VERMAAT ZONEN
maandagochtend
kijkochtend
duidt dat zonderlinge bezoek en dan nog
wel gewapend, ben je familie van de
poenggawa en wist je niet waar hij heen
was?"
„Ik vraag u duizendmaal vergeving. Het
is mijn oom. Hij is vroeger poenggawa ge
weest, maar toen de districten samenge
voegd werden, is hij afgezet met toeken
ning van pensioen. Hij heeft zich dit ech
ter zó aangetrokken, dat hij langzamerhand
abnormaal werd. Zijn vrouw en kinderen
vrezen hem. Hij bedreigt hen af en toe. Hij
wil zijn onderstand niet aannemen en om
dat hij arm is, moeten wij gezamenlijk zijn
gezin onderhouden. Hij schoof veel opium,
maar de laatste tijd weigert hij het en loopt
dikwijls ongemerkt weg, gewapend met 'n
kris, doch doet geen kwaad.
„Ja", zei mijn man, „hij klaagt er tegen
over mij over, dat hij zich onwel voelde en
vroeg me medicijn, welke ik hem beloof
de."
„Kunt u hem niet opsluiten, we vrezen
hem steeds" sprak nu de Goesti.
„Daar moet ik eerst de dokter over
raadplegen. Maar help mij nu. Haal nog 'n
paar familieleden en spreek met hem, pro
beer hem kalm mee naar huis te krijgen."
Zo geschiedde. Eén Goesti ging naar
hem toe en verzocht hem mede te gaan
naar huis. Hij weigerde boos.
„Ik wil de controleur spreken en wacht
tot hij weer komt, ik heb hem nog veel te
vertellen."
„Dat gaat niet, het is al laat, bijna
nacht." Hij weigerde halsstarrig, bleef zit
ten. Toen greep men hem van achteren
beet en hij werd weggevoerd.
De volgende dag werd de gewestelijke
arts geraadpleegd, die aanraadde de man
voorlopig in de gevangenis, als de veilig
ste plaats op te bergen, totdat er naar La-
wang zou geschreven zijn. Hij kon niet
voor hem instaan.
Mijn man reed nu met zijn auto naar het
huis van de ongemakkelijke gast.
„Wat wil je" werd hem brutaal gevraagd.
„Je gaat met mij mee in de auto."
Een schop in zijn richting was het ant
woord.
„Bind hem de handen, dat is het beste."
Dit gebeurde. Nijdig schopte hij nog eens
naar de controleur en vroeg:
„Waarom doe je dat?"
„Omdat je gisteren onhebbelijk was, dat
weet je zelf heel goed, klonk het bestraf
fend. Gedwee ging hij nu te voet mee, en
onder geleide naar de gevangenis. Hij wei
gerde van de auto gebruik te maken.
Daar bracht hij de dag grotendeels door
met slapen. Voedsel werd door hem dik
wijls geweigerd, evenals het nemen van 'n
bad. Kreeg hij familiebezoek, dan werd
van de gasten geen notitie genomen. De
dokter vond, dat hij zeer achteruit ging,
maar hoopte, dat een goede verpleging te
Lawang misschien wat verbetering zou
brengen.
Na een week vertrok deze tragische fi
guur uit Tabanan, om er nooit weer terug
te keren.
Enige weken later bereikte ons 't doods
bericht uit Lawang (krankzinnigengesticht).
A.H.
Dit schetsje werd lang geleden geschre
ven door een totok-vrouwtje op Bali, na 2-
jarige Indische ervaring.
GENEZEN
Over Europese „doekoens" (prakti-
zerende genezers) hebben wij in de
Tong-Tong van 15 februari (pag. 5) en
van 15 maart (pag. 4) enkele korte no
tities gemaakt. Vele lezers denken
misschien dat deze genezers niet au
serieux genomen moeten worden, maar
wie wat meer van deze genezers en
hun opleidingen en cursussen weet,
komt gauw tot andere gedachten.
Een lezeres schrijft ons:
De leerlingen krijgen inleidingen
resp. lessen in kruidentherapie,
diëetleer, anatomie, fysiologie, ra-
diesthesie, chiropraxie, oogdiag
nostiek, magneto therapie, adem-
therapie, homoeopathie, bewe
gingstherapie, natuurgeneeswijze
en hydro therapie. Er zijn op de
cursus in Utrecht leerlingen uit al
le delen van het land bijeen, uit
Zeeuws-Vlaanderen, uit Gronin
genHollanders, en zij die uit
Indonesië kwamen of terugkwa
men; de geest die Tong Tong be
zielt, bezielt ook velen van ons,
die daar komen om les te geven
en te leren.
En hoe diep men zijn „roeping" voelt,
kan o.m. duidelijk worden uit dit
LIE DJ E
VAN DE KRUIDENGENEZER
Heer, leidt Gij onze handen,
Wij zijn Uw knecht,
Wij slaken d'oude banden
Zo Gij het zegt.
Nauw breekt in lente d'aarde
In bloeien uit,
Of zie! in beemd en gaarde
Staat lavend kruid.
Al is haar drank soms bitter
of wrang en zuur,
Hij herbergt het geschitter
Van hemels vuur.
Gij naamt voor ons de beker
Met bittre wijn,
Opdat wij eens, voorzeker,
Geborgen zijn.
Och, zie met mededogen
Op onze zwakheid neer,
En lees in onze ogen:
„Uw dienaar, Heer."
Kembang Asem.
Juweliers - Horlogers
3* Den Haag
THOMSONPLEIN 18
KAARSEN IN HET LEVEN
Dit is een antwoord op de vraag van R.M.F.
aan het slot van zijn mooie stukje „Kaar
sen in de kerk" in Tong-Tong No. 19, pag.
4. We hébben het overdacht en de verge
lijking van kaarsen in de kerk met ons,
mensen in de wereld, goed begrepen en
accoord bevonden.
Maar we vinden dat er toch nog wel wat
bij moet: evenmin als kaarsen in de kerk
hebben wij mensen in het leven onze plaats
zélf gekozen (al dénken we het vaak), maar
we zijn er neergezet. Of, „onbarmhartiger"
ook: we zijn in dit leven neergeprikt: aan
onze omstandigheden en mogelijkheden
kunnen wij niet ontkomen (al denken velen
dat het wél kan!).
Menige mooie kaars is te dicht tussen an
dere kaarsen gezet en „sterft een roem
loos einde". En zeker is het niet aan alle
kaarsen (mensen) gegund om rustig uit te
branden (om het leven rustig uit te leven).
Het beroerde is (net als bij de kaarsen)
dat je niet verhuizen kan als je plaats je
niet bevalt. Het gaat er dan alleen nog
maar om of je, ondanks je slechte plaats,
je leven toch zo nuttig mogelijk maakt.
En wat in de wereld der mensen zo bitter
is: we hebben zoveel genadeloze spot en
kritiek op andere mensen, terwijl kaarsen
zwijgend hun tijd (en hun leed of geluk)
uitbranden. Hoe Misbruiken vele mensen
hun goede gaven, waarmee zij bevoorrecht
zijn boven de dode stof of het „redeloze
dier". Daarom is het toch wel prettig om
af en toe de mensenwereld te ontvluchten
om stil en zwijgend naar kaarsen te kijken.
T.R.
DE DINOSAUREN
Zoals men uit de kranten weet, heeft de
V.N.U. (één van Nederlands grootste uit
geversconcerns) onlangs Televizier opge
kocht. Niet-geinteresseerden is dit bericht
misschien helemaal niet opgevallen. Ook
vergeet men dat in de laatste paar jaren
door aankoop of fusering een groot aantal
zelfstandige bladen en blaadjes is „opge
geten" door steeds groter wordende Dino-
sauren in de publiciteitswereld.
Het zal niet lang meer duren of er blijven
in heel Holland maar drie, vier periodieken
concerns over. Hetgeen betekent dat meer
en meer onafhankelijke meningen (hoe klein
ook) zullen verdwijnen. En dat in een land
dat zo gesteld is op Vrije Meningsuiting!
Tot nog toe is onze kleine Tong-Tong nog
niet opgeslokt. Hoogstwaarschijnlijk is dit
hapje te klein en te onbetekenend voor de
grote „periodieken-eters". We vragen ons
alleen af: Hoe lang nog? En mochten wij
„ongegeten" blijven, hoeveel moeilijker zal
ons bestaan worden?
Voor hen die in alle eenvoud denken dat
je vrij blijft als je maar hardnekkig ge
noeg zegt: „Ik wil niet!", moet hier he
laas gezegd worden dat het kopen en ge
kocht worden al sinds lang geen kwestie
meer is van vrije wil. Maar dat is helaas
een té ingewikkelde zaak om in een paar
trekken duidelijk te maken.
We groeien maar met de tijd mee en ho
pen het beste
7