BUÏÏOtMGD ^S?VVAN HIER EN GUNDER j'/L BIJ DE VOORPLAAT To be or not to be...? Dat is op dit moment DE vraag voor ons. Als "nuchtere'' Westerlingen kunnen we natuurlijk zeggen: De zaak is zus en zo gegaan, hier en daar zitten de zwakke plekken en dus MOEST de boel wel zus en zo aflopen toch...?!! Dat horen we inderdaad van een heleboel al een tiental jaren. Dus ook nu. Maar gelukkig komen we ook uit het Oosten. Het "mystieke" Oosten. Daar kent men heel sterk het tolong-menolong. Maar daar leeft ook nog heel sterk, naast het geloof in de Almachtige die ieders Tijd bepaalt, het bijgeloof. En daarom deze kleine plaatjes op de cover. Dat zijn n.l. een paar van de vele z.g. "Lang- Leven"-symbolen, die men in China en Japan kent. V.l.n.r. De Kraanvogel, Bamboe, Pruim(ebloe- sem), Duif, Schildpad, Pijnboom, Haas, Perzik en tenslotte de Pompelmoes. Heel hoopvol heeft Rogier helemaal bovenaan ook ons Tong Tong symbool gezet. Tobat Allah tobatJe weet maar niet R. Vaste Rubrieken: 2 Van Hier en Gunder 12 MYANA - voor de vrouw 14 Bibits 15 Tonggèrèts 16 Pieker(d)an 18 Ting-Tings Redactioneel: 3 Boeren en Provo's 4 Tentoonstelling Rijksmuseum 5 mijn MAN/mijn VROUW in HOLLAND 6 De Dood alleen Magelhaes en het Rijk Maesa: 7 De Reis Feuilleton: 9 Lang Tijgerpaden Abonnées vertellen: 8 Calypso en Oero-oero De Stille Groet 11 Rond en in de Waroeng Oom Piet vertelt 17 De auto schudde! IN ONS VOLGEND NUMMER: Laatste aflevering van de Erva ringen van een Rimboearts Boekbesprekingen ONAFH. IND. TIJDSCHR. - 11e iAARG. No. 3 Pr. Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tong Tong DenHaag - Tel. 070/542542 - 550749 - Giro 6685 Uitgave: Publ. en Handel Mij Tong Tong N.V. Directie: Tialie Robinson en S. L. F. Catalani Redactie: J. C. Hazewinkel, E. Boon-Derksen, R. J. Boon en M. F. Ebbeler. Verschijnt de 15de en 30ste van iedere maand. Prijs per nummer f 0,85 Abt. Nederi.. kwart, f 4,50; halfj. f 9,—; jaar f 18,Abt. Europa: jaar f 23, Abt. buitenl. (p. jaar en p. tuchtp.): Australië en Nw, Zeeland f 63,Indonesië f 58.Z -Afrika en Z.-Amerika f 48,Canada en V.S. f 39. Suriname en Antillen f 33,Abt buitenl. (p. jaar en p. zeep.): voor alie landen f 28, ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ VOORUITBETALING VERSCHULDIGD. ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN REDENEN GEWEIGERD WORDEN. ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE TROPENGORDEL. 2 DE BRANTAS WAST "Gelijk met deze brief gaat een DONATIE van f 10,naar U toe. Ik moet U echter wél zeggen dat ik t.a.v. de grootte dezer donatie nogal onzeker ben: is zij te klein. In welke orde zouden dus GEMIDDELDE do naties moeten binnenkomen om ons dierbaar blad in leven te houden? Help me eens op weg: is tien pop de man nog te weinig?" Uit een lange brief van A. v G. Als wij "tien pop de man" zouden ont vangen, zouden we gewoon een gat in de grond vallen met onze knieën. Van dank baarheid. Dan is ons voortbestaan tang- goeng enkele jaren gegarandeerd, tenmin ste als de nationale economie geen al te rare duikelingen maakt (wat niemand hoopt natuurlijk). Er is helaas over de vraag of "tien pop de man" veel is, met geen moge lijkheid te discussiëren zonder op zijn minst hooglopende ruzie te krijgen. Sommige mensen zouden zeggen: zitten jullie dan zó diep in de put? Het antwoord is gelukkig: Goddank niet! Wat er met "tien pop de man" binnen zou komen, dekt niet alleen ons betrekkelijk kleine deficit volkomen, maar geeft ons een "armslag" zoals wij in geen jaren gekend hebben. Als U zegt dat dit dan maar zonder bezwaar opgebracht moet worden, omdat het voortbestaan van Tong Tong dit zon der meer waard is en "in deze tijd de lap jes van tien tóch vliegen of het niets is", zegt U echter iets dat helaas naar twee kanten droevig is: voor vele mensen vlie gen de lapjes van tien niet, zelfs de lapjes van 21/2 niet. En om hen denken wij het meest. Ook ken ik mensen die zeggen dat de lapjes van 100 vliegen of het niets is. Dat zijn dan de mensen die er (misschien) dik in zitten, maar juist zij vinden dat maar een droevig verschijnsel, omdat daar im mers uit blijkt dat de lapjes van honderd tegenwoordig veel minder waard zijn dan voorheen. Zelfs met de beste bedoelingen is Uw uitgangspunt fout, want het zegt: als wij de in cijfers berekenbare nood van Tong Tong hoofdelijk omslaan, op welk bedrag de man komen wij dan uit? Want het gaat in de eerste plaats niet om het geld, maar om de bewustheid van verbondenheid, van gemeenschappelijke confrontatie van een nood. Ons werk héét Tong Tong, maar IS ook Tong Tong. De moeilijkheden die wij ondervinden zijn niet alleen zakelijke en locale, maar algemene: het water in de Brantas wast: er dreigt bandjir! Zal ónze kampong alleen overstroomd worden? Dan is de oplossing "gampang": we smeren 'm. Maar de tong tong wil wat anders: dat wij wakker worden en weerbaar. Het is het beroep in houtklank op ons verantwoorde lijkheidsgevoel en onze naastenliefde in ruimere zin. Er is niet alleen geldtekort bij ons, maar in Nederland. Er is inflatie; er is een lelijk deficit in de nationale schatkist. Wij kun nen onmogelijk zeggen: "Ik heb m'n sala risverhoging van 7% te pakken en kan er voorlopig weer mee uit. Dus ik maf ver der!", want het water staat niet alleen aan Uw drempel, maar de héle Brantas wast en wast. Buiten Uw desa raken verbindings wegen afgesloten, zodat er straks geen hulp maar ook geen ontvluchting meer mogelijk is. De stem van de tong-tong waarschuwt niet alleen Uw desa, maar alle desa's rondom. Maar het slaan van de tong-tong hier en Uw reactie erop kunnen een indicatie geven van onze morele weerbaarheid, on ze waakzaamheid, onze opofferingsgezind heid en onze "surplus-werkkracht". In ge meenschappen waar het (schijnbaar) goed gaat, wordt men gemakkelijk onverschillig en egoistisch: de tani denkt alleen aan zijn eigen sawah, de waroenghouder aan zijn waroeng, de mandenvlechter aan zijn man den, de batikker aan zijn sarongs. En ieder van hen brengt alleen maar de voor zijn nering gevraagde arbeid op en zorgt dat zijn eigen budget sluit. Want als ieder voor zichzelf zorgen kan, zijn er geen bedelaars toch en geen rovers? Maar als het water in de Brantas wast, zal de tani moeten helpen mandjes en sa rongs sjouwen, de batikker moet peng- kie's met aarde aandragen en de manden maker zal moeten patjollen alsof zijn leven ervan afhangt. Niemand zal gedwongen worden. Er wordt geen arbeid "hoofdelijk omge slagen". Men snelt naar de meest bedreig de punten en werkt snel en efficient, zon der links of rechts te kijken: Doet die wel genoeg? Is die niet lui? Kunnen wij dat? Ik ben opgegroeid met de vertellingen van Tjang uit Ngoedjang. Ik had die ver haaltjes niet nodig, want Pa verdiende goed en ik was veilig en rijk Europeaan in het rijke en veilige Batavia. Met verloven en periodieke verhogingen en gegaran deerd pensioen. Maar Tjang kon vertellen, joh! Geen sprookjes, geen romantische ver halen, maar "ehhebeurs" van een ontzag lijk aangrijpend romantisch realisme. De Kloet was uitgebarsten, héél héél ver. Maar de lava- en modderstromen deden de Bran tas hier wassen. De wegen verbrokkelden, de spoorlijnen waren weggeslagen, de bruggen weggesleurd. De a.r. was verdron ken, de wedono onbereikbaar... Zij vertelde maar, zij vertelde maar, met haar bevende sing-song-stemmetje in de vallende avond, daar op de bale-bale van het ruime administrateurshuis. En haar half blinde ogen staarden in een andere wereld, waar verleden en heden en toekomst met elkaar vervlochten waren in één patroon: de modder-Brantas waster zullen gele dwergen komen met karbouwenvoeten de spoorbrug is weggeslagenalle men sen zullen veel geld hebben en nochtans arm zijnde karbouwen verdronken en vóór het huis spoelde een reuzenschildpad aan, wel duizend jaar oud, begroeid met moseen grote broedermoord zal komen en niemand zal de vissen uit de Brantas eten, omdat zij zich voeden met mensen bloed Lees verder pag. 16, kolom 1

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 2