Pa ra-normale brief Paarlen van de Islam Dezer dagen kregen wij een brief in de post van drie velletjes, die vel na vel op deze wijze voortging: Aan zoeven genoemd zich zoéven genoemd noemende zoéven genoemd Tong zoéven genoemd Tong zoéven genoemd rechten zoéven genoemd mens zoéven genoemd vervulling zoéven genoemd sprookjes zoéven genoemd milliard zoéven genoemd vervulling zoéven genoemd... enz., enz., enz. Natuurlijk heeft U deze brief ogenblik kelijk "geplaatst". En U heeft geïrriteerd gekeken. Of verbaasd (wat wil Tjalie déar nou mee?). Of U heeft geglimlacht- Wat doe je, hè? Met zulke brieven? Ik heb hem helemaal uitgelezen en de verborgen droevige boodschap erin pro beren op te zoeken. En ik heb sympathie en respect voor de familieleden van deze briefschrijver die toestaan dat hij (zij) op deze manier aèn het normale leven deel neemt. En ik vind deze brief NIET dwaas of ab normaal of hoe U het verder noemen wilt. WANT WIJ SCHRIJVEN ALLEMAAL ZO. Alleen is onze spreiding van woorden zó wijd gebleven dat lezers niet zo gauw door hebben dat zeer velen van ons ook in een kringetje rondlopen waar ze niet uit raken. Daarom: waar ligt de grens tussen nor maal en buiten-normaal? Ik weet het niet. Daarom zie ik in deze schrijfster (er) een even normaal mens als ikzelf ben. Of mijn meest gerespecteerde vriend is. Vannacht weet U, was ik net zo. Ik droom de dat ik in een klein Japans paviljoen, erg nauw en vol en laagzolderig, een plekje zocht waar ik languit kon liggen. Het ging maar niet, het ging maar niet. Overal waren stoelen en banken en knaapjes en potten en kastjes...ik droomde dit (naar mijn ge voelen) de hele nacht door. Telkens begon het opnieuw. En als ik wakker geweest was en het slapen opnieuw begon kwam deze droom weer terug. Het raadsel van de "droomuitleg" is een voudig: ik heb gewoon al een tijd griep. Is daarmee "alles verklaard"? Nee natuur lijk. Droomuitleggers en psychiaters zou den met deze droom ik weet niet hoeveel verklaringen opzoeken. MAAR ZE DOEN ALLEMAAL NIETS TER ZAKE- Want in alle eenvoud is daar een meneer Tjalie die uren lang op krankzinnige wijze probeert te rus ten in een vertrek waar geen rust mogelijk is. En is daar een briefschrijver(ster) aan Tong Tong voor wie een handvol woorden een labyrinth geworden is, waar niet uit te komen valt- En dan zijn er andere briefschrijvers, voor wie het leven in Voorschoten een laby rinth geworden is, waaruit geen uitweg mo gelijk is. Of het leven met de Kerk of God. Of het leven met de belastingen. Of met kasarre medeburgers. Of het nooit meer In het Indische huis waar het het ge zelligst is, waar het vaakst bezoekers komen, DAAR hoort de Bruine Bus. Laat ons in de Tijd van de Zeven Vette Koeien nooit vergeten dat ook een an dere Tijd kan komen. Waarin veel ge holpen worden moet. Bestel NU (gratis) zo'n bus! in Indonesië terugkomen. Of de vervelende mentaliteit van Tjalie. Of van minister Luns. Of van Soekarno. Of...of...of... Sommige brieven zijn knappe verhande lingen, waar ik soms uren mee zit te wor stelen. Andere weer zijn rechtuit "surrealis tische romans" van 'n aangrijpende schoon heid. Sommige zijn eindeloze litanieën over een eens ondervonden onrecht, andere ma thematische knappe constructies over een nieuwe technologie waarmee deze mens heid zich redden moet. Er zijn mensen die door een moord of een echtscheiding voor goed uit hun evenwicht geslagen zijn. An dere weer die zó "uitgerekend model" ge leefd hebben dat je je afvraagt: maar deze moet toch de hemel op aarde gevonden hebben! En het tegendeel is waar... You know, ik hou van al mijn lezers even veel. Ze hebben allemaal iets bijzonders, al was het alleen omdat ze abonnee heb ben willen zijn van "het meest eerlijke blad dat ik ken". Ze hebben allemaal immers nog iets te zoeken in de wereld. En iets om van te houden ook al is het "dood en voor bij". Ik hou van ze omdat ze de wereld van vandaag NIET "bekeken" vinden, d.w.z. de rangschikking der dingen NIET accepteren, maar een ander patroon zoeken, een andere code, een leefwijze die WEL zin heeft. Hoe moeten wij dat doen? Door zoals de apostel Paulus zegt, "alle dingen te onderzoeken", alle dingen die wij kennen, stuk voor stuk nog eens opnemen en onderzoeken en opzij leggen als er niets In zit- Al doen we het in nóg zo'n klein cirkeltje als in de brief hierboven: zoëven genoemd zoëven genoemd zoëven genoemd. Want zulks doende zullen wij zeker op eens aan de Naam komen, waarvan in de Openbaring geschreven staat: "...en op de keursteen een nieuwe naam geschreven welke niemand kent dan die hem ontvangt." Dan zal opeens alles licht zijn. En diep begrepen. En gelukkig. Naar deze nieuwe naam zoeken wij alle maal. Zij met de kleine cirkel en zij met de grote cirkel. En alleen voor hen die dit zoeken kennen, voor die zal het Geluk komen. T.R. DE SULTAN EN DE SOEFIE Toen een Sultan hoorde dat er een zeer vrome Soefiein zijn rijk woonde kwam het verlangen bij hem op hem een geschenk aan te bieden. Daarom zond hij zijn minister naar het huis van de geliefde Gods om uit te vinden welk geschenk hij zou willen ontvangen, maar de Soefie liet hem weten dat hij alles reeds bezat wat zijn hart be geerde. Toen de Sultan dit vernam besloot hij zelf naar het huis van de Soefie te gaan. Groot was echter zijn verbazing toen hij, nadat de deur op zijn kloppen was geopend, ontdekte dat er niets in het huis te vinden was dan een oude mat en een waterkruik. Maar de leerling, die hem had verwelkomd, wenkte de Sultan hem te volgen naar de tuin waar de Soefie met zijn leerlingen om zich heen op de grond zat. Na een wederzijdse begroeting sprak de Sultan: "Ik heb gezien dat Uw huis leeg is. Sta mij daarom toe Uw huis te meubileren opdat U comfortabeler wonen kunt." De geliefde Gods schudde het hoofd, en antwoordde: "Ik heb niets nodig, ik heb alles wat mijn hart begeert." Nu sprak de Sultan: "Maar laat mij U tenminste een goed tapijt geven, opdat U daarop rusten kan", doch wederom ant woordde de Soefie: "Ik ben tevreden met mijn mat en mijn waterkruik. Ik heb werkelijk alles wat mijn hart begeert." Toen werd de Sultan ongeduldig, en hij vroeg: "Maar kan ik dan niets voor U doen?" "Jawel", sprak de Soefie, "wilt U een klein beetje opzij gaan, want U staat tussen mij en de zon." O gij, die het Aangezicht van Allah zoekt te aanschouwen, verdrijf Uw Sultan van hebzucht en verlangen opdat niets meer in de weg staat tussen U en de Geliefde Met "Soefie" yrordt in deze verhalen steeds bedoeld: een zeer vrome Muslim, een mysticus. 4 N.A.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 17