IN MEMORIAM Maria van de Wall-van Noppen Op 6 juli j.l. is overleden na een langdurig, moedig gedragen lijden, Maria van de Wall-van Noppen, we duwe van wijlen de bekende com ponist J. A. van de Wal. Gedurende 63 jaar was zij een grote steun van haar man en de oudere generatie zal zich nog wel haar bril- lante vertolikng herinneren van de hoofdrol in Karina Adinda. Zij was een zeer vitale vrouw en nog steeds hoopte zij om de toneelspe len van haar man weer opnieuw op te voeren, o.a. een opera. Dat heeft niet zo mogen zijn. Er zat te veel aan deze werken vast. Wij eren haar om haar constante, grote liefde voor haar land van ge boorte. Moge zij in vrede rusten naast haar man in Nice, waar beiden de groot ste triomfen hebben gevierd. Vervolg van pag. 5 list. Maar hij was niet actief in politieke zin, totdat hij twee jaar later Ghandi hoorde spreken in een naburig dorp Madurai. Hij kwam zo onder de indruk, dat hij zich on middellijk aansloot bij de Congress party. Hij is lid gebleven sinds die tijd. Zijn eer ste taak was "trommel jongen" waarbij hij door de rijst en suiker-akkers moest lopen om de boeren op te roepen voor de partij- vergaderingen. Zijn eerste grote kans kwam toen in 1923 de vurige Congress leider uit Madras, Sun- darresa Satyamurti hem verzocht zijn as sistent te worden en reiskameraad. Dit was zeker voor die dagen een vreemde, bijna onmogelijke combinatie. Satyamurti was een lichtgekleurde fijn gebouwde Brahmin en Kamaraj een onbehouwen boom van een boerejongen van de laagste Kaste. De be zigheden van het tweetal bestonden hoofd zakelijk uit opruiing en sabotage en het tweetal werd menigmaal achter slot en grendel gezet. Kamaraj heeft 6 maal ge zeten over een totaal van 8 jaar. Door zijn relaties met Satyamurti kregen de Brahmins in de staat van Madras een groot vertrouwen in Kamaraj, en dit ge voegd bij zijn grote populariteit onder de lagere kasten maakte het mogelijk, dat hij werd gekozen tot partijleider in de staat van Madras. De rivalen, de Dravidian party, trachten de Congress party de voet dwars te zetten met hun programma voor een vrij Zuid- India gesepareerd van het Aryse Noorden. Kamarajs populariteit kon de invloed van de Dravidian partij tot een minimum be perken. Zijn grote populariteit bracht hem tenslotte het 1e ministersschap van de staat van Madras na een dramatische verkiezings overwinning over de zeer wilskrachtige Brahmin Rajagopalachari, die ook Congress party lid was. Rajagopalachari heeft deze nederlaag niet kunnen verkroppen en heeft de Congress party in de steek gelaten om de conserva- BELANGRIJKE MEDEDELING De jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders van de Publiciteits- en Handelmaatschappij Tong Tong N.V. zal worden gehouden op zaterdag 13 augustus 1966 te 11.00 uur ten kantore der Vennoot schap, Prins Mauritslaan 36 te 's-Graven- hage. De agenda, het verslag en de balans, ver lies- en winstrekening over 1965 benevens het advies van Commissarissen liggen over eenkomstig art. 28 van de Statuten vanaf maandag 1 augustus a.s. tot na afloop der vergadering ter inzage voor aandeelhouders ten kantore der Vennootschap. Houders van aandelen aan toonder, die de vergadering wensen bij te wonen, zijn ver plicht hun aandelen, dan wel een "Bewijs van Deponering bij een bankinstelling", ui terlijk 10 augustus 1966 tegen ontvangbe wijs te deponeren ten kantore der Ven nootschap. Het re?u strekt tot bewijs van toegang. Aandeelhouders, die op toezending van het jaarverslag 1965 prijs stellen, kunnen dit aan de directie opgeven. DE DIRECTIE 6 tieve Swantantraparty te stichten. Als eerste minister van de staat van Ma dras kon Kamaraj zijn verborgen talenten als politicus eerst recht ontwikkelen. Zijn gedrag als gehoorzaam lid van de Con gress party dicteerde hem een gezicht te vertonen aan de party leiders in New Delhi van onvervalste Congress kampioen: Secu lair en socialistisch, kasteloos, meer Nehru dan Nehru zelf. Thuis in Madras, als eerste minister was hij een honderd procent Tamil, schijnbaar vastbesloten om het Tamil-land te zuiveren van alle niet Tamil-elementen. Volmaakt regionaal en non-seculair. Dit gedrag bleek niet voldoende om de Dravidian party geheel op te ruimen en dezen maakten het Kamaraj duchtig lastig, zo lastig in feite, dat hij besloot om zijn eerste ministerspost eraan te geven. Toen Kamaraj Nehru mededeelde dat hij zich liever bezig hield met partijwerk om toch vooral die Dravidian party de nek om te draaien, nam Nehru dit voorstel met dank baarheid aan. Hiermee kon hij paal en perk stellen aan de groeiende macht van Kama raj. Nehru benoemde hem als president van de partij, een functie welke in Nehru's tijd alleen maar een prestige functie was, een sinecure dus, welke erop neer kwam dat in werkelijkheid Kamaraj werd gedegra deerd tot "djoro toelis" van Nehru, want er was geen twijfel aan het feit, dat Nehru de partijteugels sterk in handen had. Nehru ging verder, want onder het motto de partij administratie te versterken ging hij veel lastposten uit de diverse staatsregeringen weghalen om hen onder te brengen in de partij administratie. En zo gebeurde het, dat Kamaraj voor een poosje van het toneel verdween en men nog minder over hem hoorde dan men van hem gewend was. Maar Kamaraj heeft die "stille periode" in zijn politieke bestaan zeer goed gebruikt. Met het geduld van een tani heeft hij zijn positie in de partij versterkt en als een ware Indiër gewacht. Het is gek maar, meer dan welk volk ook geeft de Indiër op mij de indruk dat hij besef heeft van de eeuwig heid. Ik weet niet precies wat het is, maar er is geen twijfel aan het feit, dat diep in zijn hart hij niet gelooft, maar weet dat hij een deel is van een eeuwig wisselend pro ces. Dat alle tegenslagen en dus ook al het geluk, voorlopig zijn en geen betekenis hebben. Dat alleen prestatie waarde heeft onverschillig of het nu lukt of niet. In dit licht bezien, kan men zich voorstellen hoe kalm en stoicijns Kamaraj Nehru's dic tatoriale ongeduld heeft ondergaan, zijn tijd afwachtend zoals een tani regen afwacht. Toen stierf Nehru... Men herinnert zich wel toen het met Neh ru's gezondheid bergafwaarts ging, men in het Westen allerlei suggestieve artikelen schreef zoals: "After Nehru, what?" Het antwoord was meestal: "Chaos". En ziet, na Nehru kwam er geen chaos, geen burgeroorlog, maar een zeer ordelijke benoeming van een volmaakt onbekende figuur Lal Bahadur Shastri tot eerste minis ter. Men kan zich de scenes in de besloten kring van de Congress party bijna voorstel len: Krishnan Menon, de communist, te genover Rajagopalachari, Nanda tegen over Patil P. C. Sen tegenover Morarji De- sai. ledereen had zo zijn eigen belangetjes. De enige die zweeg en die de tegenstan ders zich moe liet vechten, was Kamaraj, die bijna niet deel nam aan de twisten. Toen iedereen uitgeput was kwam hij met een candidaat waar niemand aan gedacht had. Shastri, de rustige harde werker, vriend van Nehru. ledereen was opgelucht, want Shastri leek nauwelijks een kracht patser en iedereen had zo zijn eigen plan nen om Shastri naar zijn hand te zetten. De Amerikaanse pers maakte zich vrolijk over deze "compromis candidaat" die wel een speelbal zou worden van corruptieve krachten, ledereen had het mis, Shastri was "nobody's fool". Hij was om te beginnen een realist, die niet geloofde, dat wanneer je vriendelijk bent tegen iedereen, dat dat noodzakelijkerwijs inhoudt dat dan ieder een vriendelijk tegen jou zal zijn. Dit was Nehru's stelling. Met als gevolg dat er geen man en geen cent werd besteed aan defensie. De Chinese inval maakte een einde aan die droom, maar nog was Nehru van mening, dat een gewapende macht niet nodig was. Onmiddellijk na Shastris overname vielen de Pakistanis de Ran of Kutch binnen en de Indiërs kregen een duchtig pakslaag en een allesbehalve eervolle vrede werd ge sloten. Shastri stroopte zijn mouwen op en ging aan het werk. De laatste ongeregeld heden tussen India en Pakistan zijn alles behalve gunstig verlopen voor Pakistan en de eenheid in India werd gesmeed zoals nooit te voren. Dat deed die kleine onop vallende Shastri. Maar hij deed nog meer, langzaam aan werd het oude Nehru-pad verlaten. Een bij na onmerkbare tendens naar een meer vrije economie, lang niet overduidelijk en zeker niet openbaar. De bijzonder talrijke socialisten beginnen het in de gaten te krijgen en begonnen zich te roeren. Het was alweer Kamaraj, die "Janus met de twee hoofden" speelde, zoals hij al eerder gedaan had, toen hij eerste minister van de staat Madras was - nonseculair thuis en Lees verder pag. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 6