GESPREK VAN EEN VROUW EN EEN MAN. VOOR DE VROUW KOKKIES Rijstwinkels: Dear old Tjalie, Het gaat mij zo vréselijk aan het hart nu al maanden lang in Tong Tong te moeten le zen hoe hang je bent ons blad te moeten ver liezen. Het nottoebie zit er technischnog steeds in, ook al maakten de eerste reacties je hoopvoller. En mijn hart doet pijn als ik lees hoe je je tracht te verdedigen in je "zwijgzaamheid" en in de "verveling" die jouw eenzame stem in ons eenzaam blad ZOU veroorzaken (Sic!) Al zoveel maanden verdedig je jezelf en het bestaan van Tong Tong, waar eigenlijk niets te verdedigen valt. Want er is geen ander die in Tong Tong schrijven kan als jij, en het bestaan van ons dierbaar blad hebben we alleen aan jou te danken. Jij - of all people - hoeft je zéker niet te verdedigen. Wanneer ons blad inderdaad moet ophouden te bestaan, dan is dat zeker jouw schuld niet, noch van je dapper groepje medewerkers dat - naar ik meen te weten - practisch con amore zich dagelijks uitslooft. Want het "enige Indische blad ter wereld" IS geen stem van een sociale groep, waaruit journalisten en commentatoren worden voortgebracht, zoals jij dat stelt. Onze stem was de stem van een groep die de innige hoop koesterde hier in Nederland nieuwe interesse te wekken voor de tropen- gordel, en dat dacht te doen op "basis van de nuttige ervaringen in de Gordel van Sma ragd" Ik zeg met opzet: was de stem, omdat het nu alleen nog maar jouw stem is die han- tem-teroes wordt gehoord. De stem van de groep an sich, wordt praktisch niet meer ge hoord. Zelfs de ingezonden stukken worden steeds minder. De "basis" der nuttige erva ringen bleek slechts in onze poëtische herin neringen aan een "gordel van smaragd" te be staan. De nuttigeervaringen worden nog immer bestempeld als "(te) koloniaal" in de ze Nederlandse maatschappij. En hier kom ik dan "to the point": wij kunnen nl. geen NIEUWE interessen wekken, iiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiii AWAS AWAS TOEKANG TJOPET EN MALING Ondanks inbraak In onze toko blijven 1 wij U onze bekende service geven I I Witte de Withstraat 128 1 Telefoon 89438 Slotermeerlaan 125 Telefoon 130362 AMSTERDAM - W. j P.S. Wij verzenden rijsttafel artikelen over de gehele wereld. iiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiNiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiinniiiiiiiii omdat al wat wij hebben een schat van OUDE ervaringen is, waar zelfs onze kinderen be droevend weinig interesse voor hebben en waar zeker geen Nederlander warm voor zal lopen. Handelsbetrekkingen, dat is het enige waar het thans nog omdraait! Actualiteiten en progressieve interessen ha len wij, Tong Tongers uit onze dag- en week bladen. Zij, die nog steeds bezig zijn "nuttig te integreren" in de Nederlandse maatschappij, of zij die het reeds lang gelukt is, zij hebben geen Tong Tong nodig. Zij zijn vaak degenen die niet graag terugzien naar de afstamming van Indonesische groot- of overgrootouders. Maar nu wij! Wij met onze Nederlandse dag- en weekbladen, wij hoeven in onze Tong Tong geen commentaren op Nederlandse of buitenlandse actualiteiten. Zelfs niet met een Indische visie. Wij willen ook geen bezoek om nieuwe interessen te wekken voor ons Indië, dat nooit meer Indië zal heten. De tropengordel heeft immers nieuwe interessen, waarover wij zeker nog niet kunnen oordelen. Wij kenden de "Inlanders' van toen. Maar wij kennen de Indonesiërs van thans niet! En wij met onze tjampoer adoek aan bloed van blanke en bruine voorouders, wij zijn een ras "an sich". En daarover willen wij lezen. Steeds opnieuw, over die tienduizend dingen die ons leven zó zeer beheersten. Over Emma- haven, waar m'n wieg kwam te staan. Over Padang en Zuster Gérardine van de Lagere School. Over Magelang en Wieneke Wapitz uit de 4de klas; Soerabaia en de Goebeng- school met Willy Weyhenke uit de 5e klas; Batavia en de G.L.S. en de vriendjes van de K.W. Ill; Tjikini met zijn Triton en de Wa tergeuzen; van zo heel veel dat ons al die goede oude sobats bracht, waarmee wij nog vaak een clan vormen. Oh ja, zeker zijn wij geïntegreerd" in de Nederlandse maatschappij. Ik persoonlijk noem het liever "opgeslokt"Maar je blijft "anders dan anderen", zoals ook jij, Tjalie, eens door onze goeie ouwe sobat Bert Gart- hoff "te grazen werd genomen". En helaas accepteert men niet wat zich anders dan anderen gedraagt. ZELFS in onze eigen groep! Er zal zéker variatie in stijl en standpunt komen, wanneer jij mijn verhaal zoudt willen opnemen. Want AtlJN ervaringen zijn noch nuttig noch interessant. Zij kunnen echter zeer leesbaar zijn voor al degenen die zich namen en plaatsen uit dezelfde periode herin neren. Gevolg hiervan kan een levendige briefwisseling zijn tussen ouwe sobats, die elkaar in geen tientallen jaren meer zagen. Laat die briefwisseling, via Tong Tong gaan, en je krijgt een weelde van kopij. Wij hebben een Tong Tong nodig om een BAND te be houden in dat kleine groepje van ons, dat uit stervende is. Jij vindt dat een naar woord. Maar het is bittere waarheid. Een voorbeeld? Van Vaders kant is mn grootmoeder een Ja vaanse, mijn grootvader een Hollander, de Jongh uit Botterdam. Mijn vader is dus een "pur sang" Indische jongen. Van moeders kant is mijn overgrootmoeder een Sumatraanse van Nias), mijn overgrootvader een Frans man, Chatelin (die het eerste Nederlandse krantje op Sumatra redigeerde!). Hun doch ter, mijn thans 88-jarige Oma, huwde een Hollander, Jan van Leeuwen uit Tiel. Mijn moeder was dus al niet meer "pur sang" Indisch. Uit haar huwelijk met de Jongh ontsproot mijn Indische persoontje (thans 45 jaar). Ik trouwde een Amsterdammer, en mijn dochter een Brabander. Mijn kleindochter, de vijfde generatie van de nog in leven zijnde Oma van Leeuwen, is zij nog Indisch te noe men? Ik kan het niet meer berekenen. Wél steeds verhalen, van onze voorouders en hun zonnige land. En ze hangen aan mijn lippen, drie stuks van de vijf, die ik in Indië op blote voetjes binnenliet, maar geen interesse voor een Tong Tong waarin zó zwaar op de hand wordt geschreven. Trouwens, die Indische cultuur zegt hun niets. Ze zijn zelfs té tótók om pedis te eten. Maar door Tong Tong kunnen wij, ouderen, onderling een band slaan, die hechter zal wor den door één gemeenschappelijk bezit: onze liefde voor Indië dat thans Indonesië heet. Met vriendelijke groeten, T. VAN HENSBERGEN-DE JONGH Dear forever young Thelma, Mijn moeder vertelde eens van een vrien din van haar, die als jong meisje haar man gevolgd was naar een kleine post in Cen traal Sumatra, waar hij op inspectiereizen vaak van huis was. Zij waren de enige Europeanen. In de nederzetting woonden alleen weinig geciviliseerde kamponglieden. De eerste baby moest komen. Pas toen ik ouder werd, besefte ik wat zelfs vrou wen vaak niet voldoende beseffen: dat elke bevalling voor een vrouw haar confrontatie is met het eeuwige probleem van Leven en Dood. Waar zij alleen voor staat. Zij was "allener" dan ze gehoopt had, want in de negende maand was haar man op een verre inspectiereis; de regens waren door gebroken en geen westerling kan zich zelfs maar een voorstelling maken van wat bin nenwegen zijn in de tropische regenwouden als de zware regens doorkomen. Niets kan meer, niets. De baby moest komen. Hulp was hier niet. De enige redelijke medische bijstand moest gezocht worden in een onderne- mingshospitaaltje achter de bergen: een reis van twee dagen. Er was niemand om mee te praten. In haar eentje moest ze alle "kanniets" koel en ernstig overwegen. Een jong en "dom" Indisch stadsmeisje in de oetan. Toen de tijd gekomen was, ging ze op reis. In een tandoe een mars van zes-en-twintig uren door de bergen. En na een voorspoedige bevalling was ze op tijd weer terug om haar man stralend van geluk en trots te verwelkomen. Tong Tong, mevrouw, MOET BAREN. Alle discussies over wat het kind moet zijn, zijn SECUNDAIR. Eerst moet de "erfenis" tot Lees verder volg. pag., onderaan 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 12