ks! Barisan Gedeh! Word lid van de magische driehoek NU!! 3rd In planning Nog meer plannen N MAAK DE 1000 VOL! HET MEISJE LANGS WAJANG VAN MOND WAJANG HET MEISJE HET GELUK VOETSTAP MANU SCRIPTEN UIT INDIE TIJGER DEEL 1 TOT MOND DEEL II UIT INDIË VAN PEN IN EEN VAN PADEN II HET JAGEN ANDERE WERELD LEZERS EN LEZERESSEN ENZ. ENZ. Tien Pop per jaar lidmaatschap plus één pop administratiekosten, dus ELF pop. Ja, het gekkengetal, maar we ZIJN immers gekken? Laat je dan van je beste en sterk ste en creatiefste kant zien. Wordt LID! Die elf guldens zijn niet "lèmpar". Ze Ze zijn VOORUITBETALING voor TANG- GOENG twee boeken per jaar die U als lid voor die tien gulden GRATIS krijgt. "All others pay double". Komen er méér dan twee boeken per jaar uit, dan krijgen onze leden die voor de sterkst gereduceerde prijs. Tjoeh! Uitstervende garde! Laat zien dat je LEEFT zoals maar weinig anderen die kunst verstaan. Niet een leven van vragen, maar een leven van geven. Niet een leven van consumeren, maar een leven van CRE- ëEREN. Let in komende nummers op de gratis premies voor onze Leeskring-leden. En vooral: LET OP DE REIS NAAR IN- DONESIë, die wij op exclusieve wijze aan het plannen zijn met INTRANED. Misschien al in het komende nummer het Plan ten voeten uit ENDE DESPEREERT NIMMER Tot slot van dit praatje wil ik U nog een lijstje geven van tropische planten, die U met inachtneming van het bovenstaande met veel genoegen en succes in de kamer kunt kweken. 1. Bougainville. Hier in Nederland is bijna uitsluitend de paarsrose variëteit in de han del, die over het algemeen rijker bloeit dan de - mooiere! - rode of oranje variëteit. Verlangt véél licht, zelfs in de zomer. Ge durende de groei- en bloeitijd véél water geven en minstens eens in de week mest. 2. Kembang sepatoe. Hien/an zijn diverse variëteiten in de handel, zowel enkele als gevuldbloemige, en in verschillende kleur schakeringen rood en geel. Verlangt in de groei- en bloeitijd veel water en gere gelde bemesting. Wil volop in het licht staan in de winter en in het voorjaar; iets schaduw in de zomer. Terugsnoeien in het najaar. 3. Oleander. Meestal in witte, rose of rode variëteit; de veel zeldzamer gele vindt men bijna nooit. Ook dit is een plant, die het hele jaar door volop licht wil hebben; liefst in een ruime pot kweken met een rijk grondmengsel. Verlangt véél water en moet zelfs in de winter vochtiger gehouden wor den dan bijvoorbeeld de bougainville. In het najaar flink diep terugsnoeien, na de bloei. 4. Melatti. In de bloemenwinkels verhandelt men uitsluitend de melatti met fijn blad en fijne, enkele, ijle bloemetjes; naar ik meen afkomstig van zuid-europa. De "echte" me latti met grote, ronde bladeren en grotere, meer gevulde bloemen die ook sterker geu ren, treft men veel aan bij Indische mensen De plant zal dankbaar zijn voor het kweken op een eilandje; verlangt volop zon behalve in de zomer, en geregeld vocht. Kan, om in enigszins houdbare vorm te blijven, gere geld teruggesnoeid worden, waarbij vooral de lange slierterige loten worden verwij derd. Kan gemakkelijk uit stek voortge- kweekt worden. 5. Kemoening. Ja, U hebt goed gelezen! Als U nog kennissen in Indonesië hebt, vraagt U ze dan eens wat rijpe kemoeningzaden over te zenden. Die kunt U in een pot met gewone potgrond, '/2 a 1 cm diep te kiemen leggen. Warm en vochtig houden, met een plastic zak erover tegen de verdamping. De zaailingen bloeien meestal al binnen een jaar! Ook voor deze planten geldt weer, dat ze véél licht behoeven, maar in de zomer beslist licht geschermd moeten wor den, óf verplaatst naar binnen, waar ze alleen ochtend- of late middagzon krijgen. 6. Djeroeksoorten. U kunt in de bloemwin- kels aardige vruchtdragende citrusboompjes kopen. Ofschoon dit dus geen eigenlijke bloemplanten zijn, zijn ze toch wel bijzonder decoratief. Ze verlangen veel licht, zelfs in de zomer de volle zon; veel gieten, maar in de winter zó weinig, dat de plant nét niet uitdroogt. 7. Stephanotis. U kent allen wel deze witte bruidsbloemetjes, die zo heerlijk geuren. Straks in het voorjaar komen ze wel weer op de markt, meestal met de stengel om een hoepeltje gewonden en met knop erin. U kweekt ze bij voorkeur zéér licht, vochtig in de zomer en veel droger in de winter. 8. Wasbloemen. Deze Hoya-soorten hebben de eigenschap, dat de bloem vrij belang rijke hoeveelheden honing (of eigenlijk nec tar) afscheidt. Oppassen dus, dat dit kleve rige goedje geen smetvlekken geeft! Er worden hier twee soorten gekweekt: de Hoya carnosa, dat is de grootbloemige met min of meer rose bloemen, en de Hoya bella met kleinere, witte bloempjes met een blauwpaars hartje. De eerste moet net als de stephanotis om een hoepel gekweekt worden; de laatste het beste in een potje, dat tegen een raamspijl wordt bevestigd. Beide soorten verlangen véél licht, maar niet te veel water. 9. Kaapse viooltjes. U kent ze wel, met hun bladrozet en rijkbloeiend in diverse tinten van wit via rose en paars tot blauw toe. Deze planten groeien en bloeien het beste in een pot op een eilandje; voortdurend vochtig houden en niet in de volle zon (be halve in de winter!). 10. Behalve deze bloemplanten kunt U veel kleur of decoratieve effecten bereiken met diverse bladplanten. Deze kweekt men over het algemeen het beste niet in de volle zon, zeker niet in de zomer. Een uitzonde ring hierop vormt de Myana, in Nederland bekend als .de siernetel. Deze bijzonder kleurige bladplant, waarvan U er eigenlijk minstens een stuk of wat op Uw venster bank moet hebben (het is een genoegen op zichzelf de mooiste, felst gekleurde va riëteiten te bemachtigen!) groeit het beste in het volle licht, het gehele jaar door. Maar dan ook gieten, gieten en geregeld bemes ten; minstens eens in het jaar zal de plant de pot uitgroeien en dan moet ze verpot worden, waarbij U gemakkelijk stukken er van kunt stekken. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 13