I
Rondom de Tong Tong in de Kebon
A
De puzzels 23 en
24 zijn weer heel
erg in de smaak ge
vallen, geloven we.
En wat zo mooi is:
vele inzenders heb
ben van een toene
mende puzzelvaardigheid blijk gegeven door
ook puzzel 24 op te lossen (en goed ook!).
Wat een ouwe mensjes waren dat, die drie
heren uit deze puzzel. Het hoogst op de
ladder stond deze keer:
Mevr. A. van Pernis-de Bruyn,
Handel laan 13 in Den Haag.
Proficiat! Het postwisseltje is in zee (de
postzee!) gegaan bij de verschijning van dit
blad.
De oplossingen:
Puzzel 23:
'allermeest*
k I a I o t e r o
ar*piepen*op
ros*es*n*vel
t e e k t Ij v e r e
e*c*r**e*r*u
loupe**barak
d r u k b ij h o m e
aar*wl*s*tor
rn*daarna*re
m*miau*olm*n
•geelwortel
Puzzel 24:
Jaarsma Jr. 81 jaar
Oudemans 99 jaar
Jaarsma Sr. 102 jaar
De nieuwe puzzels:
Puzzel 27:
Ziehier 15 meisjesnamen: Aalmoed, Adriana,
Bettina, Dolores, Elfrida, Eugenia, Greetje,
Heiltje, Irmgard, Juliana, Katinka, Lisette,
Phyllis, Rebecca, Sientje. Er zijn mooie bij,
vindt u niet? Als u ooit een dochtertje ver
wacht, kunt u uitzoeken... U hebt natuurlijk
reeds gemerkt, dat ze alle 7 letters tellen.
De vraag is nu: in de 15 vertikale hokjes
van bijgaande figuur die 15 namen zo te
rangschikken, dat op de horizontale lijn A
een spreekwoordelijk volksgezegde van 15
letters te lezen staat.
Puzzel 28:
Geldwisselraadsel
Met geld en goede woorden kan men veel
bereiken in de wereld. Puzzelaars nog meer
dan gewone mensen. Met goede woorden
zijn zij zelfs in staat de ene geldsoort te
gen de andere te wisselen, zoals ge in deze
puzzelopgave zult bemerken.
In de puzzelfiguur zijn 6 verschillende munt
soorten gegeven. Het geld is er dus.
Om de ene muntsoort tegen de andere te
kunnen ruilen, moet gij nu voor de goede
woorden zorgen. Dat wil zeggen door van
elk voorgaand woord één letter te veran
deren (niet meer dan één) moet na drie
veranderingen telkens een nieuw geldstuk
ontstaan. De letters behoeven natuurlijk niet
in dezelfde volgorde te blijven.
Hieronder staan door elkaar de omschrij
vingen der 15 tussenwoorden, welke daar
voor nodig zijn:
afkeuren - biersoort - Javaanse titel - geluid
- haak - inhoudsmaat - naaigerei - niet de
zelfde - naar beneden gaan - oponthoud
door ongeval - plaats in Noord-Holland -
roven - slanke - soort touw - spijker.
KNAAK
B E L G A
DINAR
EAGLE
~A
PENNY
Oplossingen vóór 15 juni 1966 aan Tong
Tong, Prins Mauritslaan 36 te Den Haag,
ONDER VERMELDING PUZZELRUBRIEK
Veel succes!
(Schetsjes uit het plantersleven op Sumatra)
II. Salim satu en de pokziekte.
Salim satu (er waren vele Salims op de
rubberonderneming in Serdang, maar hij
was daarvan de oudste en dus "Salim satu")
was een oude Javaanse "koelie kontrak",
die vele Tuans op de kebon had zien komen
en weer gaan na verloop van hun diensttijd.
Salim I was budjang, woonde althans alleen
in de pondok in een van de vele kamertjes
daar, liep altijd in een witte badju met zwar
te tjelana pèndèk en een zwarte pètji of
kupiah op zijn kort geknipte vriendelijke,
grijzende, gerimpelde hoofd.
Op een avond, dat de Tuan op zijn voor
galerij na zijn bad nog wat zat uit te blazen
van zijn vermoeiende dagtaak in fabriek en
kebon meldde zich Salim I. Na het gebruike
lijke ritueel van "kalau Tuan bales kasian
sama saja" en "saja minta bitjara sedikit"
('als meneer medelijden met mij heeft" en
"ik zou graag een beetje met U willen
praten"), eindeloos herhaald te hebben, ver
telde hij, dat zijn dochter in kampong Ga-
lang Barat overleden was. Dikke tranen
stonden in zijn ogen en zijn gezicht was ge
rimpelder dan ooit. Salim vroeg permissie,
om naar die kampong te mogen gaan en of
Tuan hem een "surat djalan" wilde geven.
Mandur besar werd op verzoek van de
Tuan erbij gehaald, en die vertelde, dat
Salim I al veel langer op de kebon was dan
hij zelf, maar dat hij meende te weten, dat
Salim I een dochter in de een of andere
kampong had. Kort en goed: Salim I kreeg
zijn "surat djalan" voor een dag of vier,
want de kampong lag niet zo heel ver weg,
met de perintah keras: niet langer weg te
blijven en bij terugkomst zelf zijn verlofpas
in te leveren. Salim droogde zijn tranen,
kreeg van de Tuan nog een handjevol siga
retten mee, dankte duizend maal en ver
trok de volgende dag, om...twee dagen
over tijd terug te keren! Onder veel dank
betuigingen overhandigde hij weer zijn pas
je, maar werd door de Tuan ernstig onder
houden over zijn te late terugkomst. Na
deze uitbrander vond Tuan het niet meer
dan menselijk, om te informeren naar Sa
lims overleden dochter en vroeg wat ze
wel gemankeerd had. Tot zijn grote ontstel
tenis vernam hij toen, dat zij aan "makan
tjatjar" of "sakit tjatjar" (pokken) was over
leden, waarop Tuan dadelijk Salim I naar
het districthospitaal dirigeerde met een
briefje, waarin de dood van Salims dochter
en de pokziekte, waaraan zij was gestorven,
werd vermeld. Vanzelfsprekend veroorzaak
te een en ander in het hospitaal de nodige
opschudding, daar de dokter met zijn assi
stent plus nog de aanhang en de nodige
geneesmiddelen (samen twee auto's vol)
zich haastten naar kampong Galang Barat,
bevreesd voor een mogelijk te verwachten
epidemie en alle gevolgen daarvan...
De volgende dag kreeg Tuan te horen...
dat Salim I voor een slametan of offermaal
tijd naar die kampong was geweest. Een
slametan voor zijn dochter, die inderdaad
aan "sakit tjatjar" overleden was, maar...
dat had al een jaar of vijftien geleden plaats
gevonden!
Dit is dan het verhaal van Salim satu.
Die Tuan was mijn vriend Merijntje Smakker
uit Bangun Purba, waar de geschiedenis
zich afspeelde rondom de tongtong in de
kebon. SAMUDRADATTA
/iiift/tu/té/u/jjS
18