SERPASIL EN IMITINE Ah, Wonderlijke, nimmer gekende be- scha"ing van vandaag! Super beschaving! Redding van de mensheid in de construc tie van een universum waar alles loopt op algebra (en: "Weg met God!") - waarin onze feilbare hersens op alcohol gezet kun nen worden en we ALLES uitrekenen met computers - waar we met nog onopgeloste transportproblemen al de lucht in snorren in maanraketten - waar we de Bron van Alle Nieuwe Leven bouwen in een paleis van glas en beton: Het Laboratorium voor Kunstmatige Inseminatie der Nieuwe Mens heid! Heil, Heil, HEIL!!! En vooral de minder gestudeerde mens is zó verbijsterd dat hij alleen als een boerke-van-buten mee kan brullen: Vooruit! Vooruit! Vooruit! En nooit meer omkijken! Niet meer omkijken naar de natuur. Niet meer omkijken naar de tropen, die "onder ontwikkelde gebieden". Weg met de hout klank van de tong-tong, maar voortaan de metalen motorklop van de machinesl... Maar de allerknapsten in het Westen hebben het hoofd koel gehouden. Zij lopen langs de vibrerende reuzenmotoren van de massa's en luisteren. En meten. En ontdek ken kleine onregelmatigheden in het klop pen dier motoren - onregelmatigheden die symptomatisch zijn. En ziekelijk zijn. En on heilspellend zijn. En LEVENSGEVAARLIJK ZIJN! Deze allerknapste mensen luisteren ook naar hun eigen harteklop. En vinden dat die klop van de beenderen vingers van de dood aan de deur van onze beschaving na drukkelijker wordt. Nadrukkelijker! Wie zal ons hart genezen? In de gigantische moderne laboratoria van synthetische geneesmiddelen zoeken wij naar de ideale hart-obat, die allfe me chanische onzuiverheden genezen zal -ja ren lang - en we vinden NIETS. ,,iaar onze knapste geleerden - zij die geboren zijn met "The Exploring Mind" - blijven niet wanhopig zoeken in deze me talen fabrieken. Ze gaan de fabrieken uit. Ze bestuderen oude handschriften Ze lezen ALLE handschriften. Ook van de "Oosterse kwakzalvers", van primitieve, geminachte volksstammen. Ze gaan zelf op stap. Naar verre gebieden in stenen woestijnen en in ondoordringbare oerwouden. Ze zoeken, zoeken, zoeken. Terwijl in Pa rijs en Amsterdam de massa's fuiven en eten en zingen. En diep in de Himalaya vinden zij bij domme herders op naakte berghellingen een "waardeloze" plant met een nóg waar delozer wortel: de Rauwolfia Serpentina Benth, een wortel waaruit sinds grijze ver ledens een medicijn gebrouwen wordt waar mee zieke harten weer goed kloppen gaan. HIER is de redding. En triomfantelijk wor den de wortels meegenomen naar het blinkende, rijke, knappe Westen. En in gi gantische laboratoria wordt er het Serpisal uit bereid. En wijd verkocht in apotheken voor waanwijze massa's En ergens in de nieuwe wereld - neen, niet in Hollywood of New York of Chica go, maar in "de groene hel" van de Brazili- aanse regenwouden vinden ontdekkers de andere waardeloze plant met een waarde loze wortel: de Ipecacuanha, waarin de ba sisstof leeft, die iedereen nu kent als Imiti- ne. Obat voor zieke westerse harten. Ach ja, Toean Besars van het avondland, als de dood achter je vodden zit, als alle tovermiddelen uit de chroomnikkelstaal laboratoria je niet meer redden kunnen, keer dén terug naar de oerwouden van de tropen. Luister naar de nauw hoorbare milde houten klank van de Tong Tong temidden van het geraas der westerse stalen machi nes. Luister; luister naar de zachte stem van de tong-tong! HIER IS DE REDDING! Die rare tropen. Die onderontwikkelde gebieden waar achtergebleven volken leven. Die eeuwen lang voor de hele mensheid smaakverbeterende kruiden leverden voor de keuken. En Godsdiensten. En koffie en thee. En filosofieën. En hoogste vormen van kunst en kuituur. En "die bijgelovige kruiden van mevrouw Kloppenburg". En serpasil en imitine... Laat ze maar schuiven, die Tropen. En laat Tong Tong maar schuiven met zijn "ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARINGEN IN DE GORDEL VAN SMA RAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDER LAND TE WEKKEN VOOR DE TROPEN- GORDEL. (zie pagina 2 van elk nummer). Wij vergeten niet. Wat wij vinden, dat kunnen tijden NU nog niet openbaren. Maar wij zullen VINDEN waar anderen falen. Poekoel teroes! Er is maar één ding jammer. Dat Tong Tong niet geleid wordt door een Professor Meester Doctor Ingenieur Officier in de Orde van Oranje Nassau. Dan zou het blad misschien gelezen EN GESTEUND worden. Nu is het alleen maar een blaadje van die rare Tjalie... Maar wat wil je! Ga alle gardoehuizen langs van Indonesië. De vent die bij de ken- tongan staat is altijd de meest waardeloze schlemiel uit de kampong. Die nergens an ders-goed genoeg voor is. Zo IS het toch? Wees dus niet dom. En meet het WERK van Tong Tong niet met het mannetje dat erbij staat, maar met de kandjengbesars die door hem bij elkaar gebracht worden. En ze ZULLEN komen. Doodgewoon om dat "bon sang ne peut mentir". Omdat goed bloed zich niet verloochent. Aan Tong Tong gaan meerdere kandjengs meewerken. Ik voorspel het. Nu hebben we al drs. Mellema. En dr. de Graaf. En dr. Sunier. En wie altijd gepord wordt en altijd waardevolle inlichtingen heeft, is professor van der Pijl. Er zullen er meer komen. En over twintig jaren zal Tong Tong een tijdschrift zijn dat een GEZAGHEBBENDE stem zal bezitten voor allen die zoeken. Good, good, GOOD! Maar vergeet dan niet, dat er eens een tijd was dat een waardeloze Njo uit eigen beweging bij die verlaten kentongan is gaan zitten. Een jongen met maar één plus: dat hij luisteren kon naar zijn blanke bloed EN naar zijn bruine bloed. En op het rythme van de pulseringen van beide bloedstromen is gaan kentongen... tong tong - tong tong - tong tong... Djangan loepa, anak-koe! T.R. PERS OVER „PIEKERANS" In „Persinformatie" troffen we bijgaande recensie aan over „De Piekerans van een Straatslijper": De zoveelste druk van Tjalie's opstellen, die hij zelf beschouwt als „een cluborgaan van straatslijpers"Het is een enig boek in twee betekenissen: men zal er zo geen tweede vinden en het is tevens een leuke bundel. Dat de harten van de mensen die wij Indo's plegen te noemen, open gaan is vanzelfspre kend. Voor de „wesetlijke" Nederlanders gaat een onbekende wereld open van een marginal man", vol trots en levensvreugde, levend in het grensgebied tussen Oost en West. Boeiend és deze zeer eigen vorm van literatuur en even pakkend en charmant zijn de schilderingen van de straathaarsnijdersde betjarijders, de zakkenrollers, de spelling in Djakarta, de wonderdokter, Tante Koos en zovoort. Het is de herinnering aan een voorbije tijd. Zij die eens woonden in de gordel van Smaragd dragen het in hun hart. Zij die dat niet deden, kunnen via Tjalie's piekerans nog net een glimp opvangen van een wereldje, waarvan ze geen flauw idee hadden. Merkwaardig: hoe méér de Indischman weggeassimileerd hoort te zijn, hoe beter raakt hij „in!" Goede recensie ook, die het begrip „marginal man" blijkt te kennen. De „marginal man" is de man die óf door bloedmenging of door geestesgesteldheid „leeft in de marge tussen twee culturen". En wist U dat er méér Totoks marginal man zijn dan Indo's? De dubbele Moesson-pocket is in onze boekhandel verblijgbaar voor 8,75. JONGE PLANTERS Van het „Officieel Periodiek van het De venter Landbouw Corps en zijn Reünisten Verenigingen" kregen wij het volgende schrij ven toegestuurd, dat wij plaatsen om de op roep zijn grootst mogelijke spreiding te ge ven onder Indischgasten in de cultures: Wij zouden graag wat ingelicht willen worden over de huidige mogelijkheden voor Landbouwers in Indonesië. Daar U naar alle waarschijnlijkheid nog wel con necties heeft aldaar, kunt U ons wellicht enige informaties hieromtrent verschaffen. U zou ons ook enorm helpen met het noe men van een paar adressen van mensen vanwie U vermoedt dat ze wel bereid zijn er iets zinnigs over te schrijven. Het is voor ons n.l. ongelofelijk moeilijk in ceze tijd een goede baan te krijgen. Slechts 30% van de afgestudeerden lukt het vrij spoedig wat te vinden. Wat ik voor mogelijk acht, is dat er onder uw lezerskring mensen zitten, die belangrijke gegevens kunnen verstrekken over sollicitatie-adressen. Het is n.l. ons grote probleem. De schoolleiding schermt met mooie betrekkingen, maar in de prak tijk komt er niets van terecht. En dat, ter wijl de belangstelling voor het Instituut ieder jaar oeneemt. Ons adres is: Postbus 11, Deventer. W. Everts Hoofdredacteur. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 14