KUMARASWAMY KAMARAJ Het gebeurde tien maanden geleden, dat wij onze echtgenote moesten afhalen van het Santa Cruz vliegveld in Bombay. Zij was op de terugweg van een snoep reisje naar New Delhi. Op het vliegveld aangekomen troffen wij de gewone chao tische drukte, de normale onverstaanbare kwetterende geluiden uit de luidsprekers, de Boeings 707, Caravelles, de Fokker Friendships op het vliegveld. Business as usual. Maar toen we zagen dat er op het vliegveld een detachement soldaten was, keurig in het gelid en toen we op beleefde maar besliste manier van de restaurant- varanda werden verwijderd begrepen we dat er iets anders aan de hand was. Dit gevoel werd versterkt toen we leden van de Maharashtra regering zagen met flower- leis in hun handen, terwijl ze gekleed gin gen in de voor ons zo bekende lange "Bombay hemd" en dhoti, een dracht waar in men de "moderne" regeerders van de staat Maharashtra maar zelden niet. Er was dus iets bizonders aan de hand. Maar wat? Navraag bij de wachtende reizigers bracht geen oplossing, niemand wist iets, totdat een jonge zakenman me vertelde dat hij er nu zeker van was dat Kumaraswamy Kamaraj werd verwacht. Het kan niet mis sen zo zei hij: "Niemand weet iets, geen bericht in de kranten, soldaten op het vlieg veld en onze regeerders aanstellerig in hun Indian image". Dat kan maar één man zijn, Kamaraj! Hij komt en hij gaat, hij kondigt zijn bezoeken nooit aan, maar op de één of andere manier weten de regeerders al tijd wanneer hij komt. Zij hebben waar schijnlijk een verklikker in New Delhi die hun waarschuwt. Het wés Kamaraj...! Hij kwam met hetzelf de vliegtuig waarmee onze betere helft ar riveerde. Dit betekende alleen maar, dat wij moesten wachten voordat zij het vliegtuig kon verlaten, want eerst moesten de strij kages achter de rug zijn, de soldaten de geweren gepresenteerd hebben en de flo- wer-leis om zijn hals gehangen worden. Vooral dit laatste nam tijd, want Kamaraj is zelfs naar Indiase maatstaven een "boom" van een vent. Bijna twee meter lang en 110 kg; in Bombay hemd en dhoti is hij een meer dan indrukwekkende figuur. Kaalhoof digheid en met een grijze snor lijkt hij wel een US senator, maar dan in een zwarte editie. Hij loopt, alsof hij een ploeg door het bouwland duwt, hij lacht nooit en zegt maar weinig in het openbaar. Zijn stop woord is "parkalam", een Tamil woord voor "wij zullen zien". Kamaraj is ongetrouwd. Hij onderhoudt zijn moeder en ongehuwde zuster. Zijn salaris, hoewel onbekend, is niet be paald in verhouding tot zijn machtspositie. Zijn moeder en zuster leven gewoonweg in armoede. Kamaraj echter ook. Hij woont in een door de Partij betaalde woning in New Delhi. Hij heeft een hut in een dorp in Tamil land, waar zijn moeder en zuster wonen en waar hij soms ook verblijft. Maar meestal zit hij in Madras, bij vrienden. Hij rookt en drinkt niet - wél melk, wat weer echt Noord-Indiaas is. Hij kauwt "pan" - betel - waardoor zijn tanden en lippen altijd rood zijn. Wie uit Indië komt, moet respect hebben wiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiif In het nieuwe Azië komen en gaan 1 de leiders, wier namen wij allemaal 1 zo goed uit de krant kennen. Maar I soms zijn er figuren die nimmer schij- 1 nen op te komen, en ook niet ver- j I dwijnen, maar wier aanwezigheid als een constante macht voortdurend de eerste machten beinvloedt. Zo'n fi- guur is in India Kamaraj, over wie een geboeide toeschouwer het vol- 1 gende vertelt. illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIÏ voor Kamaraj's stijl van "printa aloes", zijn volmaakte beheersing van de "soft coer cion" (geweldloze dwang). Men zegt, dat Kamaraj de hersens heeft van een Bengali, zo sluw is als een Sindhi, zo krachtig is als een Punjabi, zo aristo cratisch is als een Rajput en zo zwijgzaam als een Ghurka. Maar in werkelijkheid is Kamaraj een Tamil uit het Zuiden, een dra- vidian dus, en practisch ongeletterd. En zijn aristocratie wordt direct tegengesproken door het feit dat hij tot de Nadar Kaste behoort. De Nadars zijn een stap boven de Harijens (Parias). Die Kaste houdt zich be zig met het tappen van arèn palmen, waar men Toddy van maakt, een sterke drank zeer geliefd bij de Tamils .Zijn sluwheid wordt niet in twijfel getrokken; zijn oprecht heid evenmin en zijn macht is legendarisch. Hij is niet corrupt; hij is nog steeds een arm man. Wat maakt hem zo machtig? Hij is president van de Congress party. Wat is de Congress party? De Congress party is de grootste partij van India - het heeft 375 zetels van de 500 in de Lokh Saba, het parlement van India. Wat staat de Congress party voor? Zijn het socialisten, communisten, nationalisten, Hindus? Zij zijn niets van dat alles en tege lijkertijd zijn ze alles tegelijk, want zij zijn niet een politieke party, maar een volks beweging. Zij onstond als een "party" ge durende de Engelse overheersing en het had toen maar één doel, de verwijdering v^n de Engelsen. Het motto was toen: "Laat ons niet kletsen over politieke ideo logieën, dat is tijd verknoeien, laat ons dat maar uitstellen tot de Engelsen weg zijn". Er waren dus Hindus en Muzlims, socialisten en Communisten, liberalen en conservatieven, maar ze hadden één ding gemeen: ze waren allen Indiërs. Het was dus bijna te vergelijken met een giganti sche ondergrondse beweging. De leiders uit die tijd waren Ghandi, Jawaharlal Nehru, Subah Chandrah Bose, Satyamurti en vele anderen. Nu de Engelsen weg zijn zou men denken, dat er geen reden meer is voor de Con gress party om te blijven functioneren. De tijd is nu aangebroken om over politieke ideologieën te twisten. Maar Nehru bedacht iets nieuws: "Onze nieuwe vijand is India's armoede en rotzooi". Laat ons niet twisten over ideologieën, totdat wij deze vijand heb ben verslagen. Nehru decreteerde verder: De Congress party heeft besloten dat ge leide economie nodig is om uit de rommel te geraken. Wij slaan dus de socialistische weg in, niet omdat wij Socialisten zijn, maar omdat wij denken dat dit voor deze tijd nodig is. Tot grote vreugde van het Socia listische element in de Congress party en tot woede van de meer conservatieve ele menten in de party en tot teleurstelling van de communistische elementen. Enkelen van hen scheidden zich af van de Congress party en stichtten hun eigen groep. De erosie van de congress party was dus begonnen. Zo ontstonden dus de ideologische partijen zoals de PSP, liefst twee socialistische par tijen, twee ultra rechtse partijen zoals de Jana Sangh en de Swantantra, drie Com munistische partijen, die eigenlijk geen van allen een been aan de grond krijgen, omdat ze elkaar de nek omdraaien op ideologi sche gronden. De Congress partij heeft het voordeel niet te hoeven deelnemen aan die vruchteloze strijd omdat ze voortdurend voor ogen stelt: Wat is goed voor India NU. Het kan ons geen biet schelen wie er ideologisch gelijk heeft. Gelijk hebben geeft ons geen eten. Vandaar dat er grote aantallen Socialisten en Communisten, liberalen en conservatie ven nog steeds trouwe leden zijn van de Congress party. Krishnan Menon is er één van. Heel rechtse en pro-westerse figuren, zoals Patil en Nanda, zijn de hardste schreeu wers om socialisme door te voeren omdat het goed is voor India. En Kamaraj? Wat is zijn rol in deze staal kaart van complicaties? Hoe is hij begon nen en waarom juist hij, die beslist niet past in het normale beeld van de Indiase politicus? Hij is zwijgzaam, hij is bijna niet naar school geweest (hij werd van school geschopt toen hij 11 jaar oud was), hij spreekt geen Engels en bijna geen Hindi. De enige taal, waar hij zich van bedienen kan is Tamil. Hij is dus een "original", schijnbaar onbeinvloed door buitenlandse indeeën. Vandaag zegt hij dat socialisme de enige weg is naar een oplossing en mor gen zegt hij, dat de goudcontrole moet worden opgeheven, omdat kapitaalsvorming daardoor wordt beinvloed in ongunstige zin. Als een goed Hindu rookt hij niet en drinkt hij niet, maar het is niet bekend of hij wel ooit naar de tempel gaat. Hij staat dus tussen die "over-educated" Indiërs met hun Oxford Engels en hun buitenlandse graden als een solitair, onverzettelijk en uniek. Het is botweg onverklaarbaar! Kamaraj werd geboren en groeide op in het Tamil dorp Virudhupatty. De legende gaat dat hij toen hij nog jong was het on gehoorde feit presteerde om een woedend geworden olifant tot kalmte te brengen. Zijn vader was een klapper handelaar en het was te verwachten, dat Kumaraswamy zijn vader zou opvolgen in diens handeltje. Maar hij werd van school gestuurd en was een geboren leider onder de knapen van zijn leeftijd. Op zijn 14de jaar was hij cricket captain van het dorpselftal. Toen hij 15 jaar oud was hoorde hij, dat de Engelsen 379 Indians hadden afgemaakt in Jallianwa- labagh. Vanaf die dag was hij een nationa- Lees verder volg. pag. 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 5