HET GELUK VAN HET JAGEN JAGEN OF GEJAAGD WORDEN 8 I S T I M E W A O "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk" JOSé ORTEGA Y GASSET In de jaren 1934, 1935 wemelde het in Tebing Tinggi van tijgers. Ik woonde er nog niet lang toen iemand mij rapporteerde, dat een harimau de vorige avond zeven geiten had aangeslagen. De ladang lag een 5 km. van de kota af en vlak aan de grote weg Tebing Tinggi- Moe ara Bliti. De heer Brugman, een gepensioneerde en een verwoed jager wilde graag mee. Bij de ladang aangekomen wees de rapporteur op een op palen gebouwd geitenhok. "Daarin waren de zeven geiten aangeslagen", ver duidelijkte de man. Ik liet de dode geiten uit het hok verwijderen en aan een in de buurt staande boom vastbinden. En daar er geen andere boom in de buurt stond, liet ik het hok opknappen, omdat onder de ge geven omstandigheden dit nog de beste posteerplaats was. De tijger had op één of andere wijze op het van stroo gefabriceerde dak kunnen klimmen en daar dit niet op zoveel gewicht berekend was er doorheen gezakt om par does tussen de angstige blatende kambings te belanden. Geschrokken sloeg de tijger links en rechts van zich af om met een sprong weer door het dak het hok te ver laten, zeven dode geiten achterlatend. Het hok werd gelucht en het inwendige met water schoon gewassen. Voor donker kropen wij er in; de eigenaar van de kambings wilde het feest niet mis sen en zo zaten wij met ons drieën in het niet al te ruime hok. Door een in de wand gemaakte opening konden wij de geiten zien liggen. Ik schatte de afstand op een meter of acht, mooie afstand om niet te missen. Ik had de ladangbewoners gevraagd ge woon te doen zoals zij gewend waren te doen, praten, lachen, wassen, gorengen en klepperen met de soetil. Tegen acht uur verstomde het rumoer; men had zich ter ruste begeven. De muskieten kwamen ons ook gezelschap houden en stilzitten was toen voor ons ondoenlijk meer, daarenboven was de kambinglucht die in het hok ondanks de wasbeurt was blijven hangen haast ondraagelijk. Tegen een uur of acht hoorden wij onder ons geschuifel en toen voelden wij, dat het hok heen en weer wiegde. Een of an der dier, wij konden niet te weten komen wat voor één, stond zich heerlijk aan één der palen van ons hok te schuren. Wij allen dachten natuurlijk aan de tijger, die nu zat uit te kienen hoe op zijn een voudigst hij het hok kon binnendringen. Ik bracht de loop van mijn geweer omhoog, op het dak gericht, welk voorbeeld door de heer Brugman werd gevolgd; de ladang- bewoner trok met een schurend geluid zijn kapmes uit de schede; hij wilde ook partij geven. Mijn pogingen om de man te bewegen de parang weer in de schede te steken, im mers onze geweren waren voldoende om de tijger onschadelijk te maken, bleven zonder resultaat. Wij bevonden ons wel in een hachelijke situatie, want je kon er zeker van zijn dat bij het minste geritsel boven In het dak onze jachtgenoot met zijn parang in het wilde weg zou hakken. En dat "in het wilde weg "waren ook de heer Brugman en ik. Wij kregen het wel erg benauwd, doch voordat ik een modus had gevonden om het uitvoeren van een eventueel hakproces te beletten, hield het schommelen op en hoorden wij een geritsel, dat zich verplaat ste in de richting van de vastgebonden geiten. Dan een doffe slag en kraken van touwen, even was het doodstil en toen verraadden smakkende geluiden, dat de tijger zich aan VOETSTAPPEN IN DEZE WERELD ...van de reuzenkatten van Sumatra's wil dernis. Een boek in onze eigen Moesson reeks, geschreven door één van Indië's bekendste tijgerjagers. 6,plus 0,40 port. de dis had gezet. Ik stak het geweer door het kijkgat, ontstak de daarop aangebrachte lamp en kreeg een tafereel te zien om nooit te vergeten. De tijger stond met zijn voorpoten op één der geiten en deed zich te goed aan het malse vlees. Het dier, stevig gebouwd en fraai van te kening liet zich door het lamplicht niet van de wijs brengen, zodat mijn jachtgenoten volop de gelegenheid hadden mee te ge nieten en haast niet uitgekeken raakten. Daar de heer Brugman, bang voor een misser, niet wilde schieten, richtte ik het geweer op de matjan en trok af. Als een blok viel het dier om. Toen bleek, dat alle levensgeesten waren geweken, kropen wij uit onze schuilplaats om onze buit wat nader te bekijken. Intussen waren de ladangbewoners door het schot wakker geworden en vroegen of wij de matjan hadden. Op ons bevestigend antwoord kwamen zij met laaiende fakkels naar ons toe. Zij waren dolblij te zijn bevrijd van een rover, die hun zoveel schade had berok kend. En wij waren blij frisse lucht te kun nen inademen. K. GREEVEN OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO 8 Als U op ons kantoor aankeert koop q O dan ook een onsje van onze HEEL O O BIJZONDERE KROEPOEK o O Kaaskroepoek f 0,75 o Gado-gado kroepoek f 0,70 8 O Viskroepoek 0,75 O O On-gegorengd. Wordt niet verzon- O 8 den. Elders misschien goedkoper, o O maar onze kwaliteit is betoel. 0 o O X)OOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOI ^IlilllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllilllllltlllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllillllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIIIU Dieren in de wildernis van F. A. ROEDELBERGER 1 Een werkelijk "vorstelijk" boek! Niet alleen de grote zoogdieren, krijgen j een beurt, maar ook de kleinere, de j reptielen, de insecten, de vissen en j 1 de amphibieën. I i Het is een fotografisch boek, ont- staan uit de medewerking van 70 fotografen, zoölogen, jagers, piloten en jachtopzieners, die allen het bes- j te hebben ingezonden, wat zij heb- J ben verzameld. Het resultaat is een S schitterend boek, dat elke dieren- j liefhebber als een schat zal beschou- wen, dat hij geregeld weer moet op- nemen om er in te bladeren. De tekst is van H. Rensenbrink, is kort en bondig en vol treffende wetens- j waardigheden. Wij kunnen dit boek I 1 - ondanks de hoge prijs f 26,90 - alle f lezers zonder meer dubbel aanbeve- len, en zeer zeker de dierenliefheb- 1 bers. Zij zullen er geen sakit hati I j van hebben indien zij dit boek in hun verzameling hebben staanl I In drie keer te betalen, neem de kans waarl f iliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiimiiiiiii 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 8