BOEKEN VOOR INDISCHE LEZERS MENS EN TIJGER BUREN „De man zag hem 't eerst.vluch ten was onmogelijk meer.Hur ken!" riep hij de vrouwen toe Vergeefsl Met één sprong wierp de tijger zich op de man, sloeg de tanden in zijn dij en trokmaar de kloeke vrouw klemde zich met heel haar li chaam aan de man vast; weer rukte hij, maar de moed van de vrouw gaf de man zijn bezinning terug, hij greep zijn kapmes en gaf het dier bliksem snel een houw over de kop Hoe springlevend en boeiend blijft dit boek van de aanlegger van de „Westenenkse weggetjes" in Zuid Su matra, ook al is het nog zó tempo doeloe! En met een schok realiseren wij ons dat zo ook ónze Tong-Tongs nog vele jaren na ons (als wij er niet meer zijn) boeiend en levend en echt blijvenl Verzinsels en bedenksels wor den oud en raken vergeten. Maar het boeiende leven zélf blijft altijd actu eel! L. C. Westenenk: „Waar mens en tijger buren zijn", f 5,90. 380 PAGINA'S TONG-TONG Wat is het jammer dat zoveel men sen jammeren dat het standaardwerk over het Corps BB nog niet geschre ven is. In al zijn eenvoud is de ver zameling aanéén geschreven boeien de anecdoten uit het leven van M. B. van der Jagt (Oud-Gouverneur van Soerakarta, „Resident van Kedoe") hét standaardwerk van het leven van het Corps BB. We begrijpen niet hoe buitenstaanders bekrompen kunnen blijven schelden op dit „koloniale" corps. Deze dagboekbladen zijn dood gewoon een „document humaine", waarin de meest uiteenlopende men sentypen uit het oude Indië de revue passeren. Het is een boek zonder vermanin gen, oordeelvellingen of beginselver klaringen, het is een serie „dongen- gans" van grote simpelheid, die ons nochtans keer op keer weer brengt tot bespiegelende gedachtenén een grote historische kennis van het oude Indië. M. B. van der Jagt: „Memoires", f 14,90. NAAR HET EINDE DER AARDE Eén van de boeken die wij het best verkopen is „Het journaal van de Ta- kebora", De Laatste Reis van It. gen. H. A. Maurenbrecher, waarover wij en kele maanden terug in Tong-Tong in een afscheidswoord voor Hans Mau renbrecher uitvoerig schreven. Het is een kalm verhaal van een ontzaglijke werkelijkheid, een Indisch officier die na volbrachte diensttijd niet wil go- jang kaki, maar in zijn eentje met zijn jacht de Takebora een reis om de we reld begint: de vervulling zeer zeker van een oude jongensdroom. Zó nuch ter, zó zonder enige romantiek ge schreven, dat regelmatig vanachter de bedaarde zinnen de hoogste romantiek als een tijger op je toe springt: een man alleen op twee oceanen, dag in dag uit, nacht in nacht uit, met het ge vaar in de ogen. Het is Hans Maurenbrechers laatste levensreis geworden, de volmaakte af sluiting van een leven vol branie en ondernemingslust, het Saluut van een Man! Rijk geillustreerd. „Het journaal van de Takebora", 9,90. BETOEL ANDERS „De Oosterling is geen tegenstel ling tot de westerling, maar zijn nood zakelijke aanvulling",, staat achter op het omslag van dit boek, een wonder lijke uitspraak die eigenlijk te denken moet geven, want als dat wérkelijk zo is (en veel Indischgasten zijn ervan overtuigd!) zijn al die westerlingen die het Oosten beschouwen als waarde loos of achterlijk en er dan niets van willen weten, doodgewoon onaf, on volledig. Toch is deze uitspraak van een be roemd cultuursocioloog, Jean Gebser, die in „Azië is anders" een enorm aantal bijzondere waarnemingen van Azië analyseert en komt tot uitspra ken als: „Uitsluitend rationalistisch denken (van de westerling b.v.) leidt tot splijting en op de duur tot dood... De Aziaat betrekt ook datgene, dat wij ons als tegengestelde elementen voorstellen, in het grote proces der aanvulling, der harmoniëring." Gebser heeft maar kort door Azië gereisd (zij het veel erover gestu deerd). Wij uit Indië hebben vaak trek hem tegen te spreken; aan de andere kant vult hij vaak ons zoekend den ken aan. Jean Gebser: „Azië is anders. f 7,95. INDONESIË Ook bij herlezing achten wij de stu die van de Australiër Bruce Grant over Indonesië een van de helderste en eerlijkste van de vele die over Indo nesië geschreven zijn. Ook al omdat Bruce Grant een diepe historische studie van het Indonesische volk ge maakt heeft. Bruce Grant: „Indonesië", f 6,50. DE GESCHONDEN BOOM Han Suyin is één van mijn lieve lingsschrijfsters. Dochter uit het hu welijk van een Chinese vader en een Belgische moeder is zij zich op een wonderlijke wijze bewust gebleven van haar beide culturen. Deze twin tigste eeuw heeft De Grote Botsing gebracht tussen een oude koloniale wereld en een nieuwe, waarin Oost en West zich op gelijk niveau bewegen in een schijnbaar eindeloze reeks van misverstanden en oorlogen, maar ook van nieuwe inzichten. Met de fijne intuitie van een vrouw maar vooral het verlangen om eerlijk te zijn ontleedt Han Suyin de voor ons chaotische ontwikkelingen in Oost Azië van de laatste vijftig jaar. Leer zaam, boeiend, avontuurlijk! Han Suyin: „De Geschonden boom" f 19,50. HET DRAMA VAN DE VAN IMHOFF Het is jammer dat het boek van C. van Heekeren: „Batavia seint: Ber lijn" zo duur is 19,50) zodat de be scheidener beurzen het niet kopen kunnen. Met een ademstokkende ob jectiviteit heeft de schrijver hier het drama beschreven dat de Duitse bur gerij in Indië overviel bij het uitbreken van de oorlog. En die zijn culminatie vond in de ondergang van de Van Imhoff op de Indische oceaan. Er zijn heel wat verontwaardigde nota's uit gewisseld sinds dat drama en een ein deloze reeks beschuldigende vingers is opgeheven, maar wat ons allen treft is het niet opgewassen zijn van De Mens tegen plotselinge calamiteiten, hoe weinig zedelijke moed er over blijft in tijden van diepe nood en hoe wij elkander als wolven blijven ver scheuren als juist broederschap en er barmen de enige waarden zijn die ons redden kunnen. Maar weinig mensen brengen dan nog de menselijkheid op die in tijden van pais en vree zo be wierookt wordt. Evenals welk ander „schandelijk feit" in de historie ook, niet nationaliteiten, rassen of overtui gingen staan hier op het matje, maar WIJ I "STIJL...!" Het lijkt me helemaal geen gek idee van mevr. van Drimmelen in Tong Tong nr. 9, dat zij, die het doen kunnen zonder in droge rijst te vervallen, wat meer betalen dan de officiële abonne mentsprijs, en wel geheel vrijwillig. Het heeft het voordeel, dat men, als het bijv. in december niet schikt, dan al leen de vefplichte som kan overmaken, en later wat extra's sturen. Het is wel niet in de zakelijke stijl van "Westerse" transacties, maar wie zal gaan zitten uitrekenen hoeveel hon derdste cent hij wint of verliest door "rentewinst" tegenover tweemaal over- schrijfkosten? En bovendien, waarom Tong Tong be handelen naar een stijl die niet van dit blad is? Ik zond dus wat meer; maar bedank er niet voor. A. D. v. Mook-Maureau 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 16