tonitohI BIJ DE VOORPLAAT VAN HIER EN GUNDER DIERBAAR PORTRET Een merkwaardig gevoel van grote dierbaarheid maakt zich van ons mees ter als we dit portret bekijken. Pas dan beseffen we hoe deze onbekende vriend in ons werkelijke leven èn in ons gemoedsleven een groter rol ver vulde dan wij toén ooit beseften. Dit sadopaard dat ons huiswaarts bracht als we doodop waren van de verzengende hitte, als geen mens, ja zelfs geen straathond het smeltende asfalt op wou. Dan kon hij met zijn ver moeide gelaten sukkeldrafje kilometer na kilometer afleggen om de Toewan Besar of het dessa-vrouwtje voor vijf en dertig centen of minder veilig thuis te brengen. Uren kon hij staan te wachten op een blakerend stationsplein. Of eindeloos geduldig staartzwiepend op een pasar plein vol vliegen, 's Morgens heel vroeg al weerklonk het monter geklikklak van zijn hoeven in de serene ochtend. En 's avonds laat als we al bijna insliepen, klonk nóg zijn geduldige hoefslag van de straat tot ons door. Hij was bij ons ons leven lang! We zullen zijn gezwollen water-en- dedek buik nooit vergeten, als hij tóch voor ons lopen móest. Kroejoek-kroe- joek-kroejoek! Of het slepend gerinkel van zijn loszittende hoefijzer. En de striemende slag van de zweep die on vermoeid aanzette tot sneller. Wat ons daarbij innerlijk bewoog tot een graad, dat we het nóóit vergeten zullen is zijn klachtloze dienbaarheid. Zijn absurde martelarengeduld. En nochtans zijn eeuwige opgewektheid. Wat een filosoof! Pas nu begrijpen wij na zelf een leven vol dienbaarheid en erg veel ge weeklaag achter de rug te hebben dat wij dit paardje altijd bewónderd hebben. Dat wij in hem een voorbeeld zagen van hoogste menselijke levens waarden: dienbaarheid - geduld - moed. Dit paard en zijn leven is óns leven. Hij heeft ons méér tot Indischman ge maakt dan wij doorgronden kunnen. In zijn slaven en lijden voor zover we het konden aanvoelen hebben wij kracht geput voor onze eigen lijdens- en levensweg. Hier in Europa beklaagt men het sadopaard om zijn onmens waardig bestaan. In Indië bewonderen wij het dier om zijn menswaardig be staan van hoge standaard... Hoor je hem weer briesen als hij eindelijk weer drinken kan aan het sta tionsfonteintje? In één minuut drinken alle zorgen en lijden van vele uren wegwissen? Wat een geeskracht had deze vriend! Voorwaar, als mensen en dieren een hemel hebben, de hemel van het sado paard moet de mooiste zijn van alle maal.. En zijn portret op het omslag van ons blad is een van de mooiste por tretten die wij ooit hadden. TJALIE ROBINSON DE OPVOLGER „Een opvolger voor jou Droom er niet van. Het gaat niet om journalis tieke of andere talenten; het gaat niet om betere werksystemen of betere sa lariëring. Het gaat erom of zo iemand bereid is zich te laten kruisigenelke dag weer opnieuw te laten kruisigen, zoals jij doet. Wie wil dat?" Jan Lowey Ball Het proces dat zich laat definiëren als ,,zich laten kruisigen" is in feite een eenvoudig proces van eigenwijs heid in de meest letterlijke zin van het woord: het Indischman zijn is mijn enige wijsheid. Elke inbreuk die ik mij erop veroorloof, maakt mij automatisch onwijs, dus ook onleefbaar. In feite doet net me weinig wat men mij aan doet, verdiend of onverdiend. Het is ,,de aard van het beestje". Het lot van elke kat in elke kennel, van elke eend in elk kippenhok. Er bestaat nu eenmaal een bepaalde soort-orde" bij Indo's en een andere soort-orde" bij Indisch- gasten, die met de werkelijke psycho logie, de natuur, weinig te maken heeft. Die orde is langzamerhand ontstaan en men leeft er (geloof ik) aangenaam in. Een nog steeds ongedefinieerde eigenliefde heeft me de waarden van deze orde doen onderzoeken en de meeste heb ik ondeugdelijk bevonden. E.e.a. berustend op wetenschappelijke gronden of op doodgewone eerlijk heid. Maar daarmee verzet ik me dus tegen bovengenoemde orde en ben automatisch een „eend in een kippen hok". Het curieuze is alleen dat kip pen denken dat ik ook kip word als ik lang genoeg ge-,,patol" wordt. En dat maakt het hele kruisigingsproces alleen maar idioot I Bereidheid? Is een eend in een kip penhok bereid om zich te laten patol- len? IK ONTKOM ER NIET AAN. Even min als de stalen staaf op de kerk toren eraan ontkomt bliksemafleider te worden als de hemel geladen is. VOORTGEZETTE VENDUTIE. „Je moet niet zo aandringen dat we bij de Tong-Tong-toko wat kopen moe ten. Of bij de boekhandel. Of dat we lid worden van de Tropische Leeskring. Of een Bruine Bus in huis nemen. Er klinkt een ondertoon in van: als je het niet doet, ben je een harteloze schoft X. (identiteit bekend) Tut-tut-tut. Waarom zouden we verkozen hebben naar Europa te vertrekken als de democratische vrijheden ons niet zo had den aangetrokken? Freedom for all! Huru- kuü Wij doen mee. Punt. En niemand kan er een schoft om zijn. Wij adverteren net als elk ander blad. Niemand behoeft zich er wat van aan te trekken. Maar omdat wij Indisch zijn, roert bij ons een bepaalde trek van een verouderd geweten. We denken aan de venduties van een collega of vriend die wat centjes wou hebben voor z'n verlof. Dan kochten we allemaal. Veel te duur en veel te veel. Dat we net zo goed (of beter) elders ook ko pen konden. Maar we deden het om hem wat bijzonders te gunnen. En omdat dit ook een plezier van óns was. Hier, in dit rijke, vetbetaalde Europa kan iedereen met vakantie naar het buitenland. Tang-goeng! We hebben niemand nodigen tegelijk zijn we arm omdat niemand óns nodig heeft. Omdat er geen verbindingskanaal is tussen ons en een nevenmens, waaruit wij krijgen kunnen en waardoorheen wij geven kunnen. Mens zijn is (denken Indische mensen) NIET zelfstandig zijn. Is: iets voor elkaar zijn. Kameraad, hoeder, schenker... Het is onmeetbaar en onzegbaar. Maar wie het nog steeds weet, voelt zich geen schurk als wij ,,Ajo luidjes!" roepen. Die kómt. T.R. WELKE MUZIEK ZIT ER NOG STEEDS IN? „Al ben ik zeker niet doof geweest voor je sombere beschouwingen in Tong- Tong, wil ik deze toch alleen maar zien als de negatieve kant van ons werk. Wat echter de positieve kanten betreft: hoeveel zit er nog steeds in? Mocht jij het werk niet kunnen voortzetten, waar over heeft je eventuele opvolger direct de beschikking?" J. W. Schulte. Over genoeg stapels copy om nog JA REN te kunnen blijven voortgaan. In feite hebben we NU elke maand zo'n ruime keu ze dat wij tweemaal in de maand een blad kunnen uitgeven van het dubbele aantal pagina's en nóg niet bang te zijn dat we er gauw door zullen raken. Er is door alle lezers in de afgelopen jaren méér ingezonden dan ze beseffen. Zeer velen hebben teleurgesteld dat hun copy niet geplaatst werd al lang bedankt voor Tong-Tong, maar hun woord leeft nog steeds. Als rijstkorrels wachtend op de tijd dat ook zij mogen ontkiemen. Er is PLENTY! Verder hebben wij een kartotheek van Lees verder volg. pag., onderaan ONAFH. IND. TIJDSCHR. 12e IAARG. No. 7 Pr Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tong Tong DenHaag - Tel. 070-54.55.00/54.55.01 - Giro 6685 Uitgave: Publ. en Handel Mij Tong Tong N.V. Directie en Hoofdredactie: Tjalie Robinson. Verschijnt de 15de en 30ste van iedere maand. Prijs per nummer f 0,85. Abt. Nederl.: kwart, f 4,50; halfj. f 9,— jaar f 18,—. Abt. Europa: jaar f 23.—. Abt buitenl. (p. jaar en p. luchtp.j: Australië en Nw. Zeeland f 63,—; Indonesië f 58,—; Z.-Afrika en Z.-Amerika f 48,Canada en V.S. f 39, Suriname en Antillen f 33,Abt. buitenl. (p. jaar en p. zeepost): voor alle landen f 28, ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ VOORUITBETALING VERSCHULDIGD. ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN REDENEN GEWEIGERD WORDEN. ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE TROPENGORDEL. De directie behoudt zich het recht voor hen die schadelijk geacht worden voor het welzijn van Tong Tong als abonnee te weigeren of af te voeren. 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 2