WAT IS ISLAAM? door R. L. MELLEMA, lit. ind. drs. ik "De TT-lezers wordt de Islaam telkens weer opgedrongen", schrijft Mevr. Overduyn, een mening die door meer lezers wordt gedeeld. Wie over Indië of Indonesië schrijft, wie Azië ziet als "background" van dit land, kan het religieuze en sociale element van de Islaam even moeilijk mijden als de bergen, de koraalzeeën, de oetan, de heel aparte folklore en zeden van het volk. Wie essentiële kenmerken vermijden wil, maakt structuurfouten in zijn visie op die Oosterse landen en volken. Islaam is een van de vele sleutels tot een beter begrip van onszelf omtrent het Oosten. 80% Van de vele wrijvingen en conflicten tussen Oost en West is veroorzaakt door oppervlakkige waarneming en beoordeling van Oosterlingen. Zij hebben een andere be nadering van de problematiek van goed en kwaad, mag-wel en mag-niet, die wij moeten kennen. Daar is dan verder het aspect van de gastvrijheid en wérkelijke menselijkheid. Eeuwen lang zijn Muslims als handelaar, student, diplomaat, reiziger gast geweest in Europa zónder zich te ergeren aan religieuze gebruiken hier. Aan argeloos gedane uitspraken die hun religieus gevoel misschien kwetsten. Er is nooit twist geweest. Niet omdat óns geloof superieur zou zijn, maar omdat hun verdraagzaamheid en beleefdheid superieur waren. In ons blad zijn Muslims gast. Laat ons op zijn minst beleefd naar hun luisteren. Misschien kunnen wij wat leren. Maar zeker leggen wij daarmee een goede humanitaire belangstelling aan den dag. Dit is Hollands! Holland is eeuwen lang gastvrij geweest t.a.v. andersdenkenden en heeft daarmee voor ons Nederlandse denken tal van prachtig opbouwende ideeën aan getrokken. Tong Tong dient een goede traditie. Heb althans voor een paar artikeltjes nu en dan een beetje toegeeflijkheid en bedenk verder dat de majoriteit van onze lezerskring de Islaam-artikelen op zeer hoge prijs stelt. RED. EEN NIEUWE BOODSCHAP AAN DE MENSHEID. De nieuwe boodschap, die Mohammad aan de mensheid bracht, was de verkondiging, dat het leven van elk mens, die wordt geboren, een schepping Gods is. Het in het kind ontwaakte leven, ook "ziel" genoemd, is de mens als een goddelijk geschenk toever trouwd. Daar God niet anders dan als het "Goede" is te denken, houdt dit in, dat de mens van nature, als zijnde van goddelijke herkomst, ook goed moet zijn. De gedachte, dat een kind, dat het levens licht aanschouwt, nimmer schuldig kan zijn aan enige "zonde", was in het milieu en in de tijd, waarin Mohammad leefde, nog niet eerder uitgesproken. Immers, in vele bestaande godsdiensten en geloofsvoorstellingen onder zeer uiteen wo nende volken speelde de idee, dat de stam vader, dan wel de "eerste mens" door ongehoorzaamheid aan een goddelijke op dracht eenmaal had gezondigd, een min of meer belangrijke rol. Alle nakomelingen van zo'n stamvader zouden vervolgens delen in die zonde. Het zondebesef werd soms zo sterk beleeft, dat het als een integrerend deel van de mens werd beschouwd. Zo werd dan de mens geboren in "zonde", leefde hij in "zonde" en zou sterven in "zonde', ware het niet dat hij tijdig maat regelen had genomen om zich er van te bevrijden, zich te verlossen. Een alom ver breid en overbekend middel ter verlossing was het brengen van een offer, soms een bloemoffer of een wierook offer, maar ook kwam wel een huisdier er voor in aan merking om geofferd te worden. Zo'n offer dier werd óf gedood, dan wel de woestijn ingejaagd, hetgeen er op neer kwam, dat het door gebrek aan drinken en voedsel jammerlijk zou omkomen. Maar dit offerdier was de drager geworden van de "zonden" van zijn meester en door zijn dood had de met zonde beladen "zondebok" hem daar van verlost. Er zijn ook voorbeelden te vin den dat een mens werd geofferd en dat het bloed van het zoenoffer dan de gehele samenleving kon verlossen van de op haar rustende "zonde". Hoe aanzienlijker zulk een mens was, des te effectvoller was het offer en de grootste uitwerking moest wel het offer hebben van een mens, die men zou kunnen beschouwen als een geïncar neerde god. Dit soort plaatsvervangend offer: een ander laten lijden om er zelf beter van te worden, wijst de Islaam krachtig af. Mohammad kon zich niet voorstellen, hoe de ene mens van de gevolgen van verkeerde daden kan wor den gevrijwaard door het lijden van een ander mens, die er niets mee te maken heeft. Een en ander wordt nog begrijpe lijker, wanneer men weet, dat volgens de Islaam "zonde" nimmer een voorouderlijk erfdeel kan zijn, maar gezien moet worden als een verworven hoedanigheid. De mens komt zondeloos ter wereld, doch is dan nog te vergelijken met een onbeschreven blad. Hij zal zijn blad zelf moeten invullen, al naar hij meer en meer volwassen wordt en tot ontplooiing komt. Gelijk alles in de natuur bezit ook de mens zekere latente eigenschappen, die tot ontwikkeling moeten komen. Die ontwikkeling kan plaats hebben onder gunstige of ongunstige omstandig heden. Maar de mens heeft de vrijheid om die omstandigheden te beinvloeden. Hij is in staat om persoonlijk in te grijpen in de ontwikkeling van de aanvankelijke in hem sluimerende potenties. Hij kan de weg van de zonde opgaan; hij kan ook het pad van de deugd bewandelen. Qor'aan 76 3 zegt: (Bismillahi rrahmani rrahim, d.i. In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadige.) "Wij hebben hem (de mens) de weg ge wezen; hij kan het aannemen of verwerpen" Maar hoe de mens zich ook ontwikkelt, hij zelf heeft het te doen; hij zelf heeft er aan mede te werken. Zelf heeft hij zich voor zonde of verkeerde daden te behoeden en indien hij dat niet doet, dan rust de verant woording op hem zelf en op hem alleen. Nimmer kan hij zich van de gevolgen van een zonde bevrijden door een andere daar voor leed te doen ondergaan. De profeet Mohammad heeft er steeds op gewezen, dat godsdienst een wijze van leven is, die het edele en het goede, dat in elk mens aanwezig is, naar boven moet brengen. Daartoe dient de mens zijn ver stand te gebruiken. Het is niet voor niets dat de mens de rede heeft gekregen, want dit is het juist wat hem onderscheidt van de redeloze natuur. Behalve de rede is de mens ook bedeeld met hartstochten en driften. Die hartstochten kan hij wederom misbruiken, dan wel ten goede aanwenden. In hun meest primitieve vorm kunnen zij de mens slechter en wreder maken dan wilde beesten. Het streven van de mens moet zijn om zijn hartstochten te verede len. Dat dit mogelijk is, daarvan geeft de natuur vele voorbeelden. Wij kunnen er getuige van zijn hoe schoonheid kan ont springen uit lelijkheid en vuil. De water lelie en de lotus bloeien op uit een modder poel, maar die poel en die modder zijn noodwendig voor de ontluiking van de schoonheid. Met andere woorden: de Is laam leert - en dit is op zich zelf niets bijzonders, maar de Islaam legt er de volle nadruk op - dat zonder het lagere het ho gere niet kan bestaan. Met vele andere godsdiensten ziet ook de Islaam de mate rie of het lichaam als het lagere, de geest als het hogere. Maar in tegenstelling tot andere godsdiensten leert de Islaam, dat de stof, de materie, soms ook aangeduid als "het vlees", niet kan worden ontkend of gedood, maar gezien moet worden als een kweekbed voor het schone en het goede. En om het nog eens te herhalen: de mogelijkheid om het goede te bereiken, om een beter mens te worden, is in elk mens aanwezig vanaf zijn geboorte. Alleen moet de mens er zelf voor werken. God is en schoon en edel zonder meer. De mens bezit geen schoonheid en goed heid als van zelf sprekende eigenschappen. Maar in Zijn Wijsheid heeft God de mens de mogelijkheid gegeven om deel te heb ben aan schoonheid en goedheid door ei gen wil en eigen inspanning. De Islaam is een godsdienst waarin alles op de mens zelf aankomt. De Islaam kent geen pries terschap, die bemiddelend op kan treden en de zwakke bijstaan. Het spreekt wel van Lees verder volg. pagina 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 5