Mil Bibtt &EMMMÈ DE KAT EN DE MUIS HALLO-HALLO, BIBITSÜ In de takken van een enorme boom bouw de een uil haar nest. In een diepe holte in de boom had een wezel haar leger. Tussen de wortels van de boom maakte een wilde kat haar schuilplaats. En in de grond onder de boom groef een muis haar hol. De jagers wisten van deze boom af, en ze kwamen er dikwijls om er hun strikken te zetten. Op een nacht liep de kat in eén der strikken. Toen de muis haar 's ochtends ge vangen vond verheugde zij zich, want de kat was haar grootste vijand. Maar de muis kon er zich niet lang blij om maken. Toen ze wat beter had rondgekeken, zag ze dat de uil vanaf een grote tak haar in de gaten hield, terwijl op een andere tak de wezel klaar stond om haar te bespringen. De muis dook angstig in elkaar en dacht: „Als ik terugga, zal de uil op me afkomen. Als ik er vandoor ga, zal de wezel me te pakken krijgen. Alleen een ding kan me redden, en dat is: vrede sluiten met de kat. Ik zal haar helpen en zij op haar beurt zal mij helpen". Dus zij ze tegen de kat: „En? "Hoe gaat het?" De kat antwoordde: „Zoals je ziet... Slecht genoeg om je aangenaam te zijn". Maar de muis antwoordde: „Neen,He bent er glad naast. Het is waar, op elk ander ogenblik zou ik het leuk gevonden hebben je zo te zien, maar vandaag ben ik in moei lijkheden en ik wil je mijn hulp aanbieden. Ik zal je uit de strik bevrijden, maar jij moet mij dan weer beschermen tegen de uil en de wezel". De kat ging met het voorstel accoord. „Je hebt gelijk. Ik heb je net zo hard nodig als jij mij. Wees daarom niet bang en kom me helpen". De muis liep op de kat toe en de kat drukte haar teder aan de borst. Toen de uil en de wezel zagen dat de kat en de muis elkaar omarmden, wisten zij dat hun wach- Vervolg van pag. 4 heel legioen jonge mensen. Goede en kwa de. Als wij. Begaafde en minder begaafde. Als wij. Met veel kaf en koren. Als wij... want de appel rolt toch nooit ver van de boom? Ah - in vergelijking van de oude met de nieuwe garde zitten massa's betrekkelijk heden. Maar er is één waarheid: dat wij hen onze zoete wereld nalaten PLUS Ber- lijnse muur en IJzeren en Bamboe gordijnen, en met de atoombom als een kroon op het werk. Onze onoplosbaarheden worden hun kruis! Of wordt onder hen een nieuwe Prins geboren? Of IS hij al geboren? En als hij al geboren is en Tong Tong leest, wat leert hij van ons naast onze heilige ruzies? Als wij bij alles wat wij neerschrijven kon den bedenken: als de Nieuwe Prins dit leest, wat heeft hij eraan? Wat heeft zijn tijd eraan? Zouden wij dan anders schrij ven? Snapt hij "toch nergens wat van om dat hij Indonesië niet kent zoals wij?" Is het wel nódig dat hij evenveel weet als wij? ten vergeefs zou zijn. Zij keerden zich dus af om ergens anders naar prooi te zoeken. Intussen was de muis begonnen met het doorknagen van de strik. Nu echter het gevaar voorbij was, haastte zij zich niet. Haar hart lag niet meer in haar werk. De kat merkte het en zei: "Wat is er, muis? Toen je zelf in gevaar was had je een geweldige haast, en nu alleen ik in gevaar verkeer aarzel je. Wil je dat ik slachoffer word van jouw onachtzaamheid?" De muis antwoordde eerlijk: "Het is niet uit onachtzaamheid dat ik aarzel. Het is uit vrees dat je me kwaad zult doen als je eenmaal vrij bent. Maar wees niet bang, ik heb beloofd je te helpen en zal je dus niet aan je lot overlaten". Intussen was het volop dag geworden. Een jager naderde langs het voetpad. De muis zag dat het ogenblik was gekomen, waarop zij had gewacht: snel beet ze het laatste touw van de strik door en verdween in haar hol, nog voordat de kat de tijd had gehad om haar te bedanken. De kat op haar beurt verdween met een grote sprong in de takken van de boom. De jager vond zijn net leeg en kapot. Eenieder vreest eenieder, waarom moet dat.'' Zijn de tijden slecht, of mankeert ons wat Toen de oude man zijn verhaal had beëin digd, dacht de Koning een moment na, en zei toen: "Dat is een goede fabel. Maar, hoe moet het als de vijand een dwaas is?" "Dat zou inderdaad erg zijn", antwoordde de oude man, "Maar, ook daar is iets aan te doen, zoals blijkt uit de fabel van de gemene slang". "Wat gebeurde er met die slang?" vroeg de jonge koning. De oude man boog en begon zijn verhaal Als je naar de nieuwste plaat van de Beatles luistert, "Rubber Soul", hoor je tot je verbazing Oosterse harmonieën en thema's. Waar komen ze vandaan! Zou het toch wel van enige waarde kunnen zijn als we meer met de jongeren praatten? Als we ze inderdaad een kans gaven "to work it out"? Maar hoe? Maar hoe? Mijn zoon keert de achtbare huiskamer met de leerrijke encyclopaedie en, de sprookjesvertellende TV de rug toe en sluit zich in zijn donkere kamer op met zijn guitaar en zoekt aarzelend en blind tastend naar nieuwe klanken, naar vage composi ties, waarin altijd weer hetzelfde thema klinkt: Life is very short And there's no tiiiiiime Geloof je! Zó jong! En niet werkend voor carrière of pen sioen, maar dichtend over het korte le ven...! Misschien zijn al die jonge mensen ouder en wijzer dan wij! T.R. Dat was fantastisch, jongelui, al die leuke briefjes na mijn oproep de vorige keer. Neen, het was nog niet zo, dat mijn brievenbus te klein was, maar al met al is de Bibit-club toch groter dan ik dacht. Dat kan dus heel gezellig worden. Gelukkig hebben sommige Bibits ook geschreven wat hun hobby is. Vooral als je iets ver zamelt (bijv. postzegels of suiker zakjes) is het heel nuttig wanneer je dat even vertelt, want het kan im mers heel goed, dat andere Bibits dan met je willen ruilen. Vanaf vol gende keer beginnen we met een ruilhoekje. Trouwens, dan begint ook de kennismaking tussen de Bibits on derling. Jammer, dat niet iedereen een kiekje heeft gestuurd. De kinde ren Maas uit Vlaardingen bijv.; heb ben jullie niet een foto waar je met z'n allen op staat? Jullie krijgt hem echt weer onbeschadigd terug, hoor! Dat is het voor deze keer, anders is er geen plaats genoeg voor de Per zische fabel. TANTE MIEKE 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 18