HET CIRCUS Toen de klok het middernachtelijk uur sloeg, stond de kip op en begon haar ronde door het circus. Nu sliepen alle mensen, de circusgangers thuis en de circusmakers in de tent: de directeur, de dompteur, de clown, de trapezeartist en de kaartjesver koper. Alleen de dieren sliepen niet of half. Nu was het tijd voor een eigen rapat waar geen mensen bij konden zijn. Eerst ging de kip naar de eend en zei: "Evenals ik heb jij er natuurlijk al lang genoeg van. Van dit oneervolle slavenbe- staan. We krijgen wel volop applaus, maar dat krijgen we ook alleen omdat we onze kunststukjes zo mooi doen. Als ik me voor het wagentje span als een paard en jou rondtrek door de piste als een romeinse wagenrenner. We mogen allebei de koek- kruimpjes of andere heerlijkheden niet zien, die toevallig in het zaagsel liggen, laat staan even stoppen om ze op te peuzelen, want dan is het mis! We weten trouwens allebei dat het vroeger of later toch wel mis gaat, omdat we ouder worden en niet meer zo leerzaam voor andere kunstjes. Dan is het onherroepelijk de pan in! Dat is ongeveer ook het lot van onze collega's. Op de schimmel wacht de paar- denslager nu al; de hond, de kat, de beer en de chimpansee verhuizen vast naar de schuur met proefdieren voor de universiteit en de olifant zal de laatste jaren van zijn leven moeten doorbrengen achter de tralies van de Wassenaarse Zoo. Enfin, we kennen allemaal ons eigen leed en ons aparte einde goed genoeg. En we hebben allemaal onze eigen verlangens naar vrijheid, natuurlijkheid en echtheid. Laat ons vanavond beraadslagen over de hoge re waarden van het leven en hoe ze als nog te bereiken zijn". "Accoord", zei de eend, "hoe laat en waar?" "Om één uur in de piste", zei de kip. En ging verder, om de andere collega's te waarschuwen. Om één uur waren alle filosofen in de piste. De kip was verschenen in haar moo ie bellentuig en met het wagentje. Waarom wist ze zelf niet goed. Misschien omdat ze zich wat "blotig" voelde zo zonder niks. Misschien omdat ze uit gewoonte zo uit gerust was als ze naar de piste moest. Misschien omdat ze zich alleen herkenbaar wist bij haar collega's in deze uitrusting. En misschien ook wel omdat ze toch wel een beetje trots was op haar beschavings- kenmerken die haar immers onderscheidden van de kippen die alleen maar leven om opgegeten te worden. Zo was ook de eend verschenen in har nasje en romeinse veldherenhelm, de schimmel met z'n mooie roodleren bellen tuig en zadel, de kat met streepjesbroek, wit vest en hoge hoed, de hond in Pierrot- costuum met puntmuts en hoepel, de olifant met zijn trapezevormig tafeltje, de beer in de mooie toutou van organdie als Margot Fonteyn en de chimpansee in rok met sigaar en polshorloge. Het was zeer in drukwekkend allemaal. En rijk en feestelijk. De kip tikte met haar snavel op het tafeltje van de olifant, verzocht om stilte en stak van wal: "Diep binnenin zijn we al lemaal onszelf, zoals wij door alle tijden heen waren. Misschien was vroeger ons leven niet zo lang en minder veilig, maar we leefden niet in kooien en kasten. We leefden niet op andermans bevel en deden geen onnatuurlijke dingen. We voelen ons allemaal bij al onze weelde en de ons be wezen eer toch niet helemaal tevreden ("helemaal niet tevreden!" interrumpeerde de hond, en de kip knikte levendig). Ons instinct is stervende. Onze wezenlijke aard gaat meer en meer verloren en dat ver oorzaakt droefheid en angst. Wat kunnen wij doen om onze aard en het juiste leven terug te vinden?" Toen braken de discussies goed los. En hoe scherper men zijn standpunt formuleer de, hoe ijveriger men zijn gedachten dui delijk maakte op zijn eigen manier: de kip begon weer rond te draven door de piste, de eend snaterde "Morituri te salutant" in het eends, de schimmel galoppeerde brie send rond, terwijl de kat zich op haar zadel keurig in evenwicht hield en af en toe op en van het zadel sprong in volle ren. De chimpansee stak zijn sigaar op, keek op zijn polshorloge en gaf om de vijf se conden een teken met zijn sigaar dat de hond door de hoepel mocht springen die hij ophield, de beer danste rond in zijn toutou en de olifant stond beurtelings op zijn voor- en achterpoten op het trapezium tafeltje. Merkwaardig genoeg vlotte de discussie in het geheel niet en diverse sprekers ont kwamen af en toe maar op het nippertje aan lichamelijk letsel. Om drie uur wist de kip zich amechtig weer verstaanbaar te maken, dankte de aanwezigen voor hun verhelderende inzichten en stelde de ar- tisten voor de discussies een andere keer voort te zetten, maar nu naar kooi te gaan i.v.m. het vergevorderde uur... Had ik deze woorden eerder gehoord? Ja. Gisternacht toen we om drie uur naar huis gingen van een geanimeerde discus sieavond van een aantal Amerikaanse vrienden en vriendinnen, waarop gedachten gewisseld werden over de gevaren van de moderne beschaving, de controverse tus sen East and West, het toenemende on gezonde leven, het tekort aan geestelijk leven en ESP (extra sensory perception bovenzinnelijke waarneming - gedachte kracht, helderziendheid, enz.). Maar eigen lijk meer omdat we ons allen op de een of andere manier niet "senang" voelden met het moderne leven en probeerden ons te beraden. Het was de zoveelste avond en ik kwam thuis met een gevoel van neerdrukkende te leurstelling, ja zelfs van geestelijke uit putting. Waarom konden we elkander maar niet vinden? In mijn gedachten liet ik de vrienden het geestesoog passeren en vond de olieman die olieman was en bleef. Het buitenland was voor hem de oilevelden van Caracas en Saudi Arabië; hij was altijd en onge vraagd vóór de pink-pill (v.d. geboorte beperking) en tegen de harem bij achterge bleven volken. In dit laatste sprong zijn vrouw hem altijd bij, omdat ze het "ver nederend" vond haar lieve man met min stens drie andere vrouwen te moeten de len. De chemiker zag voor zijn oog onaf zienbare gebieden van delfstoffen, die - mits op de juiste wijze geexploiteerd en geindustrialiseerd het Amerikaans levens geluk automatisch moesten brengen aan alle volken ("Alle mensen verlangen maar Lees verder volg. pag., kolom 1 lj[IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIINIIIIIIIIIIIIIilU!llllülllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll>i^ Iwan: Hai Igor! M Igor Hoi Iwan! Iwan: Naarewaarenjew? Siberia? et Igor Njet! p 1 Iwan: Strandsky? Skeveningsky? Bikini? Olalalalof! §j Igor Njet! Njeeeetü |j j§ Iwan: Ajonow! Njet kletsky! p Igor Aaaahhh! Pasarmalamsky! p Iwan: Pasarmalamsky? Wastattan?? p IgorRamé-raméjew! Hapsky-hapslok! Satésky! Tjendolevl Kijkekijky! Veelkopov! 1 Iwan: Kopov? Watsky?! p p Igor Kamera Russky! p p Iwan: Aha! Kamera Russky djempolsky! 1 Ajonow! Ikgameeja! p Igor Légodeh! p Jaaaa I Voor de allereerste keer een p p stand van Russische camera's op de enige ff echte PASAR MALAM TONG TONG 1 22 t/m 25 juni HOUTRUST DEN HAAG imlllllll!lllllllllllllllllllllllllllllll!l'!|lllllll!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll!!llllllllllllllll||||||||||||||||^ 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 7