1001 avonturen met de soetil Nooit zal ik die dagen vergeten Fluisterend gingen de bedienden door 't huis en 's avonds op de stoep onder de boom vertelden ze ons lange won derlijke verhalen. Toen, op een nacht - en ik weet zelf na al die jaren niet meer, of 't werke lijkheid was of een droom - werd ik in een door het maanlicht gevulde ka mer, wakker. Het licht lag, door de tra lies, in witte banen over de tegelvloer. Maar dat was niet, wat mijn aandacht trok. Aan mijn linkerkant, daar waar mijn bed tegen de muur stond, was in- plaats van de muur een grote, lich tende aanwezigheid. Duidelijk nam ik die waar, en ook, dat er van die aan wezigheid een onbeschrijfelijke rust en stilte de kamer in straalde. Ik zag alles duidelijk: mijn klamboe, de tegels, het maanlicht en links van mij die wonderlijke, stille krachtbron. Hoe lang 't duurde, weet ik niet, maar een nieuwe, stille zekerheid vervulde de hele kamer. Toen viel ik misschien in slaap. Maar de volgende morgen vertelde mijn moeder ons, dat de ziekte van pa een gunstige keer had genomen. Een paar weken later mocht mijn va der op en werd spoedig weer de oude. Maar de twee directeuren, die boven hem stonden, zijn een week na elkaar op een reis door Amerika, aan long- griep gestorven. Niet lang daarna verhuisden we naar Bandoeng, waar het hoofdkantoor was, het vreemde, stille huis, dat ons in die tijd van zorg en angst zo lief gewor den was, achter latend. En toen we twee dagen in Bandoeng waren, kwam het bericht van de grote uitbarsting van de Kloet. Kan het zijn, dat natuurrampen, wanneer ze op komst zijn, hun schaduwen vooruit werpen? Ik heb het mij vaak afge vraagd. En ook, hoe het met ons huis is ge gaan. Zouden er na ons nog andere mensen in gewoond hebben? Of zou het glanzende pad, dat regelrecht naar de Waringinboom voerde, nu door de bedevaartgangers gebruikt worden? En zou nu de Boom voorgoed bezit van het huis genomen hebben? Wie, die de raadselen kent van het eeuwig bewegende leven, kan deze vragen beantwoorden? Yfke. OBRAL BESAR van Pasar Malam restanten, nieuw aangebrachte en Pasar Rombeng (dus 2e handse) artikelen. We willen op ruimen, dat betekent voor U voor deeltjes! Noteer op Uw kalender: 30 novem ber, 1 en 2 december Toko Tong-Tong open van 9 uur v.m.-4 uur n.m., 6.30 uur n.m. - 9 uur n.m. Voor Uw goedkope en toch aardige Kerstinkopen! HE WAN Ik hou van Tjap Tjay en ik kook hier in huis, dus ben ik zo brutaal om jullie het hieronder volgend recept voor 1001 te schrijven. Voor Tjap Tjay is essentieel de ei erkoek, ook voor He Wan Tjah. Duur recept: 3 eieren, 1/2 ons garna len, I/2 ons ham gesnipperd, 3 tenen knoflook, zout en peper, 2/3 kop meel plus wat melk. Eieren klutsen daarna meel inroeren plus zout, peper, fijn gesneden knoflook, met melk een glad papje maken iets dunner dan panne- koekbeslag, dan de fijngesneden gar nalen plus ham er door mixen en in de rijststomer gaar stomen 1 uur). Goedkoop recept: 1 klein blikje (Por tugese) sardines, 3 eieren, 2/3 kop meel, fijngesneden knoflook, melk, zout, peper. Sardines fijnprakken en met eieren klutsen, verder bewerking als boven. Tjap Tjay proper Wat groene kool, grofgesneden, 1 a 2 ons peultjes in tweeën snijden, 1 grote ui in grove ringen (kan ook prei, maar dat vind ik nogal soepachtig), veel knoflook. In plaats van ojong ojong, 1 dunne komkommer in 2 cm, grote schijven snijden (kan ook weg blijven), '/2 bosje selderij, vrij grof ge sneden, 1/2 pond dorregen en 1/2 pond magere varkenslappen plus wat kip penvlees in dobbelsteentjes, 1/2 pond kippelevers in tweeën snijden (kan ook varkenslever), 1/2 ons gepelde gar nalen (voor rijke mensen). Kippen- en varkensvlees in 8 dl. water met zout en peper gaar koken, daarna vlees uit de bouillon nemen. In de bouillon de groene kool, kom kommers en peuljes nagenoeg gaar koken plus de lever en eventueel de garnalen, daarna de in blokjes gesne den eierkoek plus vlees bijvoegen, daarna de selderij en de uien. 2 minuten doorkoken en dan hantem kromo. TH. VAN LOON ANNO 1900 EEN KLEINE WENK VOOR ALLEEN REIZENDE DAMES Laat me eens in korte trekken me dedelen in welk een onaangename po sitie ik onlangs verkeerde, toen ik al leen een landreis maakte. Bij het ontvangen van een telegram dat er een familielid zwaar ziek te bed lag, werd besloten dat ik zo spoedig doenlijk den zieke zou gaan opzoeken en geen uur later zat ik met een mij onbekend heer in een compartiment der 2e klasse van den trein. In alle opzichten verwaarloosde mijn reisgenoot de burgerlijke beleefdheid tegenover mij als volstrekt niet preten- sieuse dame en toonde zich anders zins erg opdringerig, maar men kon niet anders verwachten want mijnheer was een zoon van Albion, een echte Engelschman dus. Te S. aangekomen, moest ik daar overnachten, aangezien ik pas den vol genden ochtend per stroomtram mijne bestemmingsplaats kon bereiken. Ik accepteerde aan het station het kaartje van een der voorname hotels en de Javaansche runner wees mij zeer hof felijk het hotelrijtuig aan, waarin ik di rect plaats nam. Intusschen ging de man mijn koffer uit de bagagewagen halen en nog voordat hij die taak vol bracht had, kwam die mij onbekende Engelschman, waarover ik me uren lang in den trein had zitten ergeren, zonder een woord te zeggen ook zijn bagage in mijn rijtuig brengen enwilde naast mij plaats nemen. Toen ik me daartegen verzette, kreeg ik tot antwoord: Ik heb evenveel recht op dit rijtuig als U, want het is de hotelwagen en ik ga ook in dat hotel logeren." Hij stapte er dan ook in om naast me plaats te nemen, maar ik was zo vrij er weer uit te stappen en per dos-a-dos naar het hotel te rijden. Mijne lezeressen zullen mijne han delwijze toch zeker niet aan overdre ven preutschheid toeschrijven niet waar? Stelt U eens voor om als piep jonge vrouw, tegen toertijd, met een wildvreemden Engelschman samen door een grote stad te moeten rijden en samen in een groot hotel aan te komen! Wat zouden de vele logés dan stof tot babbelen gehad hebben, ten koste van mijne toch reeds zoo over spannen zenuwen. En het mooiste is nog dat de En gelschman recht had want het rijtuig was niet voor mij, maar voor de logés. Toen ik dan ook den volgenden ochtend per dat zelfde rijtuig naar het tramstation zou gaan, weigerde ik in te stappen en vroeg speciaal een rij tuig voor mij alleen. Mijn kleine wenk voor U, alleenrei- zende dames is deze: maakt nooit ge bruik van een zogenaamd hotelrijtuig, tenzij gij er zeker van zijt dat er geen Engelsche spullebazen - want dat bleek de door mij bedoelde Engelschman te zijn - in Uwe nabijheid zijn. Adriane. fniinninninininicitmnninnniiiinmiiiinnminimin De laatste Indiase kaftans Originele handgebatikte japonnen Verlaagd in prijs 55, Iiiiiiiiiiiiiiiiiiinnnniiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinmnnniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiniiinniiiniiil 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1967 | | pagina 13