Langs Tijgerpaden door Lex Denninghoff Stelling Uitgave: TONG TONG Prins Maurirslaan 36, Den Haag KORTE INHOUD VAN HET VOORAFGAANDE: Na een spannende jacht op heren komt de jager weer op het spoor van de Zwerver. Leest hoe de jager achter de Zwerver aangaat! Zal hij succes hebben deze keer? Of is de Zwerver hem weer te slim af? HOOFDSTUK X Het was kort na het avontuur met de beren dat berichten tot me doordrongen over een tijger, die op een verschrikkelijke manier te keer ging op de oem- boelans tussen Kotaboemi en Negri Oedjoeng Karang. Het begon met een terloops berichtje zus en een bood schapje zo, maar allengs groeide het aan tot éen stroom van onheilsberichten. Tot tenslotte de naam Si-Sjetan viel en bevestigd werd, wat ik ondertussen allang had vermoed. Die berichten over de enorme brutaliteit van de tijger, zijn kracht, zijn grootte, het ontbreken van alle mensenvrees, dat rondzwerven van de ene oemboelan naar de andere, zij konden slechts slaan op die ene tijger, die ik De Zwerver had ge doopt en waarmee ik nog een appeltje had te schillen. Natuurlijk, ik was er niet zeker van dat hij het was. Daarvoor zou ik eerst de afdrukken van de tatsen hebben moeten zien en bovendien alles wat men van hem wist hebben moeten vergelijken met de ge gevens in mijn zakboekje. Maar toen men de tijger eenmaal Si-Sjetan had genoemd, wist ik dat een verde re identificatie niet nodig was. De Zwerver had naam gemaakt Ik wachtte niet tot men mij om hulp zou roepen. Deze tijger had me zo in de ban, dat ik zonder uitstel Abdoel het toezicht op mijn zaken opdroeg en me begaf naar de oemboelan waar de Zwerver het laatst was gesignaleerd. Zou ik nog getwijfeld hebben, dan zouden de afdrukken van de tatsen, die ik ter plaatse 128 FEUILLETON aantrof en die me inmiddels welbekend waren, me absolute zekerheid hebben gegeven. En de techniek van deze tijger! Men toonde mij een geitenhok op palen, waartegen bij wijze van trap een boomstam met inkepingen was geplaatst. De Zwerver was de trap opgelopen, had het geitenhok opengeslagen en was weer vertrokken met medeneming van een geit. De eigenaar had de volgende ochtend uit nieuwsgierig heid het spoor gevolgd, dat in het droge zand ge makkelijk te volgen was geweest naar de rand van het bos, geen dertig meter van het hok af. Practisch aan de rand van het bos had hij tot z'n grote schrik de restanten van de geit gevonden. Het róók er nog naar tijger! Op nog geen steenworp afstand van een groep gillende en schreeuwende mensen had de grote kat rustig z'n buit verorberd. Ijlings was de man naar de betrekkelijke veiligheid van zijn huisje teruggevlucht. Men had een inheemse jager om assistentie ver zocht. Op zijn aanraden werd het geitenhok versterkt, een hond werd vastgelegd onder het dichtsbijzijnde huis, in de verwachting dat hij aan zou slaan als de tijger in de buurt was. Tegen het vallen van de avond werd in de buurt van het geitenhok een groot vuur ontstoken, waarna de mannen zich in het huis ver zamelden om mét de jager en diens voorlader op de tijger te wachten. Men had genoegelijk z n beker toe broek" geslurpt en naar de sterke verhalen van de jager geluisterd, tot men werd overrompeld door een gil van de hond beneden, door de ruk waarmee de 129 tijger het touw kapot- en bijkans het gehele huisje omvertrok. Toen men over de verlamming van de eerste schrik heen was, had men voorzichtig de deur geopend, maar van de tijger was geen spoor meer te bekennen geweest. Nadat, geheel overbodig, de jager had geconstateerd dat de hond verdwenen was en men eenstemmig had verklaard dat de tijger hem mee moest hebben genomen, was men weer naar binnen gegaan en had men zich na langdurige discussie te ruste gelegd. Om een uur later weer te worden op geschrikt! De Zwerver had aan het hondje niet ge noeg gehad, was doodleuk teruggekomen om met één grote klap van zijn machtige klauw het versterkte geitenhok in te slaan en een geit te bemachtigen. Men had gegild en geschreeuwd, maar de tijger had zich niet laten afschrikken. Met klem had men de jager verzocht iets te doen, zodat deze zich genoodzaakt had gezien met belor en geweer de deur uit te gaan. Daarbuiten had hij beweerd geen tijger te zien, wat overigens een waarheid was als een koe, omdat het geitenhok aan de andere kant van het huis lag. Die zelfde nacht werd besloten, dat de jager de volgende avond in een aanzit zou doorbrengen en de tijger van daaruit zou trachten neer te schieten. Toen echter bleef de tijger weg. De Zwerver had het gevaar blijk baar op de juiste waarde geschat. Toen het mij duidelijk was, dat de Zwerver zijn jachtgebied had verlegd, besloot ik m n geluk op de andere oemboelans te zoeken. Op de eerstvolgende 130 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 11