NA ZES JAREN GENTENGSCHOOL STADSWAPEN SLEUTELRINGEN De stukjes in Tong-Tong en in „Het Meis je uit Indië" over de Soerabaiase H.B.S. en de Gentengschool wekten vele herinne ringen op uit lang vervlogen jaren. Jan Ball - die zat bij juffrouw van Dewal in de zesde klas toen ik bij mevrouw Kei- Ier in de parallelklas zat. Dat was in het jaar toen de Gentengschool verbouwd werd (schooljaar 1925 - 1926), en de zesde en zevende klassen tijdelijk verhuisden naar de K.E.S. (Koningin Emma School, tech nische school). De zevende klassen werden onderge bracht in het hoofdgebouw, de twee zesde klassen huisden in twee aanééngrenzende lokalen in een bijgebouw. De muren van deze lokalen waren niet opgetrokken tot de zoldering. Tussen muur en zoldering waren tralies, zodat wij, bij mevrouw Kei- Ier in de klas, alles konden horen wan neer juffrouw van Dewal haar leerlingen uitfoeterde, wat nogal eens gebeurde. Achter de galerij waar onze klassen la gen was een ketella-veld en er vóór was een ruimte waar de jongens tijdens de uit spanning goalden. Die uitspanningen wa ren een kwartier lang en achteraf kan een mens zich verbazen hoeveel energie in zo'n kwartiertje werd opgebracht. Drui pend van het zweet verschenen de spe lers in de klas, tot ergernis vaak van de onderwijzeressen, die hun leerlingen te vergeefs eraan herinnerden dat het „wil de" spelen bij de eerste bel, na tien minu- Ten moest ophouden zodat men tijdens de (Vervolg Kedoek-ke-dje-glek) weven en donker van kieur, maar ook lich ter van kwaliteit en fleurig getint. Handig en origineel als mijn moeder was, toverde zij uit de lappen een rokje voor ons of een kimono voor haarzelf, terwijl de rest meest al bewaard bleef om de bedienden er met lebaran mee te verrassen. Wij zanikten om een van bamboe ge vlochten mandje of rijstkokertje, een aarden tjobeh of een echte kleine stenen moen- toe en wanneer onze materiele verlangens bevredigd waren en onze magen hongerig begonnen te worden, hadden wij nog maar één wens. Een flink stuk geroosterde dja- dah, de koek die de specialiteit van Moen- tilan vormde. Voor wij aan andere verlei delijke snoeperijen ons te goed zouden doen, moesten wij eerst ons rantsoen heb ben aan de warme, witte plak koek. Moe, maar voldaan, stapten wij 's mid dags weer in de tram, die gewoonlijk zo rhytmisch ,,kedoek-ke-dje-glek"te, dat wij mee met Gemoek in een lichte sluier vielen laatste vijf minuten kon afkoelen. Bij dit goalen brak Frits Houdijk eens een been. Ruimte tot hinken of touwtje springen schoot er niet over en schaduwrijke bo men groeiden niet op dit terrein waar wij ons moesten ophouden. Wij, meisjes uit de zesde maakten er het beste van en brachten de uitspanning door met voor lezen. Meestal was het Thea Everts (of Evertsen) die las, daar zij in voorlezen uit blonk. We hokten tijdens dat lezen in de schaduw van wat struikgewas bij het ke- telaveldje totdat daar een slang gesigna leerd werd en dat terrein out of bounds werd verklaard. Daarna werd het lezen voortgezet op de galerij. We lazen op die manier „De Drielingen" van Felice Jehu. De K.E.S. was op Sawahan en een groot aantal van de leerlingen kwam per tram (de elektrische tram door Embong Malang). Een rit eerste klas kostte een dubbeltje, tweede klas 2 cent. Er waren drie soorten scholieren in die tram: (a) zij die op ouderlijk bevel slechts eerste klas mochten reizen; (b) zij die slechts centen voor tweede klas ritten meekregen, en (c) die genoeg meekregen om eerste klas te reizen maar geen stricte orders zulks te doen. Met de financiële positie van de ouders had dit weinig te doen. Een van mijn vriendinnen wier papa een jurist bij de rechterlijke macht was behoorde tot de tweede categorie, en om die reden reisden haar vriendinnen die in groep (c) vielen (waaronder ook ik) ge woonlijk ook tweede klasse. Jongens die eerste klas reden waren schaars. Een van de levendigste herinneringen verbonden aan die tramritjes is de keer dat Pierre Eggermondt juist de tram miste en haar subiet nazette. Vanaf het achter balkon aangevuurd door zijn kontjos draaf de hij met zijn schooltas onder de arm in de gloeiende één-uurs hitte van Soera- baia achter die tram aan en bereikte haar vóór dat ze van de volgende halte vertrok. Ondertussen werd van de Gentengschool het paviljoen waarin de meeste lagere- school-klassen gehuisvest geweest waren en waarboven de Kippenren was (zie Emi- lie Intveld: „De Genteng School" in „Het Meisje uit Indië) omgebouwd. Toen wij tenslotte naar Genteng terugkeerden was dit paviljoen een dubbele galerij van schoollokalen geworden. Beneden werden de lagere klassen gehuisvest en boven de hogere klassen. Teneinde gestommel, ge duw en ongelukken op de trap te voor komen moesten we in ordelijke rijen, twee aan twee, trap op en trap af mar cheren bij het tromgeroffel van Rudy Cas- tens aan het hoofd van de rij. Dit peuzel de natuurlijk weer een paar minuten af van goalen, castie, hinken, touwtje-sprin gen, en de rest. Na zes jaren Gentengschool (een einde loze tijd bijna voor een kind) had ik zó genoeg van de Gentengschool en haar juffrouwen, dat ik de zevende klas maar oversloeg en examen deed voor de „Jon gens H.B.S.". Daarover een andere keer. Graag zou ik willen weten hoe Tilly Breeman-Obdeyn, uit Brisbane, (met man Jan en zoon Frits) verwant is aan de fa milie Breeman die ook de Gentengschool bezocht: Jan, Tilly, Nelly (die bij mij in de klas zat), Frits en nog een of twee kleine broertjes. Karin Perkins-Kunst, Canada IS DE HUMOR ER UIT? Als we voor de samenstelling van een nieuw nummer onze copymappen door snuffelen, wordt ons toch wel duidelijk dat zo zoetjes aan de vrolijke copy helemaal op is gegaan. Hoe zou dat komen? Is al les wat leuk is, zo zoetjes aan uitgeput geraakt? Of kunnen we de gewone dingen waarover we vertellen niet meer van de vrolijke kant bekijken? Ook als ik bij ken nissen kom, hoor ik maar heel zelden een echt leuk voorval uit het oude Indie ver tellen. Misschien is het in uw vrienden kring wat rooskleuriger gesteld. Schrijft U dan was voor ons op? En nou maar wachten en uitkijken! Vilma. x Twee nieuwe rijtjes: Djorongan - Letjes Malasan - Ranoejoso - Klakah. En verder-, Batoeporron - Korrot - Soe- kolelo - Kwanjar - Karangraba - Batah - Modoeng - Langkap - Patengteng - Keta- pang - Kadoengdoéng - Boendeh - Paeng. Amboina - Bandoeng - Banjoewangi - Batavia - Blitar- Buitenzorg - Cheribon - Garoet - Madioen - Magelang - Makassar - Menado - Malang - Medan - Minahassa - Modjokerto - Padang - Palembang - Pasoeroean - Pekalongan - Salatiga - Semarang - Soekaboemi - Soerabaja - Tegal - Tjiandjoer. Keuze uit de 26 bovengenoemde stadswapens. Uniek. Als U er zelf al één heeft, koop er één als verjaars- presentje voor later. 0,75 incl. porto per stuk. 12 Stadswapens-sleutelringen (naar vrije keuze) f 6, (incl. port). De hele serie van 26, f 10,(incl. port). 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 10