AMSTEL
BIER
Prachtpils
SI KEMPIES
E. J. MONTFOORT ZOON
J. B. G. VERBURGT
Hoe Si Kempies (kempies een vis-
korf, door vissers aan een touw om hun
middel gedragen) aan zijn naam gekomen
was, wisten zelfs zijn vriendjes niet meer.
Eigenlijk heette hij gewoon Gerrit, maar dat
telde voor hen eenvoudig niet. Hij was voor
hen nu eenmaal Si Kempies.
De kontjo's keken erg tegen Si Kempies
op. Behendige jongen als hij was, was hij
steeds haantje de voorste, zeer zeker als
het het uithalen van kattekwaad betrof. Op
school verloor hij echter al te veel van zijn
aura. Daar bleek hij niet van de snuggere
kant en er werd dan ook vaak - met enig
leedvermaak - heerlijk om hem gelachen.
"Gerrit", zei op zekere dag de onder
wijzer, "Jij gaat toch regelmatig naar de
catechesatie, nietwaar?"
Kempies: "Ja, 'neer'.
Onderwijzer: "Nou, vertel jij mij dan maar
eens: hoeveel Goden zijn er?"
Oewah, wat een makke vraag, dacht onze
Kempies. En vlot antwoordde hij: "Eén n'
tierlijk, 'neer".
Onderwijzer: "Weet je dat heel zeker, Ger
rit?
Zoals gezegd was Si Kempies wel erg
bedreven en slim in allerlei kwajongens
streken, maar in de klas was hij een erg
onhandig ventje. Vooral iets onthouden
vond hij erg moeilijk en het was dan ook
niet te verwonderen dat hij zich minder
zeker van zich zelf voelde toen de onder
wijzer hem zo strak en streng in de ogen
keek. Hij stond daar zielsverloren in de
klas en wist de ogen van zijn klasgenoten
op zich gericht. Hij voelde zich hoe langer
hoe minder op zijn gemak en schuifelde
met zijn voeten. Wat zou hij nu moeten
zeggen? Eén God was misschien niet goed.
Zouden er dan meer Goden zijn? vroeg hij
zich af.
Schuchter en bijna onhoorbaar stotterde
hij toen: "Tw-e-e, 'neer".
De klas schaterde, de onderwijzer maak
te zich boos. Met een stem, die door de
hele klas dreunde en al de kinderen het
Stilzwijgen oplegde, voer de laatste uit:
"Ezelsveulen, dat je bent. Zie je nu wel,
dat je er niets van weet".
Nog meer van zijn stuk gebracht liet Si
Kempies een steelse blik door de klas
gaan, in de hoop hier of daar een redder-
in-de-nood te ontdekken die hem uit de
netelige situatie zou kunnen redden. Maar
neen hoor, overal glunderende ogen van
leedvermaak, geen enkel blijk van medege
voel. Was er dan niemand die hem een
vriendendienst wilde bewijzen? Wat waren
ze allemaal slecht. Wacht maar, hij zou ze
wel krijgen.
Si Kempies zou geen Kempies zijn ge
weest, als hij zich niet zelf uit zijn hache
lijke situatie had weten te redden, al was
het succes dan ook niet wat door hem werd
beoogd. Ietwat onzeker, maar met duidelij
ke stem, herstelde hij: "Drie, 'neer! Drie
dan, 'neer!"
De hele klas bulderde opnieuw van het
lachen. De uitwerking op de onderwijzer
was natuurlijk een heel averechtse, dat
laat zich begrijpen. Rood van woede
schreeuwde hij: "Ga naar je plaats terug,
24
uilskuiken dat je bent. Leer voortaan beter
je catechesatie!"
Die middag na schooltijd ontmoette Si
Kempies z'n vriendje Klaas. Si Klaas was
een heel ander type. Het denktype, zoge
zegd. Zeer oppassend op school en één
van de besten van zijn klas, bescheiden
en hulpvaardig tegenover zijn kameraden,
en vooral voor de zwaksten van de klas
een vraagbaak waar zij steeds een geduldig
gehoor vonden. Geen wonder dus dat Si
Kempies zeer aan hem was gehecht. Toen
hij Si Klaas die middag ontmoette, viel hij
dan ook met de deur in huis: "Zeg Klaas,
hoeveel Goden zijn er?"
Deze vraag, dacht Klaas, zo zonder enige
toelichting of inleiding gesteld, was om
hem ertussen te nemen. Hij kende Si Kem
pies zo'n beetje. Voorzichtig vroeg hij zijn
vriend dus wat hij ermee bedoelde. Met
veel gebaren en zeer uitvoerig overtuigde
Si Kempies hem er echter van, dat het hier
wei degelijk om een wetenschappelijk pro
bleem ging.
"Zeg nou, Klaas, hoeveel Goden zijn er?
Straks vraagt die Sisik het me weer".
"Er is maar één God", antwoordde Si Klaas,
"Alleen een kip zonder kop zoals jij weet
dat natuurlijk niet".
Daar stond Kempies. Grote ogen, open
mond, en tenslotte een schaterlach.
Klaas, perplex: "Wat valt daar nou om
te lachen?"
Zei Si Kempies, wijsvinger in de hoogte:
"Eén?...Satoe?..." Waarna hij drie vingers
in de hoogte stak, en zei: "Goeé bilang
tigé blom sampé". H.R.
ffliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiii
1 Astma-Bronchitis patiënten
U kunt direkt verlichting en
zelfs veelal genezing vinden j
door aanschaffing van de
„CHEMO" Handverstuiver
Fijne verstuiving
Onbreekbare lichtweren- S
de medicijnhouder
Ook in ELEKTRISCHE 1
UITVOERING verkrijgbaar j
voor zware patiënten
Vraagt inlichtingen bij:
CHEMO PHARMACIA HO.
(Dir. Th. E. Bendien)
1 FRED. HENDRIKPLEIN 6, DEN HAAG
Telefoon (070) 55 26 47 I
illll'IIIIIIIIIIUIIIlllOlllll!lllllllllllll!lllllllllllllllllllllllllllllinlll!!llllll!lllllllll!lllllllllllllllllll!IIIINIIIIIIIIIII
De tijd terugtoveren
Zeker Boeken kunnen dat
Lees INDONESISCHE VOLKSVERHALEN
32 uitgekozen verhalen uit geheel Indonesië, bewerkt door
C. H. Schaap.
Omslag en illustraties Peter Waworoentoe 4,50
Lees INDRUKKEN VAN EEN TÖTÖK
door Justus van Maurik, bewerkt door H. Hardon.
Met illustraties 5,90
naar oorspronkelijke fotografische opnamen
Uw boekverkoper hééft deze Kramers Pockets van Formaat
boeken voor
N.V. Uitgeverij W. van Hoeve, postbus 158, Den Haag
(voorheen begrafenisondern. te Djakarta)
thans bedrijfsleider: Begrafenis ondernem.
Ahornstraat 51 's-G raven hage Tel.: 332288