VROUWEN BUITEN DE KA WAT
KENNIS IS MACHT
Het zag er naar uit dat we machte
loos ten onder zouden gaan. Alle Eu
ropees onderwijs was verboden het
geen een ernstige stagnatie veroor
zaakte in onze Europese scholing.
Ha! daar wist Ma raad op.
"Ze krijgen thuis les, als dit zo door
gaat zijn ze op HBS-leeftijd analfa
beet!"
Dat zal wel op mij geslagen hebben
want ik moest ten tijde van de inval
nog met de fröbel beginnen. Pa vond
ergens een onderwijzeres (deze men
sen waren immers buiten baan), die
genegen was tegen een kleine vergoe
ding ons "het algemeen geldend Ne
derlands" te leren en sommetjes van
appels en peren en A en B, die van
Utrecht naar Zeist fietsen in zoveel
uren tijds. Zij heeft die taak op be
wonderenswaardige wijze vervuld en
wat nog bewonderingswaardiger was:
we hièlden van haar, respecteerden
haar èn haar liniaal.
Dit voorwerp placht vaak met een
venijnige klets op onze knieën neer
te komen wanneer we nonchalant met
de poten op de stoel zaten te lezen
of op onze leien krasten.
"Paddestoelen van de tafel!" com
mandeerde zij terwijl haar liniaal pedis
kletste op onze, even boven de tafel
rand uitstekende, knieën. Dit was na
tuurlijk clandestien, en ik bedoel de
les. Zo waren driemaal per week onze
ochtenduren gevuld met Jaap en Gijs
en Dien en Zus. Ik sloeg arrogant de
fröbel over en zat met vijf jaar al in
de eerste. Djièh, hewèldeh dè!
Op de andere dagen en in de middag
uren zwierven we op straat, op de
dijk, de rawas; de kali met de hang
brug was ons meest geliefde speel
terrein.
Natuurlijk moest Boy het weer ver
pesten door op een middag thuis te
komen met aan z'n benen ettelijke
patjèts. Ma kokhalsde bij het zien er
van: "Waar ..eb je in godsnaam weer
uitgehangen kerel!"
Van toen af eiste Ma dat Juf ons
meer huiswerk zou geven en geen
weeklagen van mijn zus en mij dat 'wij
toch niet met patjets waren thuisge
komen' kon Mam vermurwen. Gram
storig keven wij tegen onze broer: "Si
Boy ook, tollol die fen, hij komt thuis
met patjets aan sijn poten..." Hoe kon
den we vermoeden dat Mammie's brein
eeuwig bezig was illustere akal-akal
te verzinnen om ons "in deze barre
tijden" toch als welopgevoede, Euro
pees geschoolde kinderen te presen
teren?
Zij bedacht de breiles voor ons
meisjes. Op de middagen dat we geen
huiswerk hadden. Dit n.a.v. het feit
dat mijn zuster bijna knikkerkampioen
was van de buurt. Ze verknikkerde
haar middagen met katjongs en Indo-
tjes van het Wawak, Mieltje en Tjalie-
allooi en ze was een gevreesde tegen
standster van dezelven. Het was alge
meen bekend dat 'Si Djoji (Joyce), 'sij
is gapik kaja si Boetje!
Dit kon Ma niet verdragen^ schijn
baar, ze was hoegenaamd helemaal
niet trots op haar knikkergenie en dus
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuuiiiiii>iiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiuii:.iiiiiiiiiiiiiiiiiii
S P
1 Schrijven over afschuwelijke toestan-
den, over verdriet, angst dat schijnt de
meesten van ons, mensen uit een zon- I
nig, zorgeloos land zonder veel twis- 1
ten, moeilijk af te gaan. Toch is er 1
wel geschreven, in dagboeken, brieven, i
over het leven van de mensen in de
kampen en er is wel wat gepubliceerd
ook.
Straks is er een grote reünie van vrou- j
wen uit de kampen, een grootse her- I
denkings-actie door ]o Manders op
touw gezet. Dat is juist, er is veel
dat niet vergeten mag worden, moed,
trouw, naastenliefde die herdacht en
geëerd dienen te worden.
Maar wat maakten de mensen buiten
de kampen mee? Die duizenden vrou- 1
wen die zomaar ineens alleen in hèt
leven stonden, zonder vast inkomen, i
zonder bescherming dan die, welke de s
bezetter ons wilde geven? Voor die
duizenden vrouwen is nooit enige be-
1 langstelling geweest en toch maakten
zij diezelfde gruwelijke oorlog mee
met dezelfde angsten of nog meer, j
1 want ze waren immers niet vrij als een
1 vogel, maar vogelvrij
1 Elk mens maakte in die tijd wel iets
vreselijks mee, of zag het van nabij.
Het blijven verhalen van dergelijke j
1 dingen, het gedetailleerd uit de doeken
1 doen van mensonterende daden voel ik
S als een nieuwe vernedering. Ik kan
moeilijk begrijpen dat verschrikkelijke 1
oorlogsdocumentaties leerzaam kunnen J
1 zijn. Eerder zijn ze een welkome prik-
1_ kei voor op sensatie-beluste harde men- j
I sen.
De oorlog van "vrouwen buiten de I
kawat?" Ach, we praten er onder el- j
I kaar wel eens over, U en ik ...en we g
1 lachen. Wie neemt ons serieus, wie 1
1 kende onze oorlog? Niet over praten
1 maar. Maar wel proberen op een apar-
te manier erover te vertellen. Laten ze 1
maar denken dat we het zo goed ge- j
had hebben, dat het leven doorging als
anders. Dat is onze herdenking, onze
1 trots. 1
1 Marijke Steevensz opent de serie
"Vrouwen buiten de kawat" met een
I kostelijke kinderherinnering. Als U
I glimlacht, lotgenoten 1941-1945, dan j
I is dat haar honorarium. Dat we graag J
aan alle volgende schrijfsters van deze j
8 serie hopen toe te kennen. IJl JAS j
mi
deed de breiles haar intrede; een nut
tige bezigheid voor jongedochteren.
"Die meisjes verkatjongen op straat",
debiteerde Ma. Ze had misschien wel
gelijk want we voelden ons thuis tus
sen die katjongs!
Het bleek nog niet eens zo'n kwaaie
zet te zijn. Joyce legde nl. een enorm
breitalent aan de dag; in een mum van
tijd had zij onze onderbroekjes ge
breid. Mam kocht oud gebreid spul op
bij de toekang botol voor een krats
vaak; deze zaken werden uitgerafeld
en ziedaar, er was weer garen voor
nog meer onderbroekjes en hesjes. In
een artistieke bui breide Joyce me een
12