füiïïf foirTif VAN HIER EN GUNDER BIJ DE VOORPLAAT De Indische Oranjeliefde Op het moment dat de Indischman zich realiseert dat op dit tijdstip een nieuwe generatie Oranjes verschijnt op het eeu wenoude appèl der Oranjes-voor-Nederland, gaat er ook in het oudste, het meest troos teloze hart iets warms gloeien. Dat "iets" heet Oranjeliefde. De Indische gemeenschap heeft deze liefde nu al vijf generaties (voor vele lezers is Koningin Emma "nog pas gisteren"!) zó goed ge kend, dat zij zonder enige twijfel genoemd kan worden één der aspecten van het leven in de Tropen. We hebben deze Oranjeliefde nooit on derzocht of gepeild, al hebben we er drie kwart eeuw lang vaak uitgelaten van ge tuigd. Zij was aanwezig in ons leven als het vulkanenprofiel aan de horizont, de tintelen de sterrenhemel, of de gladde groene Oost moessonzee, die je ook niet altijd zag, maar die nochtans vaste exponenten bleven van ons geografische bestaan. Zo ook was de Oranjeliefde exponent van 't volksbestaan. Ergens. Positief. Ononderzocht, maar exact en absoluut. Pas hier in Holland maakten we met het politieke aspect ervan kennis. En ervoeren dat in vele kringen "Oranjegezindheid" een kwalijke instelling kon zijn. Dat je er "con servatief" om was, "niet progressief", "anti republikeins", "feodaal" en welke andere anti's en pro's al niet, waar we nooit aan gedacht of van gedroomd hadden. En die misschien in discussies vol spitsvondighe den wel "steekhoudend" konden zijn, maar onze waarheid niet dekten. Wat is die oranjeliefde van de Indischman dan? Merkwaardig genoeg komen bij een on derzoek ervan cultuur-historische en filoso fische elementen naar voren, die méér ho ren bij Azië dan bij het "land der Oranjes". We vinden b.v. dat op de bodem van de Oranjeliefde ligt: de eerbied voor de fami lieband en het ontzag voor de door God begenadigde families: de dynastieën. En het aangeboren, immers natuurlijke respect voor alles was "goesti" is, dat maatschap pelijk de harmonie brengen moet met alles wat "koelo" is: het "dienende ik"; dienen dus als deugd. Waar kan dan plaats zijn voor critiek? Wie zou een Ardjoena zijn feilen verwijten, een Koenti hare tekorten? Wat nobel ge boren is, breke de mens niet af. Maar res pecteert hij "tot in den doet". In de Oos terse filosofie worden "oudjes" als "hun tijd voorbij is", niet in oudemensjestehui- zen gestopt. Hun tijd is nooit voorbij. "Le roi est mort, vive le roi!" Aangezien kinderen uit het Morgenland op de bodem van hun hart, voorbij alle tijdeliike politieke overtuigingen geloven in een fundamenteel "vive le roi" dat ko ninklijk bloed eeuwig leven moge! is ook de Indischman onder alle politieke aspecten op filosofische wijze verknocht aan Oranje. Dit geeft ons dus bij het verschijnen van een volgende generatie Oranjes op het Schouwtoneel van de Tijd, een stille maar diepe vreugde. Die ons op deze plaats als zovele de cennia al ongetogen doet uitroepen: Leve Oranje I T.R. WERKEN VOOR TONG TONG "Neem nou mijzelf. Ik heb werkelijk on telbare stukes voor Tong Tong geschreven en evenveel brieven, vaak zeer uitgebreide, aan U. Maar ik bof als ik af en toe een haastig briefkaartje terug krijg en maar hoogst zelden wordt iets van me geplaatst. Als dat zo over de hele linie gaat, sterft de wil om mee te werken immers uit?"L.C. In Uw brief ligt eigenlijk al de sleutel: U heeft blijkbaar volop de tijd om zoveel aan en voor Tong Tong te schrijven. Als gepensionneerde misschien wel vijftig uur per week. Ikzelf doe bij Tong Tong: algemeen re dactievoering, het schrijven van artikelen, het regelmatig samenstellen van nummers, corrigeren en hercorrigeren van 24 pagina's copy elke twee weken, de complete lay-out, het verzorgen van de illustraties, het be werken van ingezonden stukken, er bij zoe ken van geschikte foto's, de daaraan ver bonden correspondentie, het bijhouden van copy- en correspondentiearchieven, het "runnen" van advertenties, het voeren van zakenbesprekingen en het houden van cau serieën door heel Nederland, het prepare ren van deze causerieën en het zoeken van het geschikte studiemateriaal, het op zoeken en regelmatig samenwerken met mensen die in de toekomst voor Tong Tong van waarde zullen zijn, het opzetten en on derhouden van de hele afdeling handel en de daaraan verbonden handelscorrespon dentie, het opzetten van de Pasar Malam, het leiding geven aan boekhandel en uit geverij, het lezen en beoordelen van manus cripten, het uitwerken van maand- en jaar planningen over een brede linie, het voort durend met Wim Schaay werken aan balan sen en begrotingen voor onze arme zaak in deze slechte tijd nu zoveel bedrijven over de kop gaan, het me van het lijf houden van allerlei aanvallers, het regel matig ook nog chauffeur zijn voor diverse spoeddiensten, en dan moet ik ook nog gemiddeld 15 tot 30 brieven per dag "doen" ENZ. Ik klaag niet. Ook is al dit werk niet moordend, en zelfs niet (erg) vermoeiend, omdat de aard van het werk steeds af wisselt en boeit. Ik werk aan vier verschil lende tafels en hóe ordelijk ik ook probeer te zijn, soms raakt de boel wel eens onder steboven. Het is allemaal moeilijker dan U ooit beseffen kan. Er is maar één lezer, die weet wat dit werk omvat: Jan Ritman (omdat hij destijds hetzelfde deed met de Nieuwsgier). En Jan klaagt NOOIT, al is hij ondanks zijn enorme nut de meest ver waarloosde sobat van Tong Tong. Dit is de eerste keer in het bestaan van Tong Tong dat ik over mijn werk schrijf. En meteen de laatste. MISSCHIEN wordt alles later beter. MISSCHIEN. T.R. MANTRI-VERPLEGER vraag ik me wel eens af hoe je deze bestaansstrijd van Tong Tong ziet, u elke oog merken je hebt en of er van een bewuste planning sprake is." v. D. Ja, ik heb oogmerken en plannen, maar praat daar (vooralsnog) niet over. Wat me in mijn vele moeiten met Tong Tong soms treft is mijn overeenkomst met een dokter die ik in krijgsgevangenschap bezig zag met een patient. Ik moest diep in de nacht wegens dysenterie naar de latrines. Het hele kamp sliep en was pikdonker. Op de terugweg zag ik een lichtschijnsel in één der barakken. Een raam stond open en nieuwsgierig keek ik naar binnen. Wie zou op deze tijd nog wakker zijn? Was slaap niet onze enige verlossing in onze uitzicht loze ellende? Ik zag een patient met naast hem een dokter gehurkt. De dokter gaf de patient de een of andere transfusie. De patient was in mijn ogen lijk: loodkleurig, uitgemergeld, volslagen buiten bewustzijn met een bij kans reutelende ademhaling. De dokter let te daar echter niet op. Met waakzame schit terende ogen achter zijn bril bestudeerde hij de meetapparaturen aan het transfusie toestel. Hoe lang zat hij daar al gehurkt? Waarvoor vocht hij eigenlijk? Wat voor loon zou hij ervoor krijgen? Wat had hij als Indo te maken met die Britse arbeider van Liverpool die daar kennelijk stervende was? Na een hele tijd kijken ging ik naar bed. Enkele dagen later zag ik die patient voor zijn barak zitten. Hij LEEFDE! Het on mogelijke was gebeurd. De dokter was al weer druk bezig met z'n tropenzweren en andere ziekten: sjouwerswerk. Toch is die nacht een wonder gebeurd, onmeetbaar met motieven, beweegredenen logica. Is de dokter zelf intussen dood mis schien? Is zijn patient miljoenair geworden of moordenaar of ook dood? Wat doet het ertoe? Ergens in dit wonderlijke universum moeten wij vaak dingen doen die wij niet begrijpen. In ben op de een of andere ma- rier met tong tong bezig. De patient is (uit)-"stervend". Ik zit maar met dit trans fusie-apparaat. Bovendien ben ik niet eens dokter, maar "let us say" mantri-verpleger Zal de patient leven? En waarvoor? Ik weet het niet. Ik kijk...that's all... T.R. Zie verder pag. 22 ONAFH. IND. TIJDSCHR. - 11e JAARG. No. 19 Pr. Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tonq Tong DenHaag - Tel. 070-54.55.00/54.55.01 - Giro 6685 Uitgave: Publ. en Handel Mü Tong Tong N.V. Directie en Hoofdredactie: Tjalie Robinson. Verschijnt de 15de en 30ste van iedere maand. Prijs per nummer f 0.85. Abt. Nederl.: kwart, ƒ4,50; halfjf 9.jaar 18,Abt. Europa: jaar 23, Abt. buitenl. (p. jaar en p. luchtp.): Australië en Nw. Zeeland f 63.Indonesië f 58,Z.-Afrika en Z.-Amerika 48.Canada en V.S. f 39, Suriname en Antillen 33,Abt. buitenl. (p. jaar en p. zeep.): voor alle landen f 28, ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ VOORUITBETALING VERSCHULDIGD ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN REDENEN GEWEIGERD WORDEN ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE TROPENGORDEL. De directie behoudt zich het recht voor hen die schadelijk geacht worden voor het welzijn van Tong Tong als abonnee te weigeren of af te voeren. 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 2