HET SPOOKSCHILDERIJ Portret van Hetty Frederickson-Mulder. Zij is een mooie vrouw, recht, slank, groot, een Noors type, ai heeft ze van vaders zijde "ver terug" Dayaks bloed in de aderen. Draagt haar onopvallende kleding met opvallende gracie. Kijkt je recht in de ogen. Zelfverzekerd, ongekunsteld. Ze werd 45 jaar geleden in Tegal gebo ren. Op haar zestiende jaar (kort vóór de oorlog) naar Nederland. Middelbare studie, verzetsstrijd, huwelijk. Na de oorlog een tegenstaand Holland. Emigreert met twee kleine zoons naar Canada. Harde tijd. Her trouwt. Heeft nu een kunstschool in Chilli- wack, B.C. In het huis 342 Williamstr. North. Dat is het huis Hetty voelde zich er direct toe aange trokken, maar het was niet te koop. Een ander huis werd gekocht en toen kwam dit huis vrij. Eerste koop ongedaan ge maakt; in het verlangde huis getrokken. Oud huis. Van 1912. Houten opbouw. Cu rieus torentje in de gevel. Er werden 's avonds wei eens voetstappen gehoord, le dereen lachte erom. "We wonen in een spookhuis! Leuk!" Van een bepaalde ka mer ging de deur altijd vanzelf open. Ver velend. Met een loper definitief op slot gedaan. Het was toch een saaie, ongebruik te kamer. En loodzwaar ijzeren bed, een ladenkast, een tafel en wat stoelen. Oude gordijnen. Toen Hetty er op een dag toch even zijn moest, stond het bed midden in de kamer. De laden van de ladenkast waren alle half uitgetrokken. Wie heeft dat gedaan? Nie mand had het gedaan. "Het spook!" Men lachte. Maar het gebeurde telkens weer. Dat loodzware bed! Hoe kon het geruis loos verplaatst worden! De poten stonden in rubber sokkeltjes. Deze bleven altijd staan. Alleen het bed ging "op de wandel". Altijd waren de laden half uitgetrokken Hetty was vaak alleen thuis. Haar man is lumber-salvager, die langs kusten en ri vieren zwerft om weggedreven houtstam- men op te sporen. Een avontuurlijk leven. Zoons uit huis. Hetty kreeg nu ook dromen: altijd de zelfde; midden in de kamer ligt een vrouw in doodsangst op de grond, in een gewone rode jurk met gele bloemen. Er waait een stormwind en vlokken lawa-lawa vliegen langs haar heen. Ze heeft de handen in afweer opgeheven; haar ogen zijn wijd opengesperd. Het lichaam is perkament achtig verschrompeld. Alsof de vrouw ge deeltelijk gemummificeerd is. Haar ontzet tende angst deelt zich aan Hetty mede. Die recht overeind veert in bed. Dan is het over. Ze steekt een sigaret op. Gaat na een poosje weer kalm slapen. Als deze droom vaker terugkomt, spreekt ze er met kennissen over. In dat huis blij ken twee zelfmoorden plaats gehad te heb ben. Ook moet er een vrouw in dat huis vermoord zijn en begraven in een dicht gemetselde schoorsteen. Haar schoorsteen is inderdaad dichtge metseld. Hetty dwaalt door het huis. Zou er iets in dat torentje zijn? Ze breekt de deur open. En daar ziet ze de vlokken lawa- lawa uit haar nachtmerrie. Het blijkt isola- tiestof te zijn, losgevallen uit het dak van het sinds vele jaren afgesloten torentje. Hetty gaat nu beslist op zoek naar "de geest". Ze schildert. Ze wil deze geest zien en schilderen. Drie nachten achtereen zit ze de hele nacht op in de spookkamer met een kaarsje. Wachtend. Er gebeurt niets. Pas op de derde nacht ziet ze een vage gedaante tegen het raam staan. Is het verbeelding? Is het een lichtspeling? Later ziet ze het nog een keer, maar tot een duidelijke manifestatie komt het verder niet. Dan besluit Hetty de verschijning te schil deren, een "gelaat" erbij fantaserend. Het gezicht komt niet af. Maar het is toch een goed schilderij al zo. Ze legt het werk neer en doet ander werk. Verbeeldt ze het zich? Telkens als ze later naar het schil derij kijkt, is het of er iets aan het gezicht veranderd is. Hetty gaat kalm van dag op dag foto's maken. Zij zou zich iets kunnen inbeelden, maar foto's liegen niet. De foto's liegen inderdaad niet. Zij vertonen inderdaad telkens weer een iets anders gezicht. De neusvorm verandert, de lengte van de bovenlip, de tekening van het jukbeen. De in het duister gehouden linker gelaatshelft krijgt toch expressie. Het lijkt soms het gezicht van een vrouw, dan weer van een man. Soms dat van een mon gool, dan van een Indiaan. Soms treedt de schrikfiguur buiten de gordijnen. Ze laat die foto's aan kennissen zien en dan wordt de nationale pers wakker. Ze wordt gewoon bestormd door fotografen en journalisten. Ze slaan aan het meten met linealen, ze maken duizend foto's. Maar die liegen er niet om. Inderdaad verandert het spookgezicht voortdurend. Bij dit alles is Hetty geen moment ner veus of bang. Met verlof in Nederland zoekt ze professor Ten Haaff op, hoogleraar in de para-psychologie. Die vindt dit alles géén "lariekoek", gaat het schilderij zorg vuldig analyseren, geeft advies hoe het verschijnsel verder nóg exacter gecontro leerd moet worden. "Als ik terugga", zegt Hetty, "ga ik die schoorsteen slopen. Ik móet er het mijne van hebben!" Hetty schildert op een merkwaardige wij ze. De moderne scholen interesseren haar niets. Ze heeft een eenvoudig kleurengam ma, maar schildert altijd met sprekende contrasten. Haar landschappen en mensen figuren zijn uitermate expressief. Hoewel ze "verzonnen" zijn, lijken de portretten naar de werkelijkheid geschilderd. Hebben alle een geladen expressie, alsof ze wat zeggen willen. Haar landschappen schijnen te zeggen: de dode stof lééft. Hetty heeft voor haar schilderijen geen blijvende affec tie. Zijn ze geschilderd, dan kijkt ze er nauwlijks meer naar om; alle geboeidheid tijdens het schilderen is geheel weg. "Het is alsof ik baren moet", zegt Hetty van haar werk, "er moet iets ter wereld komen. Wat weet ik niet. Ik schilder maar..." Lees verder volg. pag. Hetty Frederickson-Mulder zoals zij voor een TV-uitzending verscheen met haar spookschilderij. Gelieve op te merken dat de mond van de spook gedaante SCHEEF staat. Zou de fotograaf van "De Telegraaf" die deze foto maakte, met Hetty "in het complot" zitten en geretoucheerd hebben? Links een "vrij normale" weergave van het spookgezicht. Wie echter het schilderij zelf ziet, zal weten dat het oog rechts nauwlijks zichtbaar geschilderd is. Op de foto komt het "duidelijker uit". De foto rechts brengt het hoofd vóór de gordijnen zoals U linksboven duidelijk ziet. In wer kelijkheid fen op de andere foto's) is het positief échter de gordijnen. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1966 | | pagina 10