DE BIOSCOOP EN DE STOEL van tijd en ruimte brieven van tijd en ruimtebrieven van tijd En ook is het jammer dat er in Tong Tong geen aandacht kan bestaan voor de film. Ik herinner me nog heel goed je bespreking van de Western "My darling Clementine" in Oriëntatie. Toen besefte ik voor het eerst dat er zoiets als een eigen Indische visie bestaat op alles wat uit het Westen komt, dus ook op de film. En dat er niets zo verkeerd is als passief "tegen films aan te kijken"ons alleen maar "verrijkend" met wat experts ons leren vanuit hun gezichtshoek of filosofie. Afgezien van de vraag of we ons inderdaad verrijken, zou een gedachtenuitwisseling van ons Indisch- gasten met elk product van de filmkunst ons niet werkelijk kunnen verrijkenWaarom het niet geprobeerd?" D. VEENHUYZEN Ja, ik heb toen met genoegen over "My Darling Clementine" geschreven en heb sindsdien en vóórdien ook veel films ge zien, Maar er zijn hele "gaten" in mijn filmische kennis, zodat ik eigenlijk niet be voegd ben om consciëntieus over films te schrijven. In mijn "Indische tijd" ging ik vaak maanden achtereen de oedik in. Of was in de stad zelf volslagen onverschillig voor films. Ook nu ben ik er vaak met geen stokslagen toe te bewegen om de hoogst aangeprezen films te zien. Ik geloof dat diep binnenin mij (en in méér mensen dan we wel beseffen) een onbewuste aversie is tegen de film omdat we er zo volslagen passief bij zijn. Ik heb soms neiging het naar films zien te ver gelijken met het leven van een zuigeling, die ook maar uur na uur, dag na dag, week na week "gedoemd" is in zijn wieg naar het plafond te kijken, dat lege witte vlak Af en toe komen er voor die baby "ver schijningen" op dat "plafond-zilveren-doek" de moeder, vader, ooms, tantes, enz. enz. In de dan optredende gevoelsprikkelingen gaat de baby dan huilen of lachen, maar in zijn immobiliteit verandert niets en ook in zijn geestes- en levensstatus verandert er niets. Voor ons in de bioscoop is "het plafond gekanteld" tot een vertikaal leeg vlak. En wij zitten. En dan komen er op die leegte beelden, waardoor wij sentimentsprikkels krijgen, maar er verandert aan ons niets. We blijven b.v. de even avontuurloze, zwaar over-eten, physiek achteruitkachelende suf fe burger. En net als de baby kunnen wij intussen aan iets lekkers zuigen of wat eten of drinken of een handje vastpakken. Maar geen film haalt ons ooit uit onze inertie - ach, een enkeling misschien wel, maar de overgrote massa blijft ondanks de opvoedende, culturele, "diep-bewogen" films "van de wieg tot het graf in de bi zitten", zonder (als een zuigeling) ooit in een volwassenen leven te komen. Ik ontdekte al vroeg dat een zwerftocht op straat, een contact met een mens, een logeerpartij in een verre desa mij méér "deed" dan elke serie films. Menigmaal ben ik een spannende film halverwege ont vlucht om op straat "tastbaar leven" te vinden. Ik geef toe, dat het rijke leven in de Tropen inderdaad boven de film reëele le venswaarden biedt, hier in het Westen niet of nauwlijks. Enkele weken terug hoorde ik door de radio de een of andere spreker voor de huisvrouw (het was overdag, ik meen tegen elven) zijn luisteraars toespre ken als "noeste levensbeschouwers", "Ho mo Ludens in het Duister" (de bioscoop). Hij gaf een hele verhandeling voor de ge varen die de huisvrouw bedreigen voor het struikelen in de huiskamer (over het snoer van lampen en stofzuigers, niet opgeruimd speelgoed, een niet keurig weggezette pan toffel, enz. enz.). Dat wauwelde en wauwel de maar door. Ik zou me als huisvrouw werkelijk gegriefd hebben gevoeld. Te dek sel: ik heb toch zélf ogen in m'n hoofd! Moet je me nou zelfs door de radio be moederen?! "Mes soldats, souvenez vous que du haute de ces pyramides quarante siècles vous con- templent", zou de jonge generaal Napoleon Bonaparte zijn troepen hebben toegesproken, voordat zij de verenigde legers in Egypte aan vielen en versloegen. "Gedenk dat van de hoogte dezer pyramiden veertig eeuwen op U neerzien"Een betwiste uitspraak, die echter ook bedacht zou kunnen worden voor de heer WH. Kudding (rechts), hier met zijn vrouw en het echtpaar Lie ge fotografeerd op het bovenste terras van de Boroboedoer. Het is ons opgevallen dat verre weg de meeste Indischgasten de Boroboedoer nooit gezien hebben, noch enig ander cultuur monument in Indië. Hebben we het niet altijd te druk gehad met week-enden in de bergen, met fuifjes in de stad en sparen voor het Hollands verlof? En welke door Nederlanders gebouwde wer ken zullen over veertig eeuwen ook nog neer zien op de Indonesiërs van de toekomst?... En voor mijn geestesoog zag ik diezelfde huisvrouw als "noeste levensbeschouwster" in de bi: met een knots van een chocolade reep, vet en vadsig en slap in een stoel, lekker geen enkel gevaar lopend van de film, alleen maar mee genotterend van wat lekker is, en dan weer met het wezenloze tremmetje naar huis... naar de gevaren van het struikelen over het snoer van de stof zuiger. Something is wrong... Er zijn maar twee soorten films die me niet het gevoel geven een zuigeling te zijn: het nieuws en sommige documentaires, om dat ze ongeveer de rol vervullen van gid sen: mij het terrein tonen waar ik straks wat DOEN kan. Mij dus uit mijn passiviteit STRAKS kunnen trekken. Maar de filmverhalen? Wat ik vind in mijn herinneringen, wat ik dromen kan van de toekomst, is veel mooier. En vormender. Jachtverhalen in films zijn de meest leugen achtige en misleidende die ik ken: die een jacht (die vaak vele uren, dagen of weken duurt) met een haast onafzienbare reeks van sterke en vormende physieke ervarin gen "comprimeert" in twee uur "sensatie" in een donker hok, zonder Tijd en Ruimte. Alle films missen de elementen Tijd en Ruimte, ik bedoel de met de zintuigen en in actief leven te meten elementen Tijd en Ruimte. Wat ik met mijn geest aan kan vul len, is LEEG (dat is niet Ruimte), en de meetbare tijd is alleen maar van lichten uit tot lichten aan. Niets gedaan... Men verwijte mij deze opvatting liever niet. Ik heb wel meer van die onbruikbare opvattingen (zoals de lezer zo zoetjes aan wel weet); ook zijn zij vaak niet al te prettig voor ons zelfgevoel (ook het mijne). Ik zie b.v. de stoel, dat meest onmisbare meubel van de Westerse beschaving) als een imitatie van de moederschoot, waarin wij tot onze oude dag de genoeglijkheid, zachtheid en bescherming van de moeder schoot imiteren. Onze ruggen worden er slap van, onze benen gebrekkig. Hoewel we geschapen zijn met een prachtig systeem van beenderen en spieren, die de functies van de tussenligende organen in staat stel len te leven, brengen we het grootste deel van de dag zittende door: na het liggen in bed de hele nacht: zitten aan de ontbijt tafel, zittend in bus, tram of auto naar kantoor, zitten op kantoor, zitten naar huis, zitten bij TV of in de bioscoop (Moeder schoot repetent!) en dan weer liggen. Van daar zoveel kromme, slappe ruggen. De "silo" zittende Aziaat behoudt tot op hoge leeftijd een mooie rechte rug. Vrou wen in Azië hebben een mooie rechte sta tuur, mannen een elastische, rechte rug. Beschaafd zijn is wel lekker, maar je wordt er slap van...zeiden ze bij het KNIL. Er is wel iets van waar. MAAR ER IS NIET AAN TE ONTKOMEN. Noch aan stoelen, noch aan bioscopen, noch aan vele andere minder mooie beschavings-facetten. Dat is waar...maar je raakt er toch wel door aan het piekeren over Tijd en Ruimte, ja toch? T.R. Homo ludens de mens speelt, titel van een werk van de filosoof Huizinga. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 4