ik
WAT IS ISLAA M?
door R. L. MELLEMA, lit. ind. drs.
Over de "Islaam-serie" kregen wij nog slechts één critische brief. Van een integer lezer
die meent pal te moeten blijven staan voor zijn Christelijk geloof. Dat is zijn plicht en
strekt hem tot eer. Nochtans betekent dit niet dat duizenden andere lezers van Tong
Tong, die geen critische brieven schrijven, dit niet zijn. Waarnemen en luisteren betekent
niet dat men alles accepteert.
We geloven dat Mevr. W. Ennen het goed samenvat: "Wat is waarlijk Christen zijn
anders dan trachten de Christus te zijn voor de "ander", wie en wat deze ook is".
Ook kregen wij enkele pagina's uit een Christelijk tijdschrift met een verslag van
gruwelen, aan Christenen begaan gedurende de bersiaptijd. We zullen ze in ons archief
trouw bewaren. Met verslagen van gruwelen aan niet-Christenen begaan. En van Chris
tenen aan Muslims. Als een soort vervolg op onze historische werken over vervolgingen
van heidenen door Christenen; van Christenen door heidenen; van Christenen onder
elkaar en van heidenen onder elkaar, allemaal "om des geloofs wille'
Maar in Tong Tong komt niets van dit alles. We houden het oog halsstarrig gericht
op al die toestanden, waarin mensen over de barrières van het eigen geloof heen barm
hartigheid en vriendschap hebben opgebracht voor andere geloven.
Eens heeft een berucht en door de Fransen verbannen rebel, Abd-el-Kadr, tijdens een
geloofsvervolging in Damascus de Christenen die een toevlucht zochten in zijn huis
deze "gasten" met geweer en zwaard in de hand verdedigd tegen zijn eigen geloofs
genoten. Op veel vredelievender terrein bieden wij andersdenkenden in dit blad dezelfde
gastvrijheid.
We hebben Mellema's artikelen ook ter studie gegeven aan twee prominente Muslims,
niet-Europeaan en niet ex-Christen. Zij lezen in deze artikelen geen privé scherpte en
onnodige hatelijkheid. Zij zijn in Nederland welkom, beschermd en geëerd en zijn vrij om
hun gedachten in woord en geschrift uit te dragen.
Daarom menen we geen discussies over geloofszaken in Tong Tong op te moeten
nemen. En we spreken onze dank uit aan hen, die luisteren en zwijgen. Of niet lezen
willen en niet mopperen. Want nog maar een paar artikeltjes en "het is over En dui
zenden éndere lezers voelen zich rijker, zonder ook maar een duimbreeds van eigen
grond verloren te hebben. T.R.
III a. De profeet van de Islaam,
een leven van geloof en vertrouwen.
Islaam is de jongste der grote godsdien
sten. Ontstaan in wat wij noemen "histori
sche tijden", is het niet wonderlijk, dat wij
over de wording van deze godsdienst en
over het leven van de stichter goed zijn
ingelicht.
De boodschapper van de Islaam is Mo
hammad geweest, de zoon van Abdullah,
behorende tot de familie der Banu Hashim,
een familie van de stam Quraish. Deze stam
had vanouds in de stad Mekka gewoond
en de familie Banu Hashim was altijd be
last geweest met de zorg voor de stenen
afgodsbeelden, die de verschillende ara-
blsche stammen in deze stad hadden gede
poneerd. De stad was namelijk de zetel van
de jaarmarkt van de stammen, die door
gebrek aan weideplaatsen voor hun kudden,
als regel met elkaar in vijandschap leefden.
Maar in de maand van de jaarmarkt werden
alle vijandelijkheden opgeschort. In dit
Mekka was het dat Mohammad in 571 AD
het levenslicht zag. Zijn vader was reeds
voor zijn geboorte gestorven en hij verloor
zijn moeder Aminah, toen hij zes jaar oud
was. Zijn grootvader Abd-al-Muttalib nam
hem aanvankelijk onder zijn hoede en na
diens dood werd hij door zijn oom Abu
Talib als zoon geadopteerd. Met deze oom
trok hij vanaf zijn 12e jaar mee op kara-
vaanreizen naar Zuid- en Noord-Arabie.
Mekka was namelijk een haltestation op de
grote karavaanroute tussen oost en west.
Dat er zo vele details uit Mohammads leven
bekend zijn, is te danken aan de memori-
satie en optekening van hetgeen Arabieren
"overleveringen" noemen, maar dat wij de
naam geschiedschrijving zouden geven.
Vooral toen Mohammad in het licht der
openbaarheid was getreden, hebben vele
vrienden alles omtrent hem wat zij belang
rijk achtten aan jongeren doorgegeven en
genoteerd. Juist door het bestaan van meer
dere omvangrijke verzamelingen overleve
ringen, alle op zich zelf staande historische
feiten, is men er niet zo gauw toe geko
men een wat wij noemen historische bio-
graphie over Mohammad te schrijven. Het
was een eeuw na zijn dood, dat de geleerde
Ibn Ishaaq onder de titel: Siraat Rasul-
illah zo'n studie samenstelde. Deze bio-
graphie is sinds 1955 ook voor engels
lezenden toegankelijk in de wetenschappe
lijke vertaling van Prof. A. Guillaume: The
Life of Muhammad. Oxford Univ. Press.
1955. Het boek gebruikt hiervoor 815 blad
zijden druks.
De geleerde arabische schrijver, Moham
mad Ibn Ishaaq was de zoon van een vrij
gelaten slaaf, in Medina geboren. Zijn va-
Sommige lezers lezen dit niet. Zij die
het wel lezen, kunnen het lezen als
een "aardig verhaaltje"anderen als
"een stukje historie". Toch zit er hui
ten de religieuze en historische waar
den om EEN BOODSCHAP IN VOOR
IEDER MENS, OOK VOOR IEDERE
TONG TONG-LEZER. Wie ziet haar
(Bismillahi rrahmani rrahim, d.i. In naam van
rrahim,
d.
In
naam
Alïah, de Barmhartige, de Genadige.)
der en oom waren bekende overleveraars
en zo groeide hij op in een omgeving waar
in geschiedbeoefening iets vanzelf spre
kends was. Hij studeerde in Egypte en ves
tigde zich tenslotte in Bagdad.
Zoals in zijn tijd en in zijn milieu gebrui
kelijk was, had de jeugdige Mohammad een
bestaan gevonden in de doorvoerhandel.
Zijn tijdgenoten vertellen, dat zijn karakter
in vele opzichten van dat van de doorsnee
Mekkaan afweek. Hij stond bekend als
zachtmoedig en waarheidslievend, terwijl
zijn beschouwende aard hem er toe bracht
zich bescheiden op de achtergrond te hou
den. Hij koos slechts als vrienden diegenen,
die zich onderscheidden door een voor de
arabieren van die tijd zakelijke levenswan
del. Het waren die vrienden, die hem de
bijnaam van "Al-Amin" de betrouwbare, ie
mand op wie men aan kon, hadden gege
ven. Hij huwde op de ongewoon late leef
tijd van 25 jaar met de 15 jaar oudere
weduwe Khadidjah. Dit is een zeer gelukkig
huwelijk geweest en hoewel de zeden toe
stonden, zoveel vrouwen te huwen als men
betalen kon, was Khadidjah tot haar dood
Mohammads enige vrouw. Als rijke weduwe
had Khadidjah de handelszaak van haar
man voortgezet en stelde er prijs op om
aan het hoofd van haar karavanen een
betrouwbaar man te hebben. Zo kwam het
dat zij aan Mohammad de opdracht gaf:
Ga met mijn handelskaravaan naar Syrië en
behartig daar mijn belangen. Toen hij suc
cesvol terugkeerde, stelde zij hem voor
haar rijkdom met hem te delen en met haar
te trouwen. Hij heeft 7 kinderen van haar
gehad. 3 zoons zijn vroeg gestorven, de
4 dochters zijn in leven gebleven. Zo ver
liep Mohammads leven zonder schokkende
gebeurtenissen tot zijn 40e levensjaar. Wel
had er een innerlijk groeiproces in hem
plaats gehad, dat hem rijp maakte voor
de taak, die hem op de schouders zou
worden gelegd. Dit was niets minder dan
de rechtstreekse opdracht van de engel
Gabriel om Gods woord aan de mensheid
over te brengen. Aan het verslag dat hier
over aan de geleerde Bukhari werd over
geleverd en door hem te boek gesteld,
wordt hier het volgende ontleend. Na te
hebben verteld, hoe Mohammad met mede
neming van leeftocht soms dagenlang in de
grot Hira, even buiten Mekka, doorbracht,
haalt hij de woorden aan, die Khadidjah ge
bruikte, toen zij dit voorval aan de familie
vertelde: "Toen kwam de engel en zeide:
"Reciteer"! Hij (de profeet) zeide: Ik be
hoor niet tot de reciteerders. Hij zeide:
Toen greep hij mij vast en drukte mij neer,
zodat ik het nauwelijks uit kon houden, liet
Lees verder volg. pag.
6