Welkomstrede voor de PASAR MALAM door T.R. Bij deze negende verjaardag van de Pa sar Malam van Den Haag gaan onze ge dachten terug naar de grote voorganger en inspiratie ervan: de Pasar Gambir te Batavia en zijn stichter in 1812 - dus 155 jaar geleden - Sir Thomas Stamford Raffles, die deze Pasar Gambir stichtte „to mark the anniversaries of the birthday of his Gracious Majesty King George III, and bring together in friendly festivities the white and native inhabitants of Batavia." Het was dus eigenlijk alleen een soort ver- jaardagskermis, Dames en Heren, maar A. het was de eerste maal in de koloniale historie dat „white and native" burgers samen feestvierden, B. zó scheen dit een voudige feest te voorzien in een behoefte, dat de Pasar Gambir in leven bleef ook na de teruggave van de koloniën aan Neder land. Sindsdien werden op de Pasar Gam bir altijd de geboortedagen van Nederland se koningen en H.M. koningin Wilhelmina gevierd. Wie in komende jaren Pasar Malams viert en „happy and rich" is, vergete de man niet die dit 150 jaren geleden moge lijk heeft doen worden. Mag ik Zijne Ex cellentie de Ambassadeur van Groot-Brit- tannië onze gelukwensen aanbieden voor „such a proud history and so great a man". De Pasar Gambirs schommelden echter in belangstelling en belangrijkheid en dreig den zelfs geheel weg te sterven tot in 1921 de toenmalige resident Hunger de Pasar Gambir nieuw leven inblies met een nieuw en uiterst belangrijk karakter: als een jaarbeurs waarop de mooiste produc ten van nijverheid, cultuur en handel van Oost en West elkaar zouden ontmoeten. In ons midden - „bon sang ne peut mentir" -, is een neef van deze resi dent Hunger aanwezig als eregast, de se cretaris van de Kamer van Koophandel van Rotterdam Mr. Hunger, die van de eerste dag af, ons schuchtere begin negen jaren geleden, een onwrikbaar vertrouwen heeft gehad in een uiteindelijk succesvole toe komst en daarvoor elk jaar trouw bij de opening aanwezig is geweest, hoe druk hij het ook had met de vele enorme projecten van Rotterdam. Wij zijn beide Hungers zeer erkentelijk. De Pasar Gambir maakte daarna een gpweldige sprong voorwaarts, die in het bijzonder gestimuleerd werd door een ar chitect die sindsdien bekend zou blijven onder één naam: „De Grote Pasar Gam bir Bouwer" J. H. Antonisse, die elk jaar weer een nieuw dorp schiep uit natuur- materialen (bamboe, atap, hout) maar mo dern westers en feeëriek verlicht met electrische lampjes. Elk jaar weer een nieuwe stijl, nu eens Menangkabouws, dan weer Toradjas, nu eens Balisch, dan weer Bataks. Indonesië bood hiervoor een on- 'afzienbaar terrein aan mogelijkheden en Antonisse lééfde erin. Met zijn bouwwerken groeide de Pasar Malam als een meteoor. En zó Batavia's jonge burgerij van die dagen heeft geïnspireerd dat NU deze Pasar Malam eruit gegroeid .is. Dames en Heren, wij hebben de heer Antonisse in ons midden. Laat ons hem de hulde brengen die hij zelfs na zovele jaren nog steeds ruimschoots verdient. Dames en Heren, de Pasar Gambir heeft natuurlijk vele andere uiterst verdienste lijke bouwers gekend in organisatie en za- kelijk-culturele opzet. Wij hebben gemeend 'enkele van deze „vaderen" van de Pasar Malam te eren in hunne zonen en daartoe op deze Pasar Malam uitgenodigd van de toenmalige vice-president van de Raad van Justitie te Batavia Mr. W. J. M. Plate de zoon Prof W. F. Plate ons allen welbekend als de ooievaar van onze Prins Alexander, de zoon van Dr. Bouwe Vrijburg, die o.m. de karapan rennen op de Pasar Malam in voerde en die heel Indië door bekend was als de stichter van de Friese Terp te Pengalengan. Hier is zijn zoon Ir. Ad. Vrij burg. Tenslotte de heer Mr. Khouw Koey Tin, kleinzoon van de majoor der Chinezen te Batavia, een man klein van stuk, maar van ontzaglijke daden Khouw Kim An. Mr. Khouw, wees welkom! Wij willen ook nog de namen noemen van Dominique Berretty, de zoon en naam genoot van de onvergeetlijke persman Ber retty die op de Pasar Gambir de eerste radio-telefonische verbinding tot stand bracht met Nederland. En Klerks Jr, de zoon van Paatje Klerks, de bescheiden man op de achtergrond met toetoep en topi singkeh, de geduldige maar efficiente mo tor, die zoveel inspirerende ideeën tot wer kelijkheid heeft kunnen brengen. Beide junioren kunnen door afwezigheid in het buitenland nu niet in ons midden zijn, maar we zijn ze niet vergeten. Noch immer hunne vaders. Hiermee willen wij per sé niet te kort doen aan andere verdienstelijke bouwers van de Pasar Gambir - wij hopen ze een andere keer de hormat te bewijzen die wij hen altijd in ons hart blijven toedragen. Maar ik wilde nog één naam noemen uit het oude Indië, Dames en Heren, de Land voogd, die meer dan welke andere GG ook het lief en het leed met zijn burgerij heeft gedeeld in dagen van uiterste nood. En dit deed met kalme eenvoud en grote waar digheid. Wij kunnen hem nooit vergeten: Jhr. mr. Tjarda van Starkenborg Stachou- wer. Excellentie meer dan in naam: in ka rakter en moed. Het is een eer U in ons midden te hebben. Dames en Heren, hoe kort de Pasar Malam ook nog bestaat, woorden van af scheid zijn er ook. Eén wil ik er noemen en dat is ons woord van afscheid aan de Voorzitter van de Kamer van Koophandel van Den Haag de heer van Geleuken van den Brugge te Hunsel, die van de eerste dag af onverwoestbaar heeft geloofd in een grootse toekomst en acht jaren ondanks veel scepticisme blijmoedig en vol ver trouwen de Pasar Malam heeft geopend en nu de tijd gekomen acht deze plechtigheid te laten verrichten door een andere Heer. Mijnheer van Geleuken, wij blijven U tot op de grond van ons hart dankbaar voor dit vertrouwen en hopen het nimmer te be schamen! Dat Dames en Heren, enkele hormats aan ons roemrijk verleden. Zou ik woorden van dank moeten wijden aan vedienstelijke medewerkers in het heden, dan zou ik morgen nog niet klaar zijn. Ik wilde daarom alleen één instantie noemen: de Indone sische Ambassade die met een gebaar, In donesië waardig, zijn kostbaar gamelan in strumentarium heeft willen uitlenen om U te ontvangen op de tonen van de kebo giro, de klassieke openingsmuziek bij de verwelkoming van gasten van distinctie. Als U nagaat dat dit instrumentarium ver zekerd is moeten worden voor een halve ton alleen om een groepje tong-tong ama teurs erop te laten spelen en als wij na gaan dat onze instructeur de heer Soed- jaja driedubbele examenklassen in de steek heeft moeten laten om goede muziek te garanderen, doet U graag mee met dit applausje. Wij geven wat later de heer Soedjaja zelf nog even met woord, maar menen te moeten besluiten met een antwoord op een technische vraag: Wie zijn verantwoor delijk voor de successen van onze kleine Pasar Malams nu? Dat, Dames en Heren, zijn degenen die nu in het voetspoor treden van de heer Antonisse, de wérkelijke bou wers Edlelie en mijn zoon en schoondoch ter Rogier en Ellen Boon. Ik wens het drie tal (al zijn het geen architecten) even grote succes toe als hun illustere voorganger Bapah Antonisse. Dames en Heren, en dat was dan het zuurdesem van een groot verleden. Ik hoop dat dit zuurdesem nog vele belangrijke welvaartsbroden zal mogen blijven voort brengen voor Den Haag, de stad met de oudste en grootste Indische gemeenschap ter wereld. Waarvan het me een eer is haar Burgemeester Mr. van Kolfschoten nu uit te nodigen om de openingsplechtig heid te verrichten. Ikzelf heb - eindelijk - gezegd. Ons vorige nummer (met de Moesi- voorplaat) was fout gedateerd. Dat was het blad van VIJFTIEN juni. Dagelijks een geweldige keus uit Indische en Chinese snoeperijen en dranken. Van een eenvoudige koppie toebroek af tot een fan tasierijke toren van een IJs Shan ghai toe! PASAR MALAM 28 j'uni t/m 1 juli HOUTRUST 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 7