ONZE set Placemat plus servet f 3,50 incl. porto HET GELUK VAN HET JAGEN LANGS WILDPADEN DOOR CERAM'S HEUVELLAND (slot) Het origineelste cadeau ter wereld met zijn feestelijke Balische KEBOGAN- motief "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk". JOSé ORTEGA Y GASSET Dagen na de brand zagen we ons heu velland pas weer terug; nu niet meer zwart en doods, maar zachtgroen en lieflijk. Een teer waas van groen bedekte heuvels en ravijnen, boompjes en heesters prijkten in knop en jong blad; in de tropen herstelt de natuur zich gauw. Langs Paddock-Hill klommen we behoed zaam omhoog, op deze weide-helling met z'n verspreide bamboe-bosjes hadden we al meerdere malen herten opgestoten. Naar het Oosten liep de helling steil omlaag in de „Canyon". Het terrein systematisch af speurend, ontdekten wij een honderd me ter beneden ons een grote, grijs-rode sa vannen-ever, die rustig stond te wroeten. Het was een kapitaal zwijn, niet veel klei ner dan Red-Tank. Hans zou schieten en hij nam mijn haarzuivere Lee Enfield .303 van me over. Dit was geen job voor zijn lichte Jungle-Carbine. Hans, verreweg de oudste van onze club en met bijna 14-jaar oudere ogen dan ik, was onbetwist de beste ,,long-range"-schutter. Hij liet zich een eind op z'n zitvlak omlaagglijden, toen ineens een reuze nadouw; ik veronderstel de dat Hans hals-over-kop omlaagduikelde. Hij van zijn kant dacht, dat ik onderuit was gegleden. Het bleek een hert te zijn, dat vlakbij opgesprongen was en door struik gewas heenbrak. De ever had alleen even opgekeken, maar wroette toen weer rustig verder. Het schot viel veel te vroeg en de kogel ging wild, Hans was niet gewend aan mijn scherp afgestelde trekker. De ever keerde zich met een ruk om, weer viel een schot en sloeg over hem heen in de grond; de ever verdween in ren. De Canyon heeft ons nooit geluk gebracht. Schoot hier eens driemaal achter elkaar op een hert mis (met de scheve korrel!I); keek na het eerste schot alleen op en draaide, met de grote ogen. Op een late middag schoot Hans hier een grote ever aan, die in het dichte bos verdween. Voor dag en dauw was Hans op het zweetspoor van Si Koekoe, die wel fanatiek was maar weinig ervaring had. Hans liep voorop en ontdekte ineens vóór zich een bijen-nest; noodzakelijk moest hij toen zijn veter vast maken, die niet los was. Si Koekoe wacht te daar niet op, maar draafde met de spuit klaar om te schieten en zijn neus op het spoor enthousiast verder. Natuur lijk liep hij pal met zijn snuffert tegen het bijen-nest op. Gemeenl???, jagers-training is hard. Kreunend, met spleetoogjes, een toma- tenneus en negerlippen werd hij voor een dag van de sterkte afgevoerd. De schooi ers hadden er nog pret over ookl We stonden op de rand van een kaal- gebrande vallei, waar alweer een zacht lichtgroen waas over lag en een 70 meter verder naar beneden was dicht bamboe bos. Ineens fluisterde Hans: ,,Jim, watch it, vóór je, schiet jij maarl" Tuurde de bos rand met de door vuur gespleten en door elkaar gevallen bamboe's af, maar zag niets. „Recht vóór je, naast die verkoolde stronk", fluisterde Hans ongeduldig. Hij wilde mij laten blazen, omdat hij zijn schiet ijzer oudergewoonte als een rekstok op zijn nek piekelde (niet erg praktisch, zeker niet voor een snelle aanslag, zoals nu weer bleek). Afgepast 5 pas voor me stond doodstil en prachtig gecamoufleerd door een zwartgeblakerde boomstam, een mid delmatig zwart boszwijn, waar ik finaal overheen gekeken had. Heel langzaam ging de buks omhoog toen hij plotseling een run nam. Zoals later zou blijken, groefde mijn kogel alleen even laag zijn borst. Hans pikte hem van achter, hij tolde een paar keer om en probeerde half rennend half slepend het beschermende bos te bereiken. Hans rende hem na om hem met zijn bo- wie-mes af te maken; als 't even kon dan schoot hij niet. Ineens draaide het zwijn zich om en viel naar hem uit; mijn soft- nose vlak onder de ruggegraat gooide hem om. Intussen was het donker geworden en daalden we af, zwartrok aan een stammetje tussen ons in bungelend. Als gewoonlijk was ik natuurlijk stom eigenwijs en beland den we dan ook prompt in 't karang-dool- hof en licht hadden we niet bij ons. Wel eens geprobeerd om met een zwijn op je nek, in 't hardstikke donker, op hele dunne sluipschoentjes over karang-(koraal)rots- partijen rond te schaatsen??? Overdag had den we hier spleten en spelonken van drie meter diep gezien en manshoge, messcher pe pieken en richels. Langzaam ging het verder met de zwaaiende zwiepende babi. Verdween ineens met èèn poot in een ge zellig gat en kreeg prompt de knor op mijn nek; zat meteen onder het bloed en de smurrie. Hortend en letterlijk stotend ging 't verder toen ik maar al te graag Hans' aanbod aannam om voorop te lopen, die ons tenslotte heelhuids (nee da's niet waar!) door het doolhof loodste en in het bivak terug bracht. De vele littekens op onze stelten doen ons nog vaak aan dat wandelingetje herinneren. Natuurlijk niet alleen Hans en ik, ook alle anderen beleefden talloze avonturen. De streek was zo wildrijk en ongestoord, dat wanneer wij erop gingen altijd wild zagen. De volgende avond schoot Mac, die tegen zijn gewoonte hier ongeloofijk veel pech had gehad, een middelmatige ever vanaf Moordheuvel. Hier hadden tij dens de vorige detachering, zowel Hans als Willy een doublet geboekt en schoot ik de kwaadaardige ever waarmee ik het record voor het zwarte boszwijn brak; dit was de zesde en laatste die vanaf de Ja panse vliegtuig-wal op de airstrip sneu velde. Nog een dag later redde Si Koekoe zijn eer door met een mooie ever thuis te komen; hij begon het jagen al aardig te leren. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 8