DE INDISCHE OUD-STRIJDER de eerste Indische SELAMAT MANDI badhandoek f. 5,95 WWW HERINNERING VAN EEN OUD-INDISCH MAN, 58 JAAR GELEDEN. DE INDISCHE OUD-STRIJDER Herinnering van een oud-Indisch man, 58 jaar geleden. Ik ben een arme stakker 'n ouwe af, man, 'k Heb in m'n jonge jaren veel gesjouwd. Maar nu ik oud ben en het leger niet meer dienen kan Nou hebben ze me in de kampong wegge- douwd. Je had me moeten kennen toen ik twintig jaren was. Toen was ik een flinke kerel sterk en fier, Maar nu ik uitgemergeld ben door heel m'n ribhekasti Noemt men mij een afgedankte fuselier. Kromme beentjes stijve teentjes heb ik nou, Droge kuchjes bange zuchtjes slaak ik nou, M'n kleding oud en kaal, m'n haren vroeg vergrijsd, Leef ik in de kampong van een handvol rijst. Toen ik pas achttien jaren was ging ik naar Harderwijk, En tekende voor zes jaar naar de Oost. Met een paar honderd gulden handgeld voel de ik me rijk, Dat gaf me bij het scheiden heel veel troost, 'k Verbeeldde mij dat ik een eervol vak ge kozen had, En dat de uniform me prachtig stond. Totdat ik zag dat 'k overal in dorp zowel als in stad, Minachtende bejeeg'ning ondervond. 'k Zag de heren zich generen en 't was lam. Bij de vrouwtjes liep ik blauwtjes waar ik kwam. Café en schouwburgzaal gesloten allemaal, Voor de gesmade en verachte kloniaal. Toen kwam het heerlijk ogenblik dat ik ten strijde ging, De veiligheid der burgers Liep gevaar. Men gaf mij bloemen en ik scheen der dames Lieveling, Men bracht me aan boord en 't afscheid viel me zwaar. En toen na vele maanden van ontbering en van strijd, De opstand onderdrukt was 't land gered, Toen heeft de burgerijuit overgrote dank baarheid, Er 'n heel mooi stuk ervan in de krant gezet. Daarop kon jan fuselier z'n gang weer gaan. Niemand van de dankb're burgers keek hem aan. Toch deed hij trouw z'n plicht; steeds opge wekt en blij, Bleef hij de beschermer van de maatschappij. Toen 'k vijftien lange jaren trouw en eerlijk had gediend, Werd ik afgekeurd en toen gepensionneerd. 'k Had voor m'n hele leven dertig pop per maand verdiend. M'n' kracht was op en 't werken had ik verleerd. Nu zocht ik naar een baan, ik kon niet leven van de wind. Maar beet're krachten vond men bij de vleet. Zo k mt het dat 'k reeds vele jaren lang met vrouw en kind. Slechts rijst met wat papajabladeren eet. In een kleine bamboehut kon 'k wonen gaan. Geschuwd door kampongman en door Euro- Die van zijn renten leeft, veel geld verza meld heeft, Noemt zich royaal wanneer hij mij een aal moes geeft. Nu zal 't niet lang meer duren of het is met mij gedaan. Dan wordt ik ingepikt door magere hein. Dan zal m'n ouwe karrekassie naar het land toe gaan. Waar al die minimaal verhongerden zijn. En lig ik in de aarde zo koud gelijk een aal, Dan zeg ik bij mezelve: Ventje kijk, Nu heb je dezelfde woning als 'n dooie ge neraal. Je bent nu net als hij een nakend lijk, Met het restje van het besje is 't gedaan. Nooit zal hij z'n dertig pop meer halen gaan. Zijn leven bloed en kracht die hij ten offer bracht, Zijn verdwenen; Jantje heeft zijn taak vol bracht. F. C. M. Jansen, oud KNIL-soldaat Bronbeek. Velen ook Ik kunnen een glimlach niet onderdrukken bij het lezen van zulke poezij, maar Tong-Tong ruimt met trots en grote vriendschap plaatsruimte in voor deze „Ouwe Jannen" die vergeten, onbe kend en onbemind in Bogor, Soekaboemi, Salatiga, Batoedjadjar hun laatste levens dagen sleten. Ik heb vaak met ze gepan doerd, gepentold en ge-21d tot diep in de nacht, met kopi toebroek en ting-ting and by Jove! méér levensmoed, karak ter en onbaatzuchtige kameraadschap bij hén geproefd dan bij dozijnen gladde suc cesjonkers van de stad samen. En ook vergeet ik hun vrouwen niet, de Mina's, Sannie's en Sarina's, die trouw bij Jan bleven tot zijn laatste dag. Zijn nassie- lalap-gereh maakten zeven dagen in de week en lief luisterden naar onbegrepen eindeloze verhalen over het Rembrandts- plein en witbloemige eerpels en, Hollandse nieuwe. En eenmaal in de maand, met „hari pensioen", kwam er kip-rèt (kippered herring) op tafel of kor-nèt (beef) en kwam Jan sienting uit de Pijp, waar hij met Rinus en Arie en Hein net één paitje te veel in de totoepkraag had gefrunnikt. Eenmaal in de maand Jan, ik vergeet je nooit, ouwe rimboe loper! Al IS 't terlatoe, 't BLIJFT manisee! Manisee, manisee, 't is terlaloe, mani see! T.R. r \JFp.,Bl "rt/MU,V* Cp; ,hi nu Afmeting: 50 x 100 cm Kleur: Groen Ontwerp: Rogier Boon Kwaliteit: PRIMA Nederlands Patroon: inGEWEVEN (dus geen "tjitak"!) Hoewel geheel eigen ontwerp en uit voering is de prijs niet hoger dan de normale marktprijs voor deze objecten: Kleine reclamevoorraad geheel uitver kocht op de IXde Pasar Malam! Grote orders komen eind deze maand binnen. Wacht niet te lang! De baddoek wordt in ongeveer augustus gevolgd door een bijpassende GASTDOEK Zelfde patroon, uitvoering en kleur; afme ting 40 x 60 cm; prijs f 3, per STEL, dus 1 baddoek plus 1 gastdoek f 8,—. Samen: het hartelijkste welkom dat U Uw gasten bieden kan. Bestellingen: TONG TONG Handel, Prins Mauritslaan 36 Den Haag. WEGENS VAKANTIE bestellingen pas op het eind van de maand. Terbikin oleh. Hong, Batavia TONG! nee, niet Tio Tek maar door TONG 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 16