Langs Tijgerpaden
door
Lex Denninghoff Stelling
Uitgave: TONG TONG
FEUILLETON
Prins Mauritslaan 36, Den Haag
KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE:
Nadat de jager ons enkele malen heejt meegenomen op de
tijgerjacht, maakten wij in de vorige aflevering kennis met een
andere gevaarlijke jungle-bewoner, de solitair. De voorbereidin
gen voor de jacht op deze olifant hebben wij reeds bijgewoond.
In deze aflevering volgt het relaas over de achtervolging van de
solitair.
tot in de hersens, de olifant krijgt een opdoffer waai
hi) even gtoggy van is en slaat daarna op de vlucht...
of attaqueert voordat de jager aan een tweede schot
toe is. Lopen! En hard ook! Een tweede schot mis
schien. Op het hart bijvoorbeeld, dat bij een olifant
bijzonder "laag ligt, een handbreedte achter de voor
poot. Dan moet de zij van de kolos wel naar je toe
gekeerd zijn, natuurlijk. Kan je net zo goed in de nek
of achter het oor schieten, want tenslotte moet bij een
hartschot de kogel door heel wat lagen vlees gaan,
een dikke huid, een geweldige klomp vlees en vet.
Een kogel loopt er haast even hard op dood als op een
zandzak. En o-wee als de kogel niet direct het hart
raakt! LóóópenKun je natuurlijk een zwaar kaliber
dubbelbuks nemen. Maar dan, de prijs en...het ge
wicht. Zal je dagenlang door de rimboe moeten darren,
achter zo n noengal aan, dan voel je zo n geweer wel!
Af en toe nog in bomen klimmen óók. En daar in de
oetan zijn het beslist geen bomen als hier, met takken
die een meter boven de grond aan de stam ontspruiten
Oh neen, in de oetan is het een gewoeker om lucht en
licht. De bomen schieten omhoog om boven de dichte
plantengroei uit te komen, en vormen de eerste tak
zo n zes of acht meter boven de grond. Moet je in zo'n
boom klimmen met een zwaar kaliber dubbelbuks, al
was het maar om van die hoge uitkijkpost over de
dichte begroeiing heen te kijken of er in een kudde
olifanten een behoorlijk schietbare bul is! Want koeien
108
Vroeg in de ochtend, bevonden wij ons op weg,
achter de noengal aan, bepakt en gezakt. In onze rug
zakken hadden "wij leeftocht voor verscheidene dagen,
beras (ongekookte rijst), kookgerei en andere hoog
nodige dingen, dit voor het geval wij verscheidene
dagen achter de noengal aan zouden moeten gaan.
Abdoel had een bijl, zoals hij zei "om het ivoor los
te hakken", wat wel veel weg had van het verkopen
van de huid voordat de beer geschoten was. Maar hij
was niet te vermurwen geweest. De bijl moest mee, al
was het maar "boeat redjiki" (om geluk aan te bren
gen). Overigens was zijn bijgelovigheid er één van het
"verlichte" soort. Slechte voortekenen zouden hem
heus niet van een jacht hebben weerhouden. Wanneer
het mis liep, zei hij hoogstens: "Zie je wel, de tekenen
hebben het wel gezegd". En als alles goed ging, smaal
de hij: "Huh, bijgeloof".
Het was niet moeilijk het spoor van de noengal op
te vatten, daar waar hij de ladang had verlaten. Ach
ter Abdoel aan, liep ik door het kreupelhout, onderwijl
alles repeterend, wat Abdoel me in de uren vóór het
vertrek over de olifantenjacht had bijgebracht. "Het
schot moet direct goed zitten", had Abdoel me voorge
houden. Daarom was het zo nuttig om de anatomie
van een olifant door en door te kennen. De schedel
bijvoorbeeld, op sommige plaatsen tien of meer cen
timeter dik. Hoe ouder de olifant, hoe harder trouwens
het been. Een slecht geplaatst schot dringt niet door
107
en ivoorloze bullen schiet je niet, dat is niet sportief.
Neen, ik was maar wat blij met m'n 9l/2 Mannlicher.
Bovendien: "Hoe vreemd het ook mag klinken had
Abdoel gezegd, "Voor zo'n groot doelwit als een
olifant is, moet men toch zeer zuiver schieten, zelfs
met een zwaar kaliber geweer Daar! Kan je toch net
zo goed op olifantenjacht gaan met een geweer als
mijn "Spuzi". Een geweer waar ik mee kon lezen en
schrijven ook...En dan, vanaf schuin voor een olifant,
kom je te staan voor de moeilijkste en gevaarlijkste
schoten. In de borst? Neen! Te veel vlees, een berg
vlees! De schedel? Tja, als je je kogel kan deponeren
in die sponsachtige massa van circa twintig a dertig
centimeter breedte, ter hoogte van de inplanting van
de slurf, dan ben je binnen. Maar, de hoogte van deze
sleuf varieert van tien centimeter tot nul met de stand
van de kop. Tien centimeter als de kolos naar voedsel
loopt te zoeken laag bij de grond, nul centimeter als
hij met zijn slurf in hogere regionen opereert. En niet
de afstand vergeten, vooral! In het dichte bos schiet
je doorgaans vanaf acht a tien meter op een olifant. Je
bent gauw geneigd om te hoog af te komen. Beter
kan je iets te laag richten, want krijg je een ricochet
op het harde been, dan ricocheteert de kogel toch het
kwetsbare gat in om daarna in de hersenen door te
dringen, met de onvermijdelijke collaps als gevolg.
Het is en blijft een kwestie van centimeters. Gaat het
niet goed, dan is het weer: lóóópen! Of: de bóóm in!
109
11