk ten onder gaat,
zullen de kleine geesten nog jaren twisten
over wie "achteraf bekeken" gelijk had en
men zal de ware schuldigen "posthuum
hangen", maar hoe weinig serieuze, bréed-
denkende mensen zullen beseffen dat Tong
Tong dan dood is en misschien voorgoed
dood? En dat deze dood niet is veroorzaakt
door de schuld van weinigen, maar door het
tekort en de onmacht van allen?
Het verwijt dat ik het vaakst hoor is:
hoeveel honderden lezers heeft Tong Tong
intussen verloren? Hoe graag wrijft men dat
als sambal in open wonden, en okay, ik heb
het verdiend. Maar wie helpt mee weer op
te bouwen wat verloren ging tot zelfs een
veel groter gebouw dan ooit bestaan heeft?
Want al zouden wij terugvallen tot vijf
duizend lezers, dan hebben wij nog steeds
vijfduizend méér dan toen wij elf jaren ge
leden begonnen met niets.
Méér dan dat: we hebben nu vijfduizend
lezers die in vele ervaringen rijper en wijzer
geworden zijn, dus tot veel meer in staat
dan elf jaren geleden, toen we er vaak
maar zo'n beetje met de pet naar gooiden.
Nu, in 1966, staan wij massa's sterker
dan voorheen. 1966 hoeft op geen stukken
na het "rampjaar" te worden waar alleen
zwakke of slechte mensen likkebaardend
aan denken. 1966 kan het jaar zijn van
herrijzenis en groter opbouw. Als wij allen
getuigen. Als wij allen DOEN.
Wij hebben nog steeds een millioen ver
halen niet gepubliceerd die bestaan. Er zijn
verhalen met "sombong" en met een twijfel
achtige oorsprong, maar zij bestaan. Mijn
hemel, het grootste deel van de Europese
literatuur, de wereld-literatuur, bestaat uit
verhalen van sombong of twijfélachtige oor
sprong. Maar zij zijn menselijk; zij behoren
tot het Leven, tot de limietloze menselijke
geest. Getuigl En wij kunnen in één jaar
met glans en glorie terugwinnen, wat wij
verloren.
Als wij willen. Als wij geen schuld meer
zoeken bij wie ook, maar het tekort van
onszelf opheffen. Kunnen wij dat? Ajo, voor
een nieuwe rondel T.R.
HET BABOEISME
"Wat bedoel je met "het baboeisme is
voorbijDat de hoge dames nu gebruik
maken van electrische baboes?" Wat doet
het er nu toe of je huishoudelijke hulp nu
"baboe' noemt of iets anders?
Fé KLERKS-KÜHR
Helaas zijn voor vele mensen de baboes
in Indië inderdaad niet meer geweest dan
"mechanische hulpen in de huishouding",
die allemaal "baboe" heetten (en je ont
sloeg en nam nieuwe aan de lopende band
en noemde ze allemaal "baboe"). Men in
teresseerde zich niet in de persoon en de
herkomst van de baboe. Ze deed waar ze
voor betaald werd, afgelopen. En als ze
beroerd was, nam je een nieuwe, alsof het
een blikopener, een fiets of een wasmachi
ne was.
Maar er zijn Goddank ook ontelbare
njonja's geweest voor wie een baboe wat
anders was. Niet alleen huishoudelijke hulp,
maar "behorend tot de clan van het huis
houden". Je sprak haar aan bij haar naam
(i.pl.v. het onpersoonlijke "baboe") en kon
gezellig met haar praten en kende haar
familie en kampong.
En dit is het wat Indonesië bedoelt: de
resolute afschaffing van de exploitatie van
mensen. Ik zeg niet dat alle Indonesiërs nu
hun baboes beter behandelen. Er zijn altijd
goede en beroerde meesters geweest - en
goede en beroerde bedienden. Maar er is
buiten dit alles om nog een menselijke ver
houding mogelijk van sympathie en verant
woordelijkheid. Die heeft Indonesië nu wat
krachtiger doorgevoerd. Evenals in Spanje
heeft nu de huisbewoner de wettelijke
plicht om zijn bedienden behoorlijk onder
dak te verschaffen, medische verzorging te
geven, zorg te dragen voor vaste vrije da
gen en behoorlijk te voeden.
Het is verkeerd om te zeggen dat alle
bedienden liever bij een Europese dan bij
een Indonesische meester werkten. Er zijn
onder Indonesiërs en Chinezen voortreffe
lijke bazen. En ook onder Europeanen har
teloze slavendrijvers. Onze gevaarlijkste
fout in ons oordeel over Indonesië is nog
steeds dat wat we zelf meemaakten auto
matisch als maatstaf wordt gesteld voor
alle soortgelijke verhoudingen.
Indonesië heeft verder de beschermde
maatregelen voor bedienden niet getroffen
om een einde te maken aan algemene wan
toestanden, noch om af te rekenen met
koloniale wantoestanden, maar om een nieu
we, noodzakelijke en stabiliserende koers
uit te stippelen in de verhouding tussen
"meester en knecht", die ons allen be
wuster moet maken van de menselijke ver
houdingen die tussen meesters en bedien
den bestaan.
Ik wed dat iedere goede njonja de af
schaffing van het baboeisme toejuicht, omr
dat met de nieuwe maatregelen uitbuiting
van bedienden door beroerde meesters
wordt beteugeld. En ik hoef niemand te
vertellen dat een menselijke verhouding
tussen meester en bediende letterlijk ein
deloos veel meer waard is dan honderd
huishoudelijke machines zonder hart. T.R.
4