PASAR MALAM Voor het eerst op de 12 oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo PASAR MALAM 28 JUNI t/m 1 JULI HOUTRUST o ooooooooocxxxxxxx>oooooooooooocxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx>6 „Nanti malam moelai djamada kront jongconcours, tampatnja muziekpaviljoen Koeion", maar bovenal door het af te ste ken vuurwerk, dat kan wedijveren met vuur werk dat in Europa te zien valt. Alvorens, dat aangestoken zou worden deed de Bataljonsmuziek vele malen een rondgang over het terrein, met achter zich 'n aangroeiende menigte van feestgangers. Voorop de Heer Bakker, jarenlang admini strateur van de Gem. Gezondheidsdienst, in 1933 mijn vervanger als Commandant van de Brandweer - een functie die ik tij delijk naast m'n werk vervulde. Hoewel Bakker geen staf ter beschikking had, gaf hij als een volleerde tamboer- maitre fier armzwaaiend het tempo aan. Later, toen hij een uniform als commandant "droeg, deed hij het met nog groter enthou siasme en geestdrift. Het crisisjaar 1929, waaraan de ouderen onder ons nog herinnering hebben, stelde het Comité voor de vraag: wel of geen P.G.? Het niet houden zou, volgens Slees- wijk, de rust onder de bevolking in gevaar brengen. Zo ernstig behoefde het niet te worden ingezien: de P.G. 1929 is gehouden, de resultaten waren zelfs gunstig. Maar ook toen, die dreigende regen bij de opening. Weg zon, een grauwe hemel en een storm als hachelijk voorteken van een tropische regenbui. Nog meer wind en toen slag regens, al liet ook daardoor niemand zich ontmoedigen. De opzet van deze P.G. onderging door het aanbrengen van de Westelijke Ingang een ingrijpende wijziging. Burgemeester Meijroos zou het openings woord spreken vanuit de „IJzeren Toren", onzichtbaar opgesteld ver van het terras, waar een uitgelezen gezelschap wachtte op de dingen die komen gingen. Opeens da vert een stem door de luidspreker: onver staanbare woorden van de Edelachtbare Burgervader. Waaraan dit spraakgebrek te wijten was kon niemand bevroeden. De proefneming viel letterlijk en figuurlijk in het water. Opnieuw maar nu rechtstreeks richtte Mr. Meyroos het woord tot de aan wezigen. Ende fontein spoot, de mu ziek klonk, de Pasar Gambir 1929 was ge opend. ONDANKS MALAISE: MADJOE De tiende P.G. 1930, in welk jaar de malaise nog steeds voortduurde, onder vond ondanks de algemene moedeloosheid grote belangstelling. Mr. Wiessing schreef in „De Jaarbeurs": „Parallel met de tijdelijkheid van de Pa sar Gambirgebouw en het bouwmateriaal verschijnt de tijdelijkheid van personen, welke zelden lang op dezelfde plaats wo nen. Dat blijkt uit het programma, waarin de namen der Comitéleden in vermeld staan. Op een enkele uitzondering na staan daar geen twee dezelfde namen. Door dat steeds nabije spook der „tijde lijkheid" ontstaat een drift, een élan, dat we in het oude Europa soms node mis sen. In 1931 werd 't Ned. Paviljoen in Parijs, ar- chitekten P. J. A. Mooyen en Zweedijk door brand verwoest. Enkele maanden later, op de middag van de 25ste augustus, de dag vóór de opening, ging de middenpartij met de hoge lichttoren van de 11de Pasar Gam bir door een felle brand verloren. In kor ter tijd haast dan het zich vertellen laat, stond het hoge gevaarte in vlammen en stortte de toren krakend ineen. Het aantal officiële personen dat daar van getuige was, was legio. De redaktie van het Nieuws van de Dag schreef: „Als straks de nieuwe G.G. arriveert, zal het moeilijk zijn méér kopstukken op te merken, dan gisteren bij de brand." De laatste, die Burgem. Meijroos open de was de P.G. 1932. Ook nu, evenals in vorige jaren, stonden de gebouwen in de rustige hoek van het Koningsplein. Ook nu, evenals vroeger, met een fan tastische illuminatie van vele torens en torentjes, die de contouren tegen de don kere lucht prachtig deed uitkomen. Voor het eerst een parterreverlichting langs de perken en paden, alles het werk van de technici van de Gas- en Electr. My De Gebr. Waldman hadden het Pano rama Jeruzalem, dat eens in Amsterdam het oog van duizenden streelde, hier naar Ba tavia gebracht. Het had hier ook veel be zoek. „SAT" KAMBING STIJL" Alles ging dat jaar goed, ondanks de voortdurende crisis. De Pasar Gambir 1933 had zijn nieuwe voorzitter, Batavia een nieuwe Burgemeester, Ir. Voorneman, die met gloed en bezieling zich inwerkte in beide functies. Tot een avondbezoek was nog geen en kele Landvoogd gekomen, maar de P.G. 1933 ontving zo'n bezoek van de G.G. en Mevr. de Jonge. Het gold een speciale ge legenheid en er waren vele gasten die Burgem. Voorneman een welkom toeriepen. Voor deze P.G. gold, dat de mogelijk heden van bamboe als tentoonstellings materiaal wel bijzonder goed waren benut, hetgeen vooral sprak uit de opzet van het paviljoen voor Indo-China. Deze stijl kreeg al gauw de bijnaam Sateé-kambing-stijl" vanwege de pinakels op de daken aange bracht. De bouw van de P.G. gaf in het tijdsbeeld waarin wij leefden een goede gelegenheid voor werkverruiming. Het economisch kwartaalrapport van de Residentie Batavia memoreerde: dat door de bouw vele han den werk vonden. De P.G. 1934, de 14e in volgorde, de 12de van mijn hand. Zij werd onder grote belangstelling van „tout Batavia" door Burgem. Voorneman geopend, na eerst het overlijden van Koningin Emma en Prins Hendrik in herinnering gebracht te hebben. Voor het houden van deze P.G., werd wederom de vraag gesteld of het niet beter ware, gezien de weinig rooskleurige eco nomische toestand, deze niet door te laten gaan, maar ook nu werd besloten „door gaan!" Pasar Gambir 1935, de laatste die ik heb ontworpen, eist een woord van waardering voor de Heren Timmermans en Steenstra, voor hun zorgvuldige uitvoering van het moeilijke werk. Ook de aannemer Phang Teng Yam betrek ik in die hulde: alle P.G.'s behalve die van 1925 heeft hij met zijn be kwame medearbeiders opgebouwd. Laat ik dan niet vergeten mijn vriend Klerks, de altijd klaarstaande secretaris te gedenken. Hij werd opgevolgd door André Wiltens die ook een woord van waarde ring toekomt. Voor 1936 ontwierp architekt Robert Deppe de Pasar Gambir. Hij schreef: „Dat kan ik er wel tussendoor doen. Ik stopte een pijp, zette mij voor m'n tekenbord om de P.G. te ontwerpentoen gingen mijn ogen open en besefte ik pas wat daaraan vast zitenz." Wie na Deppe met evenveel fantasie als hij het sprookjesrijk voor de grote en kleine mensen in Indië's hoofdstad heeft ontwor pen, weet ik U niet te vertellen. En tocher is nooit één dag na ons heengaan uit het land vol schoonheid en herinneringen voorbijgegaan, zonder aan Indië en het interessante werk dat ik er had, gedacht werd. Nu de foto's opnieuw door mijn harlden gaan, komen stuk voor stuk fragmenten uit het geheel van al die Pasar Gambirs naar boven. Dat zou weemoedig kunnen stemmen, maar er was en is zovepl meer dat onze belangstelling vraagt en had en dat aan leiding geeft om met een groot gevoel van dankbaarheid terug te kunnen denken aan ons leven onder de tropenzon. O rrYVTYYl^-^ In vier maanden tijd heeft een kleine groep Tong Tong abon nees onder leiding van Dr. Soedjaja (hoofd van de Indon. School) wekelijks teroes gepoekoeld en zijn zover dat ze voor het voetlicht durven treden. Dagelijks één voorstelling en zaterdag drie uitvoeringen! 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 6