oeken „De seguguh, missing-link" TIENDE Pasar Malam In 1932 toen ik in Martapoera woonde, kreeg ik vaak berichten van de aan wezigheid van dieren, van welker bestaan ik nimmer had gehoord. Men deed mij onder meer verhalen, over de seguguh de "missing link", die wat uiterlijk betrof veel had van de mens, maar over zijn gehele lichaam was behaard net een aap, een overgang dus van aap naar mens. Ik ging op elk berichtje af, maar dan heette het dat de seguguh de benen had genomen, zonder enig spoor te hebben achtergelaten. Van hem wordt verteld, dat hij een weinig kleiner is dan een mens, recht op loopt en in bomen evengoed thuis is als op de grond. Hij is wel uitermate schuw. Op mijn tochten dwars door de rimbu, De pasirah van Blitang een gastvrije en steeds opgeruimde man ontving mij en ontvouwde zijn plan. Als tegen het vallen van de avond de seguguh de ladang in was gegaan, en zich tegoed zou doen aan het suikerriet, dan zou hij met dessa bewoners een cirkel om het dier leggen. Door de kring nauwer te maken konden zij een weglopen ver hinderen en kregen zodoende gelegen heid een net over de kop te werpen. Het zat wel lekker in elkaar, theore tisch althans. In de nabijheid van de ladang bleven wij doodstil wachten. Eindelijk een bre ken van een rietstengel en daarna ge ritsel van bladeren. De 100.000, was er! Voorzichtig werd een cordon om het kostbare geval gelegd en toen de mee gebrachte flambouwen ontstoken. De pasirah had voor deze dure ge legenheid zijn met gouddraad bestikte dienstkopijah opgezet. Hij wilde het vangen op zijn naam zetten. Hij liep voorop, bewust van zijn ambt; ik was vlak achter hem, gewapend met een dubbelloop cal. 12, om eventuali teiten het hoofd te bieden. Het toeval wilde dat de pasirah het eerst bij het dier was, dat zijn maaltijd staakte toen het ons hoorde aankomen. Toen ik mijn lamplicht ontstak kreeg ik geen seguguh, zoals vaak beschreven te zien, doch een grote beer, die rechtop stond de grote klauwen vooruit, klaar om aan te vallen. De pasirah ziende wat voor een dier voor hem stond schreeuwde: "Gemul!" en ging sipat kuping, gevolgd door zijn trouwe tra wanten. Ik hield het dier in mijn licht bundel gevangen om in geval van een aanval hem neer te schieten. Doch waarschijnlijk in de war gebracht door schreeuwende, wegsnellende mensen wendde het zich van het licht af en waggelde heel rustig op vier poten terug het bos in. De pasirah was in een ruk naar huis gerend. Toen ik aan kwam was hij wel verlegen zich zo was het mij nooit gelukt sporen van zo'n exemplaar te zien laat staan dit mens-dier tegen te komen. Alle koeboes, die ik in de rimboe te genkwam, gevraagd of zij ooit een se guguh hadden gezien, moesten mijn vraag ontkennend beantwoorden; en deze koeboes konden het anders we ten I Over deze koeboes schreef ik reeds in mijn verhaal Pila-Masin. Op een dag kregen wij een bericht binnen dat in de omgeving van Rasoe- an, in de onderafdeling Martapoera, een ladangbewoner een seguguh in een val had gevangen. Ik reed er naar toe en te Rasoean vervolgde ik de weg naar de ladang verder te voet. Ik werd reeds opgewacht door de la dangbewoner, die mij naar een hoekje van zijn met suikerriet beplante ladang bracht. Toen ik de grote, uit bamboe gemaakte kooi zag, versnelde ik nieuwsgierig geworden, mijn pas. Hoe ik ook keek geen binatang in de kooi die wel beschadigd was. Van een wand waren de bamboes uit elkaar ge trokken. Ik bekeek de sporen en herkende slechts beren prenten. Desondanks maakte ik er gipsafdruk ken van om deze naar Buitenzorg op te zenden ter identificering. Zoals ik verwachtte waren de sporen van beren. Ik werd nog verscheidene malen ge roepen, doch ving steeds bot. Maar op zekere dag schreef de pasirah van Blitang mij, dat reeds verscheide ne avonden achtereen een seguguh zich aan het suikerriet van een ladang te goed deed. Hij besloot zijn brief met een vertrouwelijk in het Ogans opge stelde noot: "Ma ini ta patjak ketjul" (nu kan het niet mis gaan). Maar als je zoveel malen voor niets bent ge komen dan sta je er sceptisch tegen over. Doch ik ging. Je las toen veel over de missing-link, als ik mij niet vergis ont dekt door een Amerikaan. In Sumatra's Oostkust had men een dood aapje waarvan de staart was af gesneden, bij het bestuur ingeleverd als te zijn een seguguh jong. In Buitenzorg ontdekte men natuurlijk het bedrog. De oorzaak van al deze bedrijvigheid was de vermeende beloning voor de gene die een seguguh levend dan wel dood inleverde; deze zou in het eerste geval 100.000,en voor het andere f 50.000,bedragen. En daarom extra veel aandacht voor tieners en tienjarigen! In Boutique Checkpoint kunnen jullie de meest begeerlijke din gen kopen: kleding, platen, accessoires, affi ches e.d. Ook geeft Boutique Checkpoint iedere dag een geweldig swin gende modeshow in de laatste hippe mode-stijlen! TIENDE PASAR MALAM 26 t/m 29 juni 1968 Houtrust Den Haag te hebben laten gaan, doch na het drinken van een kop koffie-tubruk was alles vergeven en vergeten. Het avon tuur was gelukkig goed afgelopen, al leen de pasirah had met zijn langkah anem belas door de aanplant zijn met gouddraad bestikte dienstkopijah ver loren. Ik moet U echter teleurstellen, want ondanks alle moeite was ik er nimmer in geslaagd de aapmens te zien. Telkens als 'n seguguh werd gesigna leerd bleek men bij onderzoek weer te maken te hebben met de honingbeer. En gezien de bewering van de koeboes van het bestaan van zo'n dier niet af te weten is dit voor mij voldoende om 't verhaal over de missing-link te verwij zen naar het rijk der fabelen. K. GREEVEN GEVRAAGD door J. H. van de Walle, Ellecomsedijk 2, Ellecom, Die Goong An - door R. van Gulik (Tokio 1949) en T'ang-Yin-Pi-Shih, Pa rallel cases form under the Pear Tree, a 13 th. century manual of jurispru dence and detection. Sinica Leidensia Series volume X, Leiden 1956 - door R. van Gulik. 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 16