TWEE REUZEN Kort geleden "sneuvelden" twee Indische jongens van groot formaat "op het veld van eer". Men vergeve ons deze stoute beeldspraak; wij menen het woord voor woord: tot hun laatste levensdag zijn beide met de volle inzet van hun persoonlijkheid, met grote moed en onvermoeibare marsvaardigheid de levensweg gegaan die voor hen uitgestippeld was: Hans Maurenbrecher de Jager en Wijnand Jan van der Eb de Bouwer. Het was eigenlijk niet eens meer zo verdrietig dat de Nederlandse pers aan het verscheiden van deze twee bijzondere mannen nauwelijks aandacht besteedde. We vonden resp. de broer Ton Maurenbrecher en studiegenoot ir. A. Segond von Banchet gaarne bereid over hun makker te schrijven. Beide "memento's" munten uit door toepasselijkheid: voor Han een ode, voor Wijnand Jan een mathematische constructie. Tong Tong's hulde aan beide schrijvers. Er zijn bij alle grootheid merkwaardige contrasten, de Indo typerend én de Mens typerend, in deze twee figuren waar te nemen. Han was het d'Artagnan type: romantisch, avontuurlijk, stormachtig (zijn kalmte en grondigheid was alleen de techniek om zijn wil zo efficient mogelijk te leiden), eeuwig "on the move", De Beweging. Van der Eb: De Soliditeit, het "Hier ben ik - hier blijf ik - hier bouw ik"-type. Voor beide bestond geen rust. Ik zag Van der Eb het laatst vijf jaren geleden, zijn machtig brein eeuwig zoekend naar nieuwe constructies, geladen met ontembare werkkracht, zijn geest zoekend naar eveneens onmetelijke termein van de Constructie in de natuur lijke en bovennatuurlijke wereld. En vaak somber gestemd omdat zijn leven eindig was: hij kon nog zo ontzettend veel dóen! Van der Eb heeft een graf ergens in Nederland. Men zal het nauwelijks kennen, maar hij heeft een groot aantal onsterfelijke monumenten gebouwd: de vele bruggen die zijn nagelmerk op de historie van Nederland hebben gedrukt. Nog vele generaties na deze zullen Indo's, rijdend over deze bruggen, met trots denken: dit heeft een Indo gebouwd! Zoals nog vele generaties Indonesiërs in West Java van de Tjisomang brug zullen weten: dit heeft een Indo gebouwd. Hij zal niet sterven. Han Maurenbrecher heeft géén graf. Zijn gebeente rust ergens op de bodem van een koraalzee, waar eens een Tasman voer. De oceaanbodem is het massagraf van duizenden stoutmoedige Nederlandse ontdekkers en zwervers, van ongetelde Indonesische zee vaarders die eens de halve wereld bezeilden tussen Madagascar en Mexico. Bij hen is Han "thuis": dit is het enige graf dat hem past. Wie de Natuur kent, kent Han. Wij overlevenden, kunnen voorkeur hebben voor de ene levenshouding of de andere, maar wij zijn allemaal één van beide. Dus broeders. Dat ook wij de standvastigheid, moed en werkzaamheid mogen opbrengen die deze twee prachtkerels sierden tot hun laatste ademtocht. Hun wieg stond in ons Indië. Hun bloed was niet "vol", maar zó vol was hun geest dat zij fonteinde over de wereld! Hormat! Hormat! Hormatl Han en Wijnand Jan, tot ziens! T.R. HANS MAURENBRECHER Een eenzame figuur. Steeds boedjang ge bleven omdat hij alleen houden kon van een vrouw die aan zijn idealen beantwoord de. En die waren te hoog. Charmant en ridderlijk was zijn houding tegenover iedere vrouw. Hij bewoog zich gemakkelijk in ieder gezelschap met een rustige zekerheid. Do minerend. Een sterke kerel, groot athleet, schermer, hockeyer, zwemmer (eens Java- kampioen), skiër, jager (ook onder water), vlieger, scherpschutter, zeiler. Altijd even bescheiden niettegenstaande dozen vol prijzen en medailles. Geen wonder, dat de meisjes weg van hem waren. Op jacht was hij 't altijd, die aanvoel de waar de bagongs zaten en waar ze zouden uitbreken. Als zijn Winchester .32 Special en later zijn Sauer ,30-'06 knalde, dan was het "hebben". In zijn jachtboek stonden alle gedane scho ten aangetekend, raak of mis, met alle bijzonderheden, zoals afstand, lopend of stilstaand wild, weer, tijd van de dag, noem maar op. Aan de hand hiervan ontwierp hij grafieken, waaruit hij conclusies trok en die toepaste op zijn schiet- en jachttech niek. Hij construeerde een "varkensklokje" uit een oude wekker, dat aangaf, hoe laat een bepaald varken uit zijn galoer kwam en hoe laat hij terugkeerde. Hiermee ont dekte hij, dat vele varkens twee maal per nacht uitkwamen en dat binnen zeer nauwe tijdgrenzen. Vandaar, dat hij diverse malen een varken op bestelling leverde voor een saté-fuif en binnen het uur uit en thuis was. Waarop velen dachten, dat hij een "ilmoe" had. Hah! Gewoon toegepaste techniek en goede, logische werkende hersens. Altijd recht door zee, wars van intriges en poli tiek. Toch kon hij door zijn charme mees terlijk omgaan met intriganten en politici (ze echter niet over één kam scherend). En, zoals het dan gaat, iedereen bewon derde hem, maar het was niet steeds we derkerig, hoewel hij te beleefd was om dat te laten merken. Hij had altijd geluk, speciaal als jacht- vlieger en als jager. Ook bij sweepstakes aan boord gokte hij meestal raak. Ik geloof niet, dat het altijd maar dom geluk was. Meestal was het een juist aanvoelen van de situatie en 't tegen elkaar afwegen van mogelijkheden. En dan was hij snel in 't grijpen van de kans. Sneller dan een ander vanwege zijn fenomenale reactievermogen. Voor de minder begaafden was de ver klaring dan: "geluk". Wat is dat eigenlijk? Ik zeg, dat hij een machtige beschermengel had. Die heeft iedereen, maar hij had er een van betoel hoge rang, die hem deed aanvoelen hoe ver hij kon gaan, en dat was heel wat verder dan een ander. Maar dan gebeurt er toch ineens dat ene, waar je zelfs als reus, als held niet tegenop kèn. Zo ging het ook met deze zeiltocht. Tot in de puntjes voorbereid, de boot met zorg en verstand van zaken gekozen. De uitrusting subliem, alles met dubbele veiligheid. Hij was niet uit op een onverantwoordelijke stunt, maar op een weldoordachte een- mans-expeditie, even grondig voorbereid en uitgevoerd als een beklimming van de Mount Everest. Waarom alléén? Omdat 't alleen doen 't uiterste van de mens vraagt. Besef dit goed: alles moet je zelf doen. Hij, die in een pikdonker djatibos alléén op de grond ging zitten, met zijn rug tegen een boom, wetend dat er een panter in de buurt was. Waarom? Om de angst te over winnen. (ervaren panterjagers zullen zeg gen: "Waarvoor angst?, een panter doet je niks". Ja, maar dat wist hij toén nog niet. De angst was er en die moest overwonnen worden, niet die stomme panter). Hij groeide een paar kilometer in die nacht. Hij zocht naar de grote stilte. Om daarin te kunnen horen het antwoord op de men selijke vragen: Waar kom ik vandaan, waar om ben ik hier, waarheen ga ik? Waarom, waarom, waarom. De lui, die daar op het antwoord dachten te weten, of het vermoedden, keek hij aan met zijn heldere blauwe ogen en dan vroeg hij om bewijs. Die dingen kun je niet bewijzen. Met zijn exacte wetenschappelijke op voeding hechtte hij veel waarde aan het onomstotelijke bewijs. Maar toch hunkerde hij naar 't wéten, zonder bewijs. Hij zocht en zocht. De halve wereld om. Hier in Nieuw Zeeland vond hij de weg. De weg van Liefde. Eerst de menselijke liefde en daardoor het grote begrip van de Godde lijke LIEFDE. Hij werd gevoeliger voor Cosmische invloe den. De Cosmische Kracht, die steeds in groter mate op onze aarde inwerkt, op goed, maar ook op kwaad, werd door deze menselijke magneet aangetrokken. Hij was voorbereid, hij was gereed. Toen had zijn verblijf op aarde geen zin meer. Hij verliet zijn medestervelingen op het hoogtepunt van zijn leven. Is er iets schoners denkbaar? TON MAURENBRECHER NOOT: Han vertrok in juli met het 9 m. jacht "Takébora" (naam van een Soembaas liedje: take vlerk, bora boeg: totaal vermoedelijk: schip) van Nederland, stak de Atlantische oceaan over en na Panama de Pacific. Van Nw. Zealand en Brisbane aanvaardde hij de terugtocht door de Tasmanzee, maar kwam in een storm om het leven. Juni 1966. Ir. WIJNAND JAN VAN DER EB In de nacht van 10 op 11 augustus is te Den Haag overleden ir. W. J. van der Eb, Hoofdingenieur A bij de Rijkswaterstaat Di rectie Bruggen op de leeftijd van 62 jaar. In Ir. van der Eb gaat een bruggenbou wer verloren die zijn stempel heeft gedrukt op alle grote werken na zijn indiensttre ding in 1954 en ook tijdens zijn werkzaam heid bij TNO van 1947 tot medio 1954. Lees verder volg. pagina 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 8