ting betreft, wij geloven, dat wij hier
dezelfde grote variaties hebben als bij
U. De goedkoopste kosten minder dan
vijf centen, o.a. omdat een gedeelte
bij elkaar "gevonden" wordt. In een
land van bamboe vindt men licht een
stok om als "Jap" te dienen. Duur
dere uitrustingen worden ook gebruikt
en de duurste zijn in het bezit van de
"haves" met hun run-about, cruisers,
outboard, glassfibre rods en Penn- of
Mitchell reels. Deze heren of dames
prijken soms op een foto in één of
ander tijdschrift, compleet met hun
dure hengel en gevangen "kanjer", pre
cies met dezelfde glimlach, zoals alle
hengelaars in de hele wereld naast
hun gevangen vis glimlachen.
Laat ze glimlachen, want de "have-
nots", meestal leden van de mannelijke
kunne van de leeftijd van 8 tot 80 jaar
vangen met hun tuig, dat bijna niets
kost, toch vaak een aardig zoodje, het
geen voor moeder de vrouw meer be
tekent dan voor de gefortuneerden.
De "gewone" hengel (stok, snoer,
loodje en haak) wordt meer in de ri
vieren en ondiep water gebruikt. De
dobber is hier weinig in zwang. In die
per water, waar de vis zich verder van
de kant bevindt, gebruikt men hier het
liefst een handlijn, zodat elke aanra
king van de vis goed gevoeld wordt.
Het tastgevoel van de wijsvinger wordt
hier nog altijd als de beste "radar"
beschouwd en een ervaren hengelaar
beweert, dat hij elke vis kan herken
nen, die aan zijn aas komt. Schr. heeft
het helaas nog niet zo ver gebracht en
betwijfelt het, of hij het ooit zover kan
brengen.
De handlijn wordt vaak als werplijn
gebruikt en velen zijn erg vaardig in
het ver gooien. Sommigen denken, dat
hoe verder je de lijn uitgooit, hoe meer
kans je hebt een grote vis te vangen.
In hun ijver smijten ze hun aas wel
eens tot aan de overkant van de rivier,
op het droge.
De all-round-handlijn wordt ook ge
bruikt voor "trolling" op de tjakalang
(bonito) en andere oppervlakte-roof
vissen, met kunstaas uit een zeilende
of snel voortgeroeide boot (prahu heet
het hier, de Nederlandse verbastering
"prauw"). De sportvissers van "groot
formaat" doen dit met rod reel uit
een snelvarende motorboot, zittende
op een soort tandartsenstoel. Alles
even duur.
Schr. wijst graag op een heel inte
ressante wijze van hengelen met een
soort "paternoster", voorzien van klei
ne witte ongeaasde haakjes, ongeveer
No. 16, soms voorzien van een veertje,
soms ook niet, meer dan tien in aantal.
Aan het eind van de lijn hangt een
vrij zwaar lood. Komt er een school
sardine-achtige vissen aan dan wordt
de lijn ongeveer op 5 tot 10 meter diep
te loodrecht op en neer bewogen. Heeft
men beet, dan voelt men een soort tril
ling in de lijn en als men ophaalt,
blijken er soms een vijftal gevangen te
zijn, vaak meer. Een zeer spannend
intermezzo, waarbij men vaak het bin
nenhalen van de buit nauwelijks kan
bijhouden en veel gevaar loopt één
van de vele haakjes in zijn vingers te
krijgen. Beroepshengelaars komen wel
eens met manden vol van deze zeer
smakelijke visjes thuis door deze hen-
gelmethode. Voor de amateur een ma
nier om aan goed aas te komen.
De methoden met een prauw kunnen
zijn 'Still-fishing" (een geijkte term,
maar is het wel goed Engels?), d.i.
hengelen van een gemeerde of gean
kerde boot op bodemvis of vissen, die
"hogerop zoeken", boven koraalplaten
of gezonken schepen.
Door stroom en wind langzaam laten
afdrijven of "drifting" waarbij het aas
vlak boven de bodem gesleept wordt.
Bodemvis kan hierbij opgehaald wor
den, w.o. heel aardige knapen z.a. rog
gen, haaien en dergelijke. Eindelijk de
"trolling", boven reeds beschreven.
Hierbij dient opgemerkt te worden, dat
na bestudering van de vismarkt in ver
schillende streken van Indonesië in de
ze zeeën alle "sportvissen" vertegen
woordigd zijn, die ooit in de wereld
literatuur over hengelen beschreven
zijn. De sailfish en andere zwaardvis
sen z.a. de beroemde "Marlin", de gro
te makreelsoorten, de tuna, de bara-
cuda, enz., enz., nog niet gesproken
over de verschillende haaiensoorten,
waar het in sommige streken van kri
oelt (ook op het land).
Nadat één van de sporthengelaars
hier een baby-Marlin van 45 pond ge
vangen had, hetgeen hem toch nog ge
noeg moeite heeft gekost om de baby
aan boord te halen, heeft hij zijn boot
omgedoopt in "Marlin". Zijn vrienden
hadden altijd moeite met de uitspraak
en zeiden steevast: MARILYN, omdat
ze bewust of onbewust aan een andere
"baby" dachten.
Ongemerkt zijn we van het onder
werp overgegaan op het volgende, en
wel: "De Vis".
wordt vervolgd)
ONVERGETELIJK MOMENTJE (II)
Destijds met verlof in Europa, maakten
mijn vrouw en ik een stevige wandeling
langs de oevers van het meer van Ge-
nève in Zwitserland, toen onze aan
dacht viel op een eenzame visser die
alles om zich heen scheen vergeten
te hebben en slechts met gespannen
aandacht zijn dobber in de gaten hield.
Op een meter of twee achter hem
staande bleven wij belangstellend kij
ken, en benieuwd wat voor aas de
man zou gebruiken, en in de veronder
stelling dat hij ons beslist niet zou ver
staan maakte ik tegen mijn vrouw de
opmerking in het Maleis: "Saja kepin-
gin tahoe sama apa ja dia mantjing ikan
disini".
De hengelaar die onze opmerking hoor
de draaide zich om, waarop prompt zijn
antwoord: "Ja sama tjatjing" ons uiter
aard verbaasde daar wij zeker niet ver
wacht hadden hier in het hartje van
Zwitserland een Indischman fanatiek
aan het vissen te vinden. Natuurlijk
volgde er een bijzonder geanimeerde
babbel waarbij allerlei herinneringen
van de jarenlang in Indië geweest zijn
de planter werden opgerakeld.
Later hebben wij er nog eens hartelijk
om moeten lachen toen wij dit aan
onze vrienden vertelden.
L. Frantzmann
Vissen is altijd voor oud en jong geweest. En in de tropen is elk water en elk vistuig goed
genoeg. En van alle vis ook de meest ondermaatse is altijd wel de een of andere
heerlijkheid te fabrieken. Ook zijn alle vissersdromen gelijk: een kakap "segedeh pahd' (zo
dik als een dij), maar is ook de schrielste vangst welkom! Ach Njoo, zaten we maar weer
daar, ja?(Foto: Gebr. IMAM)
10