DE DINOSAUREN I j'jmn Voor de tweede maal in het bestaan van de biosfeer (alles wat leeft op aarde) be leven wij het bestaan van de Dinosauren. Ditmaal niet de praehistorische dieren, waarvan nog steeds beenderen worden op gegraven: dinosaurussen, tyrannosaurussen, brontosaurussen, enz. enz. Deze "Lost World" (wie herinnert zich de film nog?) is voorgoed voorbij. Uit die wereld van giganten leeft nu al leen de "dwerg-mastodont", de olifant, nog. En de walvis wiens "mene tekel" echter reeds aan de wand van onze beschaving geschreven staat. De gezamenlijke en totale verdwijning van de dinosaurussen is nog steeds een raadsel voor onze onderzoekers. En ook hun kortdurige bestaan. Waaruit ontstond eens de behoefte of de noodzaak voor de Natuur om zulke huizenhoge monsters voort te brengen? Dacht zij misschien: We zullen dieren voortbrengen, zó ontzaglijk groot en sterk gepantserd dat zij alle aanvallen op het leven móeten overleven? Een soort Superwezens dus? En toen zij inderdaad ontstonden, waarom zijn juist zij alle verloren gegaan, terwijl de kleinere hond, muis en kantjil zijn blij ven bestaan? En wat heeft hen vernietigd? Natuurram pen? Onderlinge gevechten? Degeneratie? Voedselgebrek? Besmettelijke ziekten? Ver schrikkelijke microben? Al deze ondergangsfactoren hebben ech ter ook de kleinere dieren altijd bedreigd en zijn nog steeds vijanden van al het leven thans. Maar de dinosauren werden totaal uitgeroeidl Nu maakt één van de merkwaardigste verschijnselen in de biosfeer, de Mens, op nieuw Dinosauren. Nu zijn het dinosauren van ijzer, beton, aluminium, plastic, glas. We maken oceaanschepen die duizenden mensen over de eens onmetelijke oceanen kunnen voeren, beschermd met vele veilig heidsdeviezen, met zwembaden, bioscopen, caviaar en champagne. We rijden in ijzeren reuzenslangen op ijzeren wegen over hele continenten heen, duizend mijlen in één dag. We maken reuzentorren op rubberen wie len, die sneller gaan dan de postduif of de cheetah. We maken reuzenwoningen, waar honderden families tegelijk wonen, met wa ter, licht en vuur "bij de hand". Ja we ont werpen nu ook al de steden van de naaste toekomst, die vele zulke woningen ver enigen tot één ontzaglijke conische stad, die wonderlijk veel lijkt op de legendarische Toren van Babel. Maar het is geen wonder meer; alleen een realiteit van morgen. We hebben nu de Supertani, die met bull-dozers, zaai- en oogstmotoren onafzien bare akkers ontginnen kan in een handom draai. Dezer dagen stierf de "grootste boer ter wereld", Thomas Donald Campbell, die boerderijen had van 20.000 en 2.000.000 hec taren groot. Wij, ouwerwetse Indischgasten, vertrekken ons gezicht nog in pijn als we in het nieuws van Vietnam lezen hoe Ame rikaanse troepen de rijstgoeboegs van de Viet Cong verbranden (en een paar bijge lovige mensen prevelen misschien: sial, sial.maar op één vingerheffing van Pre sident Johnson zijn in Texas bulldozers aan het sawahs maken getrokken en dit jaar al zullen er enorme gevulde rijst-silo's zijn, die netjes rijst verkopen kunnen aan Achter- Indië dat gedurende eeuwen de Rijstschuur van Azië was met honderdduizenden kleine, moeizaam werkende tani's. Ah, de dinosauren! Op het gebied van handel en industrie verenigen de toch al ontzaglijk grote en "steenrijke" concerns zich in fusies tot nóg grotere productie- en markt-reuzen. Het móet wel "om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden". Onze Westerse bescha ving heeft 30 van zulke monsters, waarvan 23 in Amerika en maar 7 in Europa. Nu gaat Europa ook fuseren om Amerika's markt- overheersing het hoofd te kunnen bieden. Bentz van den Berg, president van de Ne derlandse Hoogovens, zegt het zo goed: 1 1 1=5, misschien zelfs 6! Winkels worden steeds groter, vliegtuigen worden echt "lucht-schepen", hijskranen tillen de krankzinnigste lasten naar de grootste hoogten... en onze bewapening heeft reeds een moorddadigheid ontwikkeld, die onze fantasie niet meer omvatten kan. We kunnen geen twee seconden meer aan een atoomoorlog denken of we moeten de ogen al sluiten en het hoofd afwenden... Vesuvius en Krakatau zijn maar kinderach tige rampjes vergeleken bij wat De Mens ontketenen kan... De Dinosauren... Als dit alles alarmerend, angstaanjagend klinkt, het is het toch zeker niet. Het zijn allemaal meetbare werkelijkheden, waarmee We dag in dag uit leven. En die ons rijkdom, comfort en geluk geven. Hoe zouden we immers nog kunnen leven zonder Philips lampepeertjes, Bata-schoenen, Heinz-con- serven en die eindeloos gevarieerde con- fectie-industrie? Neem de dinosauren weg en wij sterven in onze kazernewoningen en bungalows! Wij zijn alle, ook de kleinste onder ons, de schubben, haren, poten, na gels geworden van onze Dinosauren. En de rijksten onder ons zijn de "edele delen" van onze dinosauren: de ogen, tong, herse nen, hart, van de Dinosauren. Als het deze edele delen goed gaat, gaat het ons goed. Sterven zij, dan sterven wij mee...Bismillah! Ik klaag niet. Ik mopper niet. Maar omdat ik een oud mens ben met veel ervaringen, ontkom ik niet aan de openbaringen van mijn jeugd. Toen ik nog geen schub was van een Dinosaurus. Maar een kleine, doch vrije kodok of wurm of lintah, noem op wat U wilt. Toen ik wereldverloren roeide op de Kali Katingan, één van de grote rivieren van Borneo. In een uitgeholde boomstam, 's Morgens heel vroeg toen de hele wereld nevel was, waarin af en toe een passerend boomprofiel als assen kantwerk opdoemde en verdween. Er was geen horizont, ja zelfs geen oever. Er was geen Tijd, geen Mens, geen levend wezen. De Katingan was als de Styx. En al voortpagaaiend klopte mijn pagaai af en toe tegen het boord van mijn prauw: tok - tok - tok. Hout op hout. Geen stem. Geen karakter. Alleen een "annunciatie van leven". En opeens kwam recht van voren nét zo'n geluid. Daar ergens vooruit, even verloren als ik, was ook een mens! Gespannen in de nevels turend zocht ik naar Die Andere 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 6