I BUITEN KOPEN: I BIJ ONS KOPEN: j rapatü rapafü kuat! j Een plaatje van de Kandjeng Besars" van de Pasar Gambir in Batavia in 1928. In bet midden zit "Paatje Meyroos" zoals iedereen dadelijk ziet. En links zit dr. Bouu'e Vrijburg (allicht! als er gebouwd moet worden, is Bonwe er bijl). Achter hem met de baard de architect van de Pasar Gambir Anthonisse en naast hem, met de topi singkeh"Ouweheer Klerks, het prototype van de "quiet Indo dynamo" achter zoveel grote werken in Indië. Lezers, we zeggen het weer: als er rameh-rameh gebouwd moet worden, breng Totok en Indo bij mekaar en je krijgt iets HAWELD1HSLel op ONZE Pasar Malam TONG TONG in Den Haag. Hij groeit als een djati! (P.S. Ajo, help vlug, wie geeft ons nog meer namen van de groep op dit plaatje?) zo ver, dat hij zich op zestigjarige leeftijd geheel kon wijden aan wat men veilig zijn roeping kon noemen. Als aan zovele goede dingen komt het einde met de Japanse invasie. Gezien de betekenis van het bedrijf laten de Japan ners hem nog een jaar op De Friese Terp zitten. Hij en zijn vrouw worden in 1943 ge ïnterneerd en zijn Jikke overleeft de kamp tijd niet. Wanneer in 1945 de hekken van de kampen opengaan blijkt De Friese Terp volledig verwoest en is al het vee ver dwenen. Hij is dan 74, maar ongebroken. In Nederland wordt hij weer geheel de oude, fysiek, en ook de vernietiging van zijn levenswerk heeft hem psychisch niet aangetast. In 1948 brengt hij nog weer nieuw vee naar Indië, maar van heropening van het bedrijf in Pengalengan is dan nog geen sprake: overal is het onrustig en da hoogvlakte is een broeinest van de Daru' Islam. Troost kan hij putten uit het feit, dat al het oude personeel nog in de omgeving van de oude Friese Terp hem hormat komt be wijzen: er zijn mensen bij die in 1922 met hem begonnen. Een van die dierbare trek jes uit de verhouding tussen een gerespec teerde "baas" en zijn Indonesische mede werkers: ofschoon vrijwel alle hout is ge kapt heeft men ook in de bitterste nood één boom laten staan, die de chef bijzonder dierbaar was en waaronder hij, naar de legende wil "zijn goud heeft begraven". Er is ook geen poging gedaan om dat goud te vinden. Die zou overigens niets hebben opgeleverd. Het is een zegen, dat de "oude heer Vrij burg" nog mag beleven, dat zijn kinderen De Friese Terp toch weer in exploitatie weten te brengen. Niet lang. In 1958 is het finaal uit. Het bedrijf wordt genationali seerd. Dat wil helaas zeggen: vernietigd. In "De Giesting"de l.E.V.-kolonie in de Lampóngse districten. Daar waar Niets was, was Bouwe Vrijburg in zijn element, want daar kon hij bouwen! Het vee wordt onder de kleine Indonesische boertjes verdeeld. Maar intussen zit Bouwe Vrijburg in Ne derland niet stil. Lezingen en voordrachten over zijn geliefd Indië en zijn Friese Terp houden hem nog voortdurend bezig. De vie ring van zijn 90ste verjaardag in Apeldoorn, waar hij zich gevestigd heeft, is een locale feestdag. Tot zeer kort voor de dood zijn ogen sloot heeft "de oude heer Vrijburg" in goede gezondheid zijn lang en vruchtbaar leven van Nederlands pionier in het land van zijn liefde kunnen overzien. Wat niet te gronde kon gaan zijn zijn publicaties over diergeneeskundige onderwerpen, die ook nu nog ijverig worden geraadpleegd in het nieuwe Indonesië. H. RITMAN Waarom de grote vrees in Banjoemas voor de passerdag "Saptoe Paing" bestaat LEGENDE Jaren geleden woonde in het Banjoemase een vorst, die een zoon had, op wien hij zeer gesteld was - een goede jongen met een edel en zacht karakter, zeer veel voe lend voor de noden van zijn volk. Daarom was hij het niet altijd eens met zijn vader, wiens strenge hand hij vreesde. Bij een gelegenheid, dat hij weer eens on enigheid had met zijn strenge vader, beval deze, in zijn woede om 't verzet van zijn zoon, hem te laten onthoofden. De jongen wist te ontvluchten met enige dienaren. De vader, hem zeer missend, besefte, dat hij te streng was opgetreden en zond enige dienaren, om te zeggen, dat hj hen had vergeven en eiste zijn terugkeer en vernieti ging van het vonnis. Na enige dagen snel rijden werd men het groepje van de zoon gewaar, dat aan de rand van het bos uit rustte van de doorstane vermoeienissen. Reeds van verre trachtte men met gebaren aan het gezelschap van de zoon duidelijk te maken, dat het vonnis was gewijzigd en men weer huiswaarts moest keren. Het volkje van de zoon, bevreesd voor straf, begreep het anders en meende, dat de dood hen wachtte indien men het vonnis niet onmiddellijk voltrok, zodat de arme jongen ter plaatse werd onthoofd. De vader, dit vernemend was ontsteld en diep bedroefd, en omdat het die dag juist Septoe Paing was, werd die dag vanaf de moment als ongeluksdag uitgeroepen wat tot heden nog een ongeluksdag in Banjoe mas is. Op het moment, dat de jongen onthoofd werd, was hij bezig om de "ketimoen poe- tih" te eten. Deze vrucht werd vanaf dat moment heilig verklaard en mocht niet meer qeplant worden, als verboden vrucht. E.V.C.Z.J. ALSTUBLIEFT AAN DENKEN altijd op giro of postwissel te ver melden waarvoor de betaling is. Kort is voldoende, b.v. abt. boek (titel) restant donatie (of: restant bewaren) Maar niet vergeten ja, U bespaart ons uitzoekerij, correspondentie en vooral tijd! Banjak trima kassi! ADMINISTRATIE iii!iiiiiHiiiHwniiwi«iuniuiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiuimnu<iiiiu)iiminBmiiiiiiiiuuauiiuitiniHumn)wni<iji UW GELD IS WÉH f UW GELD MAAKT ONS i STERK! MTiiiiiiiuiiiiuiimiiiiiKUiiuuiiuiiiiiiiiiiniiiiiiiiiii'iiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHiiiiiiitiiiiuuiiHiiiiHMiiiiijiiirr 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 5