TARIK BOENG Sr. reeds vóór hij zijn zoon in 1820 de vrije hand liet, iets aan landbouw had gedaan, is dus juist. In dat jaar trad Dezentjé Jr. als heer van Ampel op, en sloot met enige Javaanse groten contracten, waardoor het gebied wel belangrijk zal zijn uitgebreid. De 2000 realen, die hij als "perskot" moest ver strekken, zullen wel uit zijns vaders portemonnaie gekomen zijn, een be wijs, dat de Dezentjé's toen reeds in goeden doen waren. Daarna ging het financieel steeds crescendo. Volgens Maclaine Campbell zou zijn inkomen ten slotte 25000 Engelse ponden 's jaars bedragen hebben. Dit kwam vooral door de koffie. In 1822 leverde zijn koffie-aanplant het eerste product af en weldra zou hij de "Koffie-koning" genoemd wor den. Intussen brak in 1825 de Java-oorlog uit. Wij hebben reeds gezien, welke belangrijke rol het door Dezentjé op gerichte legioen, vooral in de eerste kritieke dagen heeft gespeeld, zodat daarop niet behoeft teruggekomen te worden. Tevens legde hij versterkin gen aan rondom zijn landhuis te Am pel, zodat het het aanzien van een ver sterkt vorstenverblijf verkreeg. In 1826 waren deze bouwwerken voltooid, en waarschijnlijk bestaan ze nog. De ka nonnen, die op de wallen prijkten, had hij van het K.N.I.L. geleend. Doch hij was meer dan alleen koffie planter en militair. Dezentjé zou ook de rol van diplomaat gespeeld hebben, en wel aan het Solose hof. In die eer ste, zware dagen van de opstand van Dipa-Negara weifelde de Soenan. Zou hij trouw blijven aan het Gouverne ment? Dankzij Dezentjé's invloed aan het hof bleef de Vorst ten slotte loyaal. Inderdaad schijnt zijn invloed in de kraton aanzienlijk te zijn geweest. Zo verhaalt Maclaine Campbell hoe De zentjé eens een vordering van 22.000 op enige Solose prinsen had. Nu heb ben deze heren een vreselijke hekel aan het afbetalen van schulden. Tóch liet Dezentjé zijn vordering gerechtelijk opeisen, om, nadat hij gezien had, dat er van deze kikvorsen geen veren te plukken waren, met een royaal gebaar een streep door de schuldbrieven te halen. Dit gebaar maakte juist een diepe indruk op de Javanen, en zijn prestige aan het Hof steeg er door. Wegens zijn bijzondere verdiensten voor de gezagshandhaving op Java, sloot het Gouvernement bijwijlen de ogen voor sommige grillen en buiten sporigheden van de grote landheer. Men vereerde hem zelfs met een rid derorde! Geen wonder, dat de eenvou dige Javanen hem bijkans als een koning beschouwden, en zijn landhuis als een Kraton. Verliet hij deze hui- zinge, dan waren hij of zijn vrouw steeds door een ruitercavalcade bege leid en lopers omstuwden zijn koets. De schildwachten op de wallen van zijn lustverblijf brachten het militair sa luut. Hij ontving de Solose prinsen op zijn landgoed, zelfs de Soesoehoenan in hoogst eigen persoon. Deze kennis hebben wij wellicht te danken aan de reeds genoemde Gil liam Maclaine, die Brits zakenman in Semarang was. Dezentjé gebruikte hem als agent voor zijn koffie-leveran- ties. Toen Maclaine het nabijgelegen landgoed Melambong huurde, werd hun verstandhouding nog beter, zij werden vrienden. Dezentjé kwam na melijk, niettegenstaande zijn formida bele inkomsten, toch wel eens in geld verlegenheid. Maclaine was er dan, om hem uit de nood te helpen. Meer malen reisde deze naar Ampel en de laatste maal, dat hij er vertoefde, was hij door zijn echtgenote begeleid. Als gewoonlijk werden zij er hartelijk en royaal ontvangen. Ook na Dezentjé's dood in 1839 duurde de goede ver standhouding met zijn opvolgers voort en tot in de 50-er jaren der vorige eeuw bleef Maclaine Ampel bezoeken. Nu nog een familiebericht. Dezent jé's Javaanse gemalin, met wie hij in 1832 in het huwelijk trad, had een Eu ropese voorgangster. In 1828 trouwde hij met Henriette van de Bergen, die reeds na enige jaren kwam te over lijden. Over de "prinses uit de Kraton" hebben we reeds genoeg gezegd. Ten slotte tonen de berichten in de "Nederlandsche Leeuw" van 1905 dui delijk aan, dat Dezentjé's naam lang in ere is gebleven, terwijl men toch in Indië zo snel vergeet. Zo ontmoette ik eens in het Jappenkamp een medewer ker van het dagblad de "Locomotief", een aardige man, die echter bij na vraag bleek, nooit iets van Brooshooft gehoord te hebben. Ik kon hem toen tot zijn verbazing mededelen, dat deze hoofdredacteur van de Locomotief (1886-1903) een der bekwaamste en beroemdste journalis ten is geweest, welke Indië ooit ge kend heeft. Dezentjé bleef nog vele jaren na zijn te vroege dood bekend als "de grote Indo-held van Midden-Java", de "Sé- napati" (legeraanvoerder), de "Sergi van Ampel", ja zelfs als "de ware en werkelijke bedwinger van Diponego- ro's opstand". Men ziet, er beginnen reeds legenden over Dezentjé te ont staan. Hoe is deze bijzondere populariteit te verklaren? Men bedenke, dat de groep der kleine Indo-Europeanen in de vorige eeuw niet steeds erg hoog gewaardeerd werd. Men leze hierover maar eens na in de overigens interes sante romans en verhalen van kol. van Rees en hij was de enige niet die tal van flauwe grapjes over de kleine boeng wist te verhalen, die niet altijd even aardig zijn. Begrijpelijk is, dat deze groep van lieden, die zich achteruit gesteld voelden, zochten naar een hunner, op wie men waarlijk trots kon zijn. Welnu, dat was Tinus Dezent jé. Hij leverde het sprekend bewijs, dat de Indo toch ook wel iets vermocht! Vandaar zijn grote populariteit bij de "blijvers", en m.i. terecht! Heldere nachten. Met aan de horizon alleen het silhouet van trotse klapperbomen in een rus tende natuur. Aan het firmament duizenden flonkerende sterren en een schitterende volle maan. Terang boelan... En ai, daar klinkt plots uit een van die pondokjes zacht tokke lende krontjongmuziek... Terang Boelan! Ja zoiets kunt U straks weer be leven met de Krontjong Serena des en het Krontjong-ensemble De Nachtsirene op de TIENDE PASAR MALAM 26 t/m 29 juni 1968 HOUTRUST DEN HAAG "AREMBOL" Wie in Indonesië onze Tong Tong mee leest en dezelfde herinneringen heeft als wij, kan er ook met plezier over meepraten. Zo lezen wij in een brief van dr. Soetjahjo: "...de dikke Topo van Genteng heb ik nog persoonlijk gekend, waar op Zondagmiddagen de deftigste "Fuchs- wagens" stilhielden om de inzittenden de gelegenheid te geven, een groot glas es pasrah te genieten met stroop tjoklat, stroop soesoe of de giftig groene stroop "mandel" met een pi sang goreng of een "arembol", dat je zo heerlijk in je glas sopt, of krui melt..." En dan herinner je zélf ook ineens die bijna vergeten "arembol" weer, de "warme bol", het zachte kadetje, dat b.v. ook gehalveerd en "belegd" met ijs poeter krankzinnig lekker smaakte! Ajo, Soerabajanen, schrijf méér! SErEBoP 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 7