BERRETTY Zo duur "TITULATUUR" Op mijn kantoor hangt het portret van Berretty. Naast de "Hall of Fame" van de Indo Community Center "De Soos" in Amerika is dit misschien het enige kantoor ter wereld waar het portret hangt van deze pracht kerel, die wat in kringen van kleine mensen ook van hem gezegd wordt en wat daar ook waar van mag zijn, een vent was met een hart, met branie en ondernemendheid, met karakter en originaliteit. Een man die aan één tafel gezeten heeft met de grootste pers-pioniers ter wereld, en nimmer zijn eenvoudige Javaanse moe der vergat. Die hij met trots en liefde pre senteerde aan él zijn gasten, ook al was zij "maar in sarong en kebaja". Een man die gevochten heeft zijn ganse leven en vocht tot de laatste minuut toe. Hij was Indo in een Indische maatschap pij. Dat wil dus zeggen een man met een handicap in een maatschappij die misschien als geen andere samenleving ter wereld enig benul had van publiciteit en verant woordelijkheid om te getuigen. Dominique Berretty getuigde. Met een grenzeloze spontaniteit en onbe vreesdheid. In een ambtenarenmaatschappij, die prac- tisch alleen benul had van model missieven schrijven, en waar ik eens zijn domheid heb fioten kwalificeren als "een man die niet eens zijn C-4 haalde" (niet slaagde voor commies 4de klasse!), waar een Indo journalist een witte raaf was, stichtte Ber retty niet alleen één van de grootste pers- bureaux van de wereld, maar ook diverse bladen. Zijn meest bekende: "De Zweep". Een naam die voor zichzelf sprak. In een Er wordt eigenlijk veel te gauw en veel te onrechtmatig gemopperd op winkeliers die naar de mening ven vele eenvoudige lieden barang uit Indonesië met "schandalige woe kerwinst" verkopen en beslist "onmetelijk rijk" worden met de verkoop van tjangoks, oelekans, bakoels, asem en trassie. "Ja-illah! Zoiets kost maar lima benggol en hier vragen ze maar drie-vijfennegentig! Koerang adjarl" Vragen we zulke mensen waarom ze zelf dan niet importeren, dan is het antwoord meestal: "Geen tijd! Banjak soesah! Bij wie moet ik kopen!" Dat is juist geoordeeld. Wanneer we dus barang uit Indonesië (of Amerika of Brazi lië of Rusland) willen hebben, moeten we mensen vinden die tijd maken om te impor teren. Dat kun je niet als je ambtenaar bent of burgemeester of bioscoop-exploi tant. Je moet dus "berdiri di kaki sendiri" om te importeren. En je moet dan toch ook zó verdienen dat je gezin ervan leven kan, je huis-, magazijns- en winkelhuur betalen kan en de immer gulzig klaar staande be lasting een flinke kluif toegooien. Dan kan je aan je werk gaan. Leveran ciers uit Indonesië zoeken (ze staan niet op een rijtje klaar op Priok, boleh pilih, boleh tawar!) invoervergunning aanvragen, ingewikkelde lijsten invullen, betalen. De contactman in Indonesië moet naar de pa sar (of producent). Daar koopt hij zijn ba- maatschappij waar "gezweept worden" vaak dociel gedragen werd, nam Berretty zélf de zweep op! En joeg hij groten en kleinen tegen zich in het harnas als weinig anderen vóór of na hem. Een volk als het Franse, het Engelse of Amerikaanse zou Berretty geëerd hebben in tal van biografieën of romans, in reeksen anecdoten. Het typeert de kleine, confor mistische, hypocritische Nederlandse maat schappij dat zij tot nog toe Berretty dood gewoon niet heeft aangekund. Maar wij durven hier te voorspellen: van alle Indo's en Indische Nederlanders in ruimere zin zal Berretty de man zijn die nog het vaakst en het langst herdacht zal worden. Niet om "verlate eer" te bewijzen aan een grootheid, maar doodgewoon omdat in een wereld van vervlakking en gelijkscha keling de enkeling nooit vergeten kan wor den die waarlijk vrij en onafhankelijk was, die durfde te spelen met hoge inzetten ook al had hij iedereen en alles tegen zich. Is Berretty denkbaar met een "karèt- leven", veilig van de wieg tot het graf? Met eindeloze schaal-proporties of pen- sioen-optrekkinkjes? Met zorgen om dub beltjes en "om wat de buren zeggen"? Daarom is hij vergeten. Door iedereen die alleen in bovenstaande termen denken kan. En met hem zijn zoveel andere "krankzin nige Blanda's" en "gekke Indo's" vergeten, die het leven daar bij al zijn zorgeloosheid en gezapigheid toch wel periodiek vuur en schilderachtigheid, en dynamiet en karakter gaven! Ach bij al dat gedrens NU om wél te vergeten of niét te vergeten, wie LEEFT?! T.R. rang, transporteert het naar huis (kost geld) laat het inpakken (kost geld), vraagt export vergunning (kost geld), laat de barang naar Priok brengen (kost geld), en opslaan in pakhuizen (kost geld), laadbrieven, connos- sementen klaarmaken (kost geld) en einde lijk gaat de boel overzee (kost geld), moet hier in Rotterdam opgeslagen worden (kost geld), inklaring en accijnzen betalen (kost geld), laten transporteren naar zijn toko (kost geld), ontpakken, sorteren, kapotte barang weggooien (kost geld)... en dan kan hij eindelijk beginnen te verkopen. En dan zegt njonja: "Ah, te duur ah! Koerang adjar!" En alle werk is voor niets geweest. Kopers hebben er niet het minste idee van hoe gevaarlijk dit werk is Hoe gauw je de publieke opinie verkeerd beoordeelt en dan verliezen lijdt (en kooplui worden niet "opgetrokken", die gaan failliet! Tjies! Bodoh!). Kopers weten ook niet dat ze al sinds jaar en dag voor alle importartikelen van overzee (koffie uit Brazilië, jurken uit Ame rika, thee uit Assam, lampions uit Japan) "veelsteveel" betalen. Maar van die artike len weten ze niet beter of ze kosten nu eenmaal zoveel. Maar die antieke prijs van "lima benggol" zit de meeste Indischgasten nog steeds veel te dwars. "Forget it, folks, forget it!" Bedenk alleen of je het mooi of lekker vindt én of je het ervoor over hebt. En betaal of ga weg. Maar mopper niet meer... KOMISCHE HERINNERINGEN Najaar 1919 8e bataljon infanterie 2e com pagnie in Malang als milicien. De hele com pagnie op oefening in de streken Mendit (Wendit); wij hadden een goede drie uur tjes in het veld geoefend en kregen wij bij die badplaats rust. Als kapitein hadden wij een compiescommandant, die veel in Atjeh had rondgezworven; dat was kapitein van Haeften, een pracht van een officier van het K.N.I.L. Zo kwamen wij dan in rust bij die zware oefening en gingen wij in twee kleine prauwtjes het meer op. Wij waren heerlijk in het midden van het meer aan het spele varen, toen- er plotseling verzamelen werd geblazen. Het eerste prauwtje spoedig naar de kant geroeid, doch waar ik in zat verloor de roeispaan en konden wij niets anders doen dan maar in het water te springen en naar de kant zwemmen. Wij met z'n vieren kwamen natuurlijk te laat op appèl en ver wachten wij ook nog een flinke schrobbe ring van de compagniescommandant; edoch toen de kapitein ons zo druipnat in het ge lid zag staan, moest hij toch wel in lachen uitbarsten, want die coupe was afgesproken werk van de andere milicien om ons die bak te stoven. Al met al, hadden wij in de derde lichting der najaarsmilitie 1919 onder commando van kapitein van Haeften een prima militaire tijd medegemaakt; deze officier wist heel gemoedelijk met z'n manschappen uit te wijden en hadden wij allen heel veel dank aan' hem bij het afpresenteren uit de mili taire dienst Si Klaas "Aan den HAWELEd. Heer Tjalie..." Adressering van PIENEMAN Moest u ook niet even tweemaal lezen? Ik heb me kripoet gelachen! Overigens zijn de brieven van Pieneman te lang om ze in hun geheel te plaatsen. En té pedes vaak! Zelden lees ik brieven met zoveel bitter heid naast toch ook zoveel groothartigheid als van Pieneman. Men zegt vaak dat Tong- Tong "ruzie maakt" of veel te scherp is. Maar lees Pieneman, als hij het b.v. heeft over het onbegrip ook t.a.v. zo'n reünie in het Kurhaus: "...wat kan het de Nederlan der in zijn welvaart verd... wat jij en ik in Ambarawa hebben meegemaakt!" ...of over lijden daér en lijden hier "...Ambarawa, maar ook de hel van Eindhoven hier toen ik door Hollandse verpleegbeesten nog erger als door de Jap mishandeld werd, bij de dag!..." Rancune? Onvedraagzaamheid? Vitzucht? Ah meneer, ik heb ook vijftig jaren in de Oost geleefd hoor! Als er eens een Indotje of een "ouwe Jan" (fuselier van het oude K.N.I.L.) of een Indisch mevrouwtje dat in de oorlog BUITEN heeft gezeten, plotseling opvliegt en een uurtje lang "alle gal uit gooit"... schreeuw niet terug, luister, BE GRIJP. Want op mijn woord, massa's Indi sche mensen, al zwijgen ze, hebben meer geleden dan hel en hemel samen verant woorden kunnen! Howgh! T.R.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 10