DE KENNISMAKING MOUNT SINAI-fonds Jarenlang heeft hij m'n jonge leventje beheerst! Je hebt zo van die dingen om je heen, die dood zijn of volkomen beweging loos, zich door niets manifesteren en zich tóch zo in je leven dringen dat ze deel gaan uitmaken van je denken en doen. Van het terrasje af, waar ik 's middags m'n thee dronk en op andere momenten van de dag m'n stroop, zag ik hem, recht voor me uit en hoog torenend boven zijn omgeving. En hij kéék maar op me neer, controleerde me, bespiedde me, zonder ook maar een mo ment uit zijn lethargie te ontwaken. Soms keek ik onder mijn oogharen naar hem op om te zien of hij terluiks al mijn handelin gen volgde, maar onveranderlijk leek hij daar ongeinteresseerd te liggen ofschoon ik van het tegendeel overtuigd was. Een berg, zomaar een berg. Een nietszeggend ornament, een ding zonder leven dat me op momenten toch vreselijk kon terneerdrukken. Hoewel Oom Charles onlangs nog had be weerd dat hij niet zo lang geleden nog had geleefd en hoe! Maar dat was vóór mijn tijd. De familie was die ochtend al vroeg de deur uitgegaan, luidruchtig en vol goede moed, voor een tocht naar de top van de Sibajak, helemaal de andere kant uit. Ik mocht niet mee. "Veel te zwaar voor jou", had papa gezegd, "Blijf jij maar bij Oom Charles. Dat is gezellig". Ik hield van Oom Charles, maar nog liever was ik meegegaan, de Sibajak op. Toen ik er te licht voor werd bevonden verkneuterde ik me er bij voor baat op, dat ze heel wat minder luidruchtig terug zouden komen in de avond, en heel wat minder monter bovendien. De beloofde gezelligheid moest kennelijk van één kant komen, want meewerken deed Oom Charles beslist niet! Hij las, hij zat te lezen. Helemaal afwezig, zoals sommige mensen kunnen zijn. Als je iets vraagt krijg je óf een snauw óf helemaal geen antwoord, wat meestal toch wel het prettigste is. Het doet er verder niets aan af: Oom Charles was saai. Zó kende ik 'm niet. Tegen etenstijd werd het allemaal iets ge zelliger. Misschien had Oom Charles net een hoofdstuk uit en wou hij, zo direct voor het eten, niet aan een nieuw beginnen; misschien ook monterde hij op door de heerlijke geuren die Kokkie met haar soe- til uit de verschillende pannen te voorschijn toverde. Want bij de mannen gaat alles, alllllles werkelijk, door de maag, ja toch? In elk geval kon hij toen van een lucifers doosje wél een gevangenisje voor me ma ken, voor de goud-groene torren die ik uit verveling was gaan zoeken. Compleet nog wel, met gaatjes in de "muren", zodat de beestjes nog wat adem konden halen en tenminste nog iets van de wereld buiten konden zien, én van het licht. Bovendien sneed hij nog een fluitje voor me, uit het bamboebosje in de tuin. Ijverig hanteerde hij het mesje, opdat het maar een mooi fluitje zou worden, één waar ik plezier aan zou beleven. Kijk, zó kende ik hem nu wél! Na de rijsttafel was het echter weer mis. Het begon zo goed! De dampende rijst stond op de tafel met wel achtentachtig ge rechtjes eromheen. We schepten onze por ties op het bord, en alsmaardoor praatte Oom Charles gaten in de lucht. Omong- kosong zogezegd, maar zó gezellig, dat ik de hele familie en hun Sibajak was ver geten. Daarna was het gebeurd; scheen ik mijn portie onderhoudende conversatie voor die dag te hebben gehad. Hij sleepte zijn oude rotanstoel onder de kanarieboom op het erf en ging slapen, de handen gevouwen op z'n buik. Ik hoopte dat er maar een dikke vette rups op zijn neus zou vallen of in zijn half geopende mond, maar jammer genoeg was het ver voorbij rupsentijd. Een wraakgierig meisje was ik toen, in tempo doeloe. Van de weeromstuit besloot ik Kokkie op te gaan zoeken in haar domein. Het was verboden terrein. Mammie beweerde, dat Kokkie me liever niet dan wél zag, maar ik geloofde het nooit erg. Kokkie en ik konden zo gezellig grappen met elkaar. Ik vond Kokkie aan het bakken van koek jes voor de thee. Ik pikte er één, en nog één. Quasi-boos kwam Kokkie op me af. Ik nam de benen, en zij kwam me achterna. Met die sarong om haar benen, en vanwege haar ouderdom, kon ze natuurlijk niet zo snel uit de voeten als ik. Ze gaf het dus gauw op. Ik ging op de rand van de goot steen zitten, en praatte wat met haar. Af en toe pakte ik een koekje. Als je mij vraagt, ging er meer van de voorraad af dan dat er bij kwam. Maar ondertussen klaagde ik steen en been over de familie die me had verlaten, me aan m'n lot had overgelaten. "Ach wat", troostte Kokkie, "Wat is daar nou voor plezier aan, zo maar een berg op voor niets, massah!" Toen ze toevallig een emmer water moest halen, merkte ze dat Oom Charles wakker was. "Ajo", zei ze, "Ga nu maar naar toean Tjalie. Ik moet wassen". Weinig hoopvol slenterde ik de tuin in, het grasveld over in de richting van de kanariebomen. Oom Charles was vol berouw. "Arme Ka- trien", zei hij, meewarig doend, "Heeft je luie oom daar de hele dag geen notitie van je genomen! Stout, hè? Maar nu gaan we!" "Waarheen", vroeg ik, meteen verzoend. "Wandelen", zei hij, "Trek je schoenen maar aan. We hebben nog drie uur voordat het donker wordt'. Lees verder pag. 18 In het boxje op pag. 8 van het vorige nummer (waar abusievelijk de titel is weggevallen) hebben wij U beloofd HAAR aan U voor te stellen, de dame voor wier herstel U een steentje hebt bijgedragen. Deze kennismaking moet nog even wachten, omdat het vertrek naar Boedapest (het is immers Hongarije geworden, waar ZIJ hoopt afdoende geholpen te worden) op 3 april, de datum waarop zij in het vliegtuig zou stappen na door ons te zijn geinterviewd, op medische gron den niet kon doorgaan. De vertrekdatum is nu enige weken opgeschoven, niet het minst tot HAAR grote teleurstelling. Dat begrijpen wij natuurlijk volkomen! Wanneer iemand naar genezing snakt, is ieder uitstel een bezoeking. Wij zijn er echter van overtuigd, dat ZIJ niet al te lang meer zal hoeven te wachten. Intussen zijn er sinds de laatste opgave nog enige bijdragen gestort, nl.: MOUNT SINAI-FONDS vanaf 18/2/66 t/m 5 april 1966 f 25,— A.C.d.K. - Mw. H.d.W.R. - f 20,— L M. - f 12,50 W.G.A.C. - f 10,— J.A.D.D. - Mw L.D.C. - A.H.v.W. - L.S.W. - Wd. M.E.S.R. - M.A.T.P. - Mw E.V. f 5,— H.O.B. - Mej E.M.K. - Mr M.J.A.O.W. - Mw D.M.d.R.P. - Mw E.S.W. - E.F.S. - Wed. W.S.S. - W.F.v.W. - f 3,— W.A.B. - f 2,50 C.M.A.v.H.F. - Mw D.M.R.S. - Totaal f 200,50 Vorige keer f 3268,50 Tezamen dus f 3469,00. Houdt U deze kolom in het oog? Weldra volgen de inlichtingen, waar U op wacht! RED. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 11