veranderen, richtte het geweer op de plaats waar ik het blad van de tijger taxeerde als hij op het aas bezig zou zijn, en wachtte. Ik zou in ieder geval op de goede hoogte afkomen, het was nu een kwestie van links of rechts. Veel gemakkelijker dan het "gevoelschieten" op hoog of laag! Daar komt het meestal neer op té hoog of té laag! Zolang het schemerde en ik nog iets van de loop zag, controleerde ik mijn houding. Ik verschoof een beetje toen het nodig bleek, liet de steuntak bij nader inzien wat zakken, oefende net zo lang tot ik steeds op dezelfde plek afkwam. De tijger mocht komen! Het werd nu steeds donkerder. Er was geen wind, er waren geen muskieten. De omgeving was doodstil, hier en daar viel een dadapblad, of piepte een veld muis. Een nachtvogel slaakte een weemoedige kreet, in de richting van het huis blaatte een geit. Stomme beesten! Waren het hele geval beslist vergeten. Misten waarschijnlijk zelfs de bok niet eens. Hoor, tim-tam- tim-tam. Een trommel. Ergens waren ze aan het "man- djaw". Toe maar, mandjaw terwijl ik hier met mijn voeten op nog geen twee meter van de grond zat te wachten op een tijger "met baarden..begini". En met een kindergeweertje. Eén sprong..watNog niet eens. Hij hoefde maar op de achterpoten te staan om me met een klap van z'n enorme klauwen naar de andere wereld te slaan. Hopelijk had-ie aan de bok voldoende, zou-ie van de jungle direct op de bok toelopen. Het 96 mijn schouder. Wat een bof! Genoeg lading en zo ge zien was het geweer ook niet uit elkaar gesprongen. Maar die ontelbare sterren voor mijn ogen, rode, witte en groene. Zou ik 'm geraakt hebben? In ieder geval zat hij me niet op de nek. Kijk, nu blijven de rode sterren weg. Nu de groene! Ja, ik ga al weer wat zien. Vertjoept, geen tijger te zien! De bok, ja die lag er nog. Van de tijger? Gekraak in de lantana's. Wat een teleurstelling...Aha, een ruk aan een struik. Gegrom op dezelfde plaats. Een gerochel daarna. Hoera, hij was vast geraakt. En goed ook, anders zou hij wel verder wegvluchten. Weer het geruis van bladeren, nog steeds van dezelfde plek. Een pauze. Een grauw. Gesnuif, Stilte. Hij kwam toch uit op een rare plaats! En eigenlijk was het toch logisch ook. Was zo lang mogelijk in dekking gebleven. Eerst in de lantana- jungle, toen ergens verderop het pad overgestoken om daarna zigzaggend van de ene dekking in de andere te komen. Toen ik geen geluid meer hoorde klom ik de boom uit. Ik liep naar het huis terug, nog wel steeds op alles voorbereid. Bij het huis riep ik: "Koek!" De deur vloog open. "Dapet, toean?" vroeg de Lamponger begerig. Ik stapte naar binnen, deed hem het hele verhaal en nodigde hem uit om te gaan kijken. Hij stelde voor eerst nog wat meer mannen te halen. Als de tijger inderdaad dood was, moest hij toch worden gedragen. 98 dode beest lag immers nog op dezelfde plaats. Vanuit de struik was nog alleen de witte vlek zichtbaar, vanaf de buik naar de zijden...Hoe laat was het? Misschien kwart voor zeven. De hemel was gelukkig helder. Kon ik 'm tenminste een beetje zien aankomen. Als-ie kwam! Misschien was hij door het gegil van de man helemaal afgeschrikt. Zou je meemakenNog honderd meter naar huis, waar een lekker kopje koffie op je wachtte, en opeens liep je een tijger tegen het lijf. Met je eigen geit in zijn muil, nota bene...Zou ik 'm horen aankomen Ah neen, hoefde ik niet op te reke nen. Hij zou wel een "varkensgaloer" (wissel) volgen, daar ergens in die jungle van lantana's. Daar moet-ie vandaan komen, daar, vanaf die plek ongeveer. Plotseling zag ik uit mijn ooghoek rechts iets be wegen. Ik draaide mijn hoofd langzaam in de richting waar ik de beweging had gezien. Jee, de tijger! Groot en donker! In de schaduw van de tegenoverstaande koffieboom. Daar stapt-ie op het kadaver af! Hoe is het mogelijk? Dat-ie tóch van een andere kant komt! Ik richtte me behoedzaam op in de tevoren bepaalde houding: stevig leunen tegen de stam van de boom, goed rechtop; kolf voorzichtig aan de schouder; hand aan het voorhout van het geweer. De tijger stond nu met z'n flank naar me toe. De witte vlek van de geit bewoog. Hij had 'm te pakken. Snel schietenVoordat het te laat is! Meteen trok ik af. Een vuurstraal, een klap tegen 97 En was hij niet dood, dan zouden vele mensen bij el kaar hem misschien afschrikken. Ik kon hem eigenlijk geen ongelijk geven. Een uur later waren we op weg. Bij de dode bok tastte ik met de belor de grond af, op zoek naar zweet. De eerste bloedvlek vonden wij aan de rand van het pad; bij de ingang van de varkenswissel, waaruit ik hem had verwacht te voorschijn te zien komen, vonden wij nog veel meer bloed. Ik drong de "galoer" binnen, de belor in één hand, het geweer in de andere. Tien meter dieper naar binnen vond ik de tijger. Ik liet de wissel openkappen en twee draagstokken snijden. De poten van de tijger werden met het touw van de aan zit bijeen gebonden. Pas toen er kreten van verbazing opgingen over de geringe hoogte van de aanzit drong het pas goed tot me door, in welke hachelijke positie ik wel had gezeten. Ik voelde me maar wat opgelucht dat de tijger niet onder mij langs was uitgekomen. Hij was een aartsvader, met baarden.."begini". Later, toen ik de tijger met een uit Mengala terug kerende taxi naar Kotaboemi had overgebracht, bleek dat mijn zelfgemaakte kogels dicht naast elkaar en ter hoogte van het blad waren binnengedrongen en pas door de vleesmassa's waren tegengehouden aan de andere kant van het tijgerlichaam. Zo zie je maar: onder omstandigheden kan zelfs een kidanggeweertje zich flink doen gelden! (wordt vervolgd) 99 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 10