ANAK MALANG ACHTERAF BEZIEN VOOR DE VROUW FEUILLETON De Prot. Christelijke Lagere school aan de Maetsuyckerstraat, Malang. De mooiste school van de wereld, zei ik altijd ook al ging ik soms met loden schoenen de Brantas- brug over als ik dacht aan die onbegrijpelijke vormsommen. Maar als een lichtstraal kwam de gedachte aan de uitspanning en dat betekende baren, bik-tor, touwtje springen bik kelen, filmsterren ruilen. Na regen komt zonneschijn, na elke moeilijke les komt toch wel de bel. Als ik mijn jeugd in Malang, mijn jongemeisjesjaren in Soerabaja zou willen beschrijven, dan zou ik boeken kunnen vullen. Dit is dus zomaar een vluchtige terugblik van een Anak Malang. Wie bezit ook zo'n oude schoolfoto en mijmert er ook wat bij? Kom anak Semarang, Djocja, Ban- djarmasin, Makassar en van welke plaats ook, ik wacht op jullie! Hoe ruikt een school ook weer? De gan gen altijd naar brood, kaas, kaftpapier en kinderen die in de zon hebben gerend. De klassen zijn koel, ruiken naar inkt, een beet je zuur van natte leien. Alleen maandag, als alles glimmend geboend is, de borden vlekkeloos zwart, dan hangt er de frisse lucht van karbol. Ja, de sekolah zorgde goed voor de school en hij zorgde ook voor de kinderen. Hij pompte je banden op als ze die hadden laten leeglopen, hij hielp het hele schooi ert afzoeken naar je verloren ringetje. Als je op de gang stond voor straf en je maak te een grimas naar hem als hij langs kwam, zei hij meewarig-bestraffend: "...Lantas, ka- lu nonni begitoe nakal, moesti die sete- rapkan toh!" Je kijkt 6 jaren lang op tegen die grote jongens en meisjes van de 7e klas. On voorstelbaar gewoon dat je ook eens net zo oud en wijs zal zijn. Ook zo beeld schoon als Mies, zo geraffineerd en aan trekkelijk als Etty, zo knap als Nelly. Ineens is het zover. De laatste week in de 6e klas. Er wordt een klassefoto ge maakt en als we weer in de klasse terug zijn, strekt mijnheer Lootsma zijn lange be nen onder de tafel, gaat gemakkelijk achter uit leunen en vouwt zijn handen op de borst, 'n teken dat hij ons wil "toespreken". Hij is de meest onconventionele onder wijzer geweest die ik ooit gehad heb. Hij kon minuten lang afwezig door je heen kijken en net als je dacht dat je nu wel kon beginnen met de pentjit (jonge mangga) door te geven aan je buun/rouw, kon hij ineens uitvallen: "Als je dacht dat ik je niet zag dan heb je het mis juffertje! Als je het eten niet laten kunt waarom stoppen jullie je in vredesnaam vol met die onrijpe smurrie. Als jullie het hoekje omgaan, sta ik op het stoepje!" Hij kon tieren en klappen uitdelen (in de goede oude tijd werden kinderen nog gezond opgevoed met een oorvijg!) en dan weer met een drome rige blik vertellen, en filosoferen over he den en verleden. Volgens sommige kinde ren had hij 'n Indisch accent, maar hij was een rasechte Fries en dat accent klonk ons erg bekend in de oren om bepaalde reden. Na de lagere school raakte ik vrien dinnen kwijt. Mulo en HBS slokten alle De Prol. Chr. Lagere School in het Brantas dal. Aan drie kanten de Brantas door GREET GAUDREAU WAT VOORAF GING: Het kleine meisje (ik) uit de stad is verhuisd naar de fabriek van haar vader. Hier heeft ze het wel prettiger, maar ondanks een vriendin, blijft ze toch een in zichzelf gekeerd, obser verend kind, dat haar momenten van angst, verveling en zelfs ontspanning in eenzaamheid beleeft. Op deze fabriek waren de zondagen de beste dagen want we gingen vaak zwam men in het primitieve, in rietvelden ver scholen zwembad. Als gewoonlijk was de bron van geluk en tevredenheid voor mij niet de gebeurtenis zelf, maar de mensen om mij heen, het weten dat ik deel uitmaak te van een groep. Op deze zwem-zondagen bestond onze groep uit Pap en Mam. Zus ters met of zonder verloofden en soms zelfs Broer als die met vakantie uit kost school thuis was. De zon blikkerde op het water maar het was altijd koel onder de bomen aan weers- je kanten van het zwembad, de zee van riet pluimen golfde en kartelde onder elk zucht- wind. Na het zwemmen was er nassi goreng en kroepoek...Ik had het toen al door; alleen zijn doet er weinig toe zolang het in evenwicht wordt gehouden door een redelijke hoeveelheid geluk en tevreden heid. Zoiets van tien delen eenzaamheid tegen één deel geluk, dat was redelijk ge noeg. Op deze fabriek ook trouwden de zusters met veel opschudding, bloemen, gasten, ge schenken. Pap was een meester in het op roepen van een feeststemming het echte soort waarbij ieder zich blij en warm voelt van binnen. Hij was de belichaming van het ware feestgenoegen omdat hij zelf er zo intens van genoot. Hij regelde enthousiast de repetities, haalde de bloemstukken in en liet ze zorgvuldig opstellen en maakte ie der van ons een belangrijk persoon met Zuster het stralende middelpunt. Natuurlijk was hij het die het menu vaststelde en devoot voor de champagne en wijnen zorg de. Hij interesseerde zich als een vrouw voor alle bijzonderheden van het bruids toilet en hoe genoot hij, onberispelijk ge kleed en onberispelijk van gebaar, van de huwelijksfeesten zelf. Hoofdstuk III Eens moest ik plotseling gaan logeren bij Nonnie Looman. Nonnie was mijn beste schoolvriendin terwijl Tien mijn beste thuis- vriendin was. Mam en ik reden elke dag met Tien en drie jongens van de fabriek een paar maal naar school in wat wij "de stad" noemden. In werkelijkheid was t een kleine plaats en in een van de uitge storven zijstraten woonde Non. Om een of andere reden dachten onze moeders dat 't zo aardig zou zijn als we bij elkaar gin gen logeren hoewel 't ons beiden nogal koud liet. Eerst ik bij Non. Non had twee jongere broertjes die niets anders deden dan ons treiteren met allerlei verzonnen klachten over ons naar hun moeder lopen. Toch deden we niets anders dan samen zitten fluisteren en rustige spelletjes spelen waar- we niet mochten lachen, luidop praten bij of bewegen. Non was stil en kleurloos net als op school maar bij haar thuis had ik haar hulp nodig. Ik kreeg die niet, want ze was doodsbang voor haar moeder. Haar moeder was ontzettend. Ze stond constant onder hoge stoom, haar zwarte ogen flitsten, haar handen waren kleine stalen klauwen en ze was aldoor razend 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 10