en het Schip Twaalf jaar tussen de Wal Met dit nummer gaat Tong Tong zijn twaalfde jaargang in. Ja, betoel, TWAALF! Hebben wij werkelijk elf jaren "tussen de wal en het schip" gehangen? Ner gens bij horend? Niet passief assimilerend en niet kwijnend terugverlangend? Hebben we werkelijk elf jaren lang spot en miskenning geincasseerd? En ups en downs en nog eens downs en nog eens downs gedragen en zijn we nochtans UP gegaan? Hebben we werkelijk standvastig ons eigen oordeel gehandhaafd tussen de donderende opinies en wilsopleggingen van het schip óf van de wal (en vaak van beide tegelijk!) en zijn we niet overleden van kleinheid, van schaamte, van ondergangswensen? Weratje nee! We staan NOG! Sekali bangoen, tetap bangoen! Lezers, proficiat! stortende periodieken, uitgeverijen en andere bedrijven om ons heen. Met snel stijgende tarieven, belastingen en prijzen... Ik heb hier op dit kantoor wel nachten lang verpletterd aan mijn schrijftafel gezeten als alle cijfers van de boeken zeiden: "Kan niet! Kan Niet! KAN NIET!" En je hersens zeiden: "Déconfiture aanvragen. Faillissement. Opdoeken. Djoblos! "ledereen doet 't toch?" Het is verbazingwekkend wat we al niet overleefd hebben. Ik heb er het afgelopen uur in oude jaargangen voor zitten bladeren en notities gemaakt, maar het werden er té veel. Herinnert U zich de 'taalstrijd' nog? En nu LEEFT Si Bentiet. Hij is niet dood en vergeten als "een katjong van Kemajoran", maar zijn uitdagende stem en zijn onvernie tigbare humor hebben alle harten ge wonnen. We hebben onze liefde voor "ons ouwe KNIL" nooit verzaakt, hóe de anti-kolonialen ook dreigden, en we hebben onze liefde voor het Land van Herkomst gaaf gehouden, hoe "Anti- Soekarnoisten" ons ook veroordeel den. En de aandeelhouders dan? Maar bij al die andere zaken die over de kop gaan, is er toch ook geen zorg over de aandeelhouders? Ja, maar deze zijn mijn VRIENDEN, die me destijds ver trouwd hebben en (soms schaarse) spaarduitjes in dit werk gestoken heb ben. Als VRIEND: mag je dit vertrou wen beschamen? TIDA BISA. En je piekert door en door en door. In Amerika heb ik in mijn vrije tijd economie gestudeerd en goed rond gekeken in het zakenleven. Want ik ben op zakengebied 'n "domme Njoo", Dat weet iedereen, toch? Zakenmen sen hadden me al geadviseerd te toe- toepen. Hopeloos. Schei ermee uit. Maar in zo'n nacht gaat toch vanuit Neen, na elf jaren "naik goenoeng - toeroen paja" als een Atjeh-marsosee, kraai je niet zo gauw victorie meer, maar denk je: wanneer komt het vol gende moeras weer? Dan besef je pas hoe het leven toch altijd was en is en zijn zal voor iedereen: een leven van afwisseling van goede en kwade tijden ...en als je voor een dubbeltje geboren bent, lééf met dat dubbeltje, naar de weerlicht met miljoenairs- of Drees- dromen, maar sta op je eigen poten, VECHT! Wat doe ik dan? Dan fluit ik zachtjes tusen m'n tan den: "Manisee manisee!" dat alleen door politiekelingen-met-oogkleppen uit Europese fabriekssteden gezien kan worden als een koloniaal soldatenlied, maar in wezen een lied is van onster felijke moed en trouw, van moed en levenswijsheid, van moed en vriend schap, van moed en geloof, maar steeds weer van moed en moed en moed... Het lied van de MENS, waar ook ter wereld, die met alles tegen, niet opgeeft en lééft! Despereert NIMMER! De weg van Tong Tong door het leven is nog steeds een patrouillegang door woest terrein. Vijfenvijftig centen in de week en de strop of de kogel, ALS GOD HET WIL EN ALS GOD DE TIJD GEKOMEN ACHT! Onze tijd is nog niet gekomen. Niet omdat Tjalie of zijn lezers zo geweldig of zo beroerd zijn, maar omdat TONG TONG NOG DE EEN OF ANDERE MYSTERIEUZE TAAK HEEFT, die eerst vervuld moet worden. Pas als je beseft dat er inderdaad nog iets Groots uit ons werk moet voortkomen, is ons bestaan van elf jaren niet meer zo verwonderlijk. Dan ga je denken: als deze soldaat vijfen twintig kogels en sabelhouwen over leefd heeft, malaria en dysenterie, pe toet en degradatie, spot en hoon...en hij leeft NOG, dan móet het Lot wel iets voor hem in petto hebben. Dus sjouwt Jan Fuselier of Kromo- wirekso of hoe U hem noemen wilt, maar weer door. Z'n twaalfde jaar in! Madjoe dan poekoel teroes! En Manisee...! TJALIE ROBINSON NA-GEDACHTE "Goed gebruld, leeuw!" zou Jan Ritman gezegd hebben na het lezen van dit artikel, maar evenals hij zullen de sobersten onder ons daarna in minder optimistische gedach ten gezakt zijn. Want niemand, die onze groei in de afgelopen jaren gevolgd heeft, kan blind blijven voor ons "fatale knelpunt" sinds de eerste dag: dat Tjalie nog steeds niemand naast zich heeft om hem te helpen. Dat er in deze zware taak geen ontspan ning is en dat met zijn eventuele instorting alles instort. WIE KOMT HELPEN VOOR HET TE LAAT IS? 3 Als er één karaktertrek van Tong Tong is geweest, die wij door alle jaren hebben hooggehouden, dan is het die van de Menselijkheid boven alles. Die ons deed weigeren mee te loeien met welke kudde ook, die ons vriendem deed verkiezen boven soorten, die ons het ware, het eerlijke en het zuivere deed kiezen boven welke "algemene tjap" ook. Wij zijn allemaal ook "sadder and wiser" geworden. Als Indonesië koud en onverschillig blijft voor de stem van onze tongtong, als "poelang" verder af blijft dan ooit tevoren, we aanvaarden het. Als Nederland nog steeds geen begrip opbrengt voor de vele kostelijke waarden in "dit heimweeblaadje" ver borgen, het zij zo. Misschien is de Tijd nog niet rijp. En goede dingen bestaan niet dank zij opinie, maar uit zichzelf, toch? Wij bestaan uit onszelf en wij be staan dóór onszelf. Tong Tong heeft nooit een hand naar buiten hoeven uit steken voor een centje. We hebben elkaar geholpen en dus onszelf gehol pen. Nu de "crisis" voorbij is, wil ik U wel vertellen dat ons leven dit laatste jaar aan een zijden draadje gehangen heeft: we gingen de inflatie in met zware schulden en in een sfeer van sceptisme en moedeloosheid. Met in- het vriendschapsgevoel een radertje draaien en nog één en nog één. Geld lenen kan niet? Hoe moet je geld MAKEN? Opeens zie je een slingerpaadje in de Inflatie-oetan! Dankzij je ouwe ja gers-ervaring kan je ZIEN wat een an der niet ziet. Dan moet ik zus gaan en dan zo en dan weer terug en naar be neden en dan daar naar boven ...EN DAN POEKOEL TEROESü Tien maanden na mijn terugkomst uit Amerika zijn de meeste schulden be taald, er is weer crediet van de Bank, er "lopen" een tiental projecten...en de dokter zegt: "mampoes loe! jouw hart, Lie!" En dan maar weer makan obat, dieet, kalm blijven, djangan "nga- moek" en we schipperen weer verder. Schipperen schipperen schip peren wat moet je anders doen tus sen het schip en de wal? Ruimte ma- kenl Bewegingsmogelijkheden ontwik kelen! Nu eens geduldig zijn, dan weer "hantem kromo", maar NOOIT OPGE VEN! Ben ik trots? Op mijzelf of mijn le zerskring? Ben ik zelfingenomen? Tot op zekere hoogte: JA! Al hoef ik dan maar even terug te denken aan mijn zwartste nacht om me te corrigeren: "Niet zoveel praats, mannetje! Tien maanden geleden was je zóóó klein!..."

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 3