ik WAT IS ISLAAM? 8 Toen ik het stapeltje artikelen van de heer Mellema in handen kreeg, bestemd voor plaatsing in Tong Tong, op ons eerste verzoek spontaan en geheel belangeloos ter be schikking gesteld, begon ik ze te lezen als alle andere aangeboden "leerzame copy", meer in het bijzonder als alle andere studies over de Islam. Moeilijk? Te moeilijk? Inte ressant? Vlot geschreven? Reeds de eerste regels kegelden deze houding volkomen omver: "Islam is godsdienst, godsdienst zonder meer. Niet "een" godsdienst, ook niet "de" godsdienst, maar eenvoudig "godsdienst". Deze uitleg had ik nimmer tevoren ergens ontmoet; daardoor was de Islam voor mij altijd een faqade gebleven waar ik tegenaan keek. Bij mijn laatste bezoek aan Indonesië maakte ik opnieuw kennis met de Islam en voelde dat de revolutie daar gedragen werd door een andere geestesgesteldheid dan b.v. de Franse en Russische revolutie. Ook nam ik waar een intenser beleden geloof dan vóór de oorlog, maar deze twee verschillende waarnemingen kon ik niet tesamen brengen. De eerste woorden van het eerste artikel van de Heer Mellema openden mijn ogen plotseling geheel, deze revolutie wordt door mensen "bedreven" met een geheel andere levensbeschouwing dan de volgelingen van Robespierre of Lenin. Hier spelen de Rede, de Ideologie, de Machtswisseling géén rol van betekenis, is de revolutie geen "mensen maakwerk", maar een voltrekking van een Hogere Beschikking. Men is zich daarvan vaak in het geheel niet bewust, de feiten voltrekken zich langs b.v. "optisch onloochenbare" conflicten tussen communisten en anti-communisten, maar in alle waarneembare conflicten zijn Mensen betrokken. En déze mensen hebben een levensbeschouwing waarin God een allesomvattende Leiding heeft. Men trekke hieruit vooral niet de verkeerde conclusie dat de revolutie een Islamitische beweging is. ALLE Indonesiërs, ook Christenen en Boeddhisten, hebben een dieper Godsbesef dan over het algemeen westerlingen. Dit wordt dan vaak fatalisme genoemd. En ook met dit woord zitten wij dan helaas met een westerse interpretatie die de oosterse niet dekt. Wij hopen dat de lezer door de artikelen van Mellema zich opnieuw en beter leert orienteren in "de Aziatische geest", want déze is de sleutel tot inzicht en begrip, niet de eindeloze speculatieve afweging van politieke en economische mogelijkheden. T.R. door R. L. Mellema, lit. ind. drs Deze vraag werd mij voorgelegd door de redactie van "Tong Tong". Hierop in kort bestek een bevredigend antwoord te geven zal niet gemakkelijk zijn. Denkt u zich er eens in, dat men u zou vragen om in enkele kolommen druks duidelijk te maken wat Christendom is? De overdenking of beantwoording van deze laatste vraag gaarne aan u zelf overlatende, wil ik in de volgende bijdragen een poging doen om een antwoord te geven op de vraag "Wat is Islaam", zoals een Muslim, een belijder van Islaam, dat zou kunnen geven. De zo bekende term "Mohamme daan", die in de Christelijke wereld is ontstaan, hoort in de Islaam niet thuis. Een Muslim eert weliswaar de Profeet Mohammad, maar aanbidt hem niet. Een Muslim aanbidt slechts zijn Schepper, de Schepper van het Heelal, door hem Allah, door anderen God genoemd. Op de vraag "Wat is Islaam" zou een Muslim antwoorden: Islaam is godsdienst, godsdienst zonder meer. Niet "een" gods dienst, ook niet "de" godsdienst (bij uit stek), maar eenvoudig "godsdienst". Deze simpele formulering is als het ware sym bolisch voor de ongecompliceerdheid van het Islamietische geloof. "Godsdienst" is tenslotte niets anders dan het dienen van God en de betekenis van het woord "Is laam", nml. het zich toevertrouwen aan God, sluit hier geheel bij aan. "Zich toe vertrouwen aan God", "zich in dienst stel len van God" wil niet zeggen, dat de mens daarmede een willoos werktuig van de goddelijke voorzienigheid zou zijn. Integen deel, juist door de "vrije wil" onderscheidt de mens zich van de "natuur". "Overgave aan GodsWil" betekent voor 'n Muslim, dat hij zich in zijn handelingen laat leiden door hetgeen hem als Gods Wil is geopenbaard. Om Gods openbaring te kennen is daar voor de Muslim het "Boek", de Heilige Qor'aan, waarvan de allereerste regels een gebed zijn om de rechte weg te gaan in plaats van zich op dwaalwegen te begeven. De rechte weg is voor de mens in de al lereerste plaats het zich bewust zijn van zijn Schepper, aan Wie hij zijn bestaan op aarde heeft te danken. Een geloofsvoorstelling die de Islaam ge heel en al beheerst, is dan ook het geloof aan een hogere macht, een scheppende, ordenende macht, die een muslim Allah noemt, die de Joden JHWH, de Christenen God, Dio of Dieu of nog anders noemen. Allah is de Almachtige Schepper van al het zijnde, zowel van de Kosmos, als hoedanig hij "Rabb-ul'alamin", Heer der Werelden heet, als van de "Natuur". Het is in de "Na tuur" en in "Het Boek", dat Allah zich heeft geopenbaard, zulks in tegenstelling tot de Christelijke leer, of liever de leer van de Christelijke Kerk, luidende, dat God zich heeft geopenbaard in "Zijn Zoon". Dit dog ma van het toekennen van "Een Zoon" kan de Islaam niet aanvaarden. Hfdst. 112 van de Qor'aan zegt hieromtrent: "Allah is Eén. Hij heeft aan zichzelf genoeg en is eeuwig. Hij verwekt niet, noch is Hij ver wekt. Niemand is Hem gelijkwaardig". De Islaam ziet God wel als een "Vader", maar dan als de Vader van de gehele mensheid en trekt daaruit de noodzakelijke consequentie, dat alle mensen "elkanders broeders" zijn. Hierin sluit de Islaam zich weer aan bij andere godsdiensten. Maar de consequentie van het "elkanders broe ders" zijn, nml. de afwezigheid van discri minatie tussen mensen op grond van ras, kleur, afkomst of geboorte heeft alleen nog de Islaam kunnen verwezenlijken. Bij de schepping heeft God in het heelal een vaste orde en een schone doelmatig heid gelegd, waardoor de mens, die op merkzaam is en zijn verstand gebruikt op merkzaam wordt gemaakt op zijn Almacht en Zijn Verhevenheid. De orde, door God aan de Natuur toegekend, ziet de mens als "natuurwetten". Natuurwetten zijn dus voor een muslim een uiting van Gods ab solute Wil. De natuur kan niet anders dan God gehoorzamen, de natuur is aan vaste regels gebonden. De mens, die anders dan de natuur een "vrije wil" heeft meege kregen, kan alleen ongehoorzaam zijn. De wetten, die de natuur beheersen zijn slechts voor een klein deel aan de mens bekend. Er zijn er die duidelijk tot een ieder spreken, zo bv. de wet dat vuur verbrandt hetgeen er mee in aanraking komt. Als nu een mens zijn hand in het vuur steekt en daar door een brandwond krijgt, is de interpre tatie, zoals de Qor'aan geeft, dat met de verbranding Gods Wil in werking is ge treden. Dat de mens zijn hand in het vuur stak, is een gevolg van de aan de mens gegeven 'vrije wil" of liever "vrije keuze". Immers hij behoefde het niet te doen, maar eenmaal tot de daad overgegaan, treedt de natuurwet of m.a.w. Gods Wil onverbid delijk in werking. Dat vuur brandt is een eenvoudige natuurwet, die een kind reeds leert. Maar er zijn vele andere wetten, waarvan sommige zeer diep verborgen zijn. Het is nu de plicht van iedere muslim-man en muslim-vrouw (muslimah) om deze ver borgen wetten te ontdekken, om de natuur te doorvorsen en te onderzoeken. En de uitkomsten van dat onderzoek, zo leert de Islaam, dient de mens aan te wenden tot het welzijn van de mensheid: tot nut van zichzelf en van zijn medemens, nimmer ten nadele. Met de hem geschonken vrijheid kan de mens zijn verworven kennis ook aanwenden tot vernietiging van zijn mede mens. Maar vrijheid zonder verantwoorde lijkheid is ondenkbaar. Door de hem toe- OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOCg O VERKLARING BIJ DE CALLIGRAFISCHE O TEKST IN DE TITEL VAN DIT ARTIKEL, O O Deze tekst staat boven elk nieuw hoofd- O x stuk van de Qur'aan, en wordt bovendien g x gebruikt bij het begin van elk werk. Men g O ,eze: O X Bismillahi rrahmani rrahim, d.i. In naam q q van Allah, de Barmhartige, de Genadige, q O O DOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 4