Happy hunting LANGS TIJGER PADEN HET GELUK VAN HET JAGEN Lex Denninghoff Stelling "De jacht behoort tot het zuiverste repertoire van het menselijk geluk". JOSé ORTEGA Y GASSET Ons Wullem, groot jager en dierkun dige, schoot eens na de oorlog in de buurt van Soerabaja een wildsoort dat daar op een zeer bijzondere wijze is gekomen. Het stamt oorspronkelijk uit oostelijk en zuidelijk Arizona, centraal en noordelijk Mexico, westelijk en zui delijk Texas en Zuid Amerika. Ik zal U er wat van vertellen. Weet U waar het precies gebeurde? Wonokromo! Uitgerekend! "Ge lieget toch!" (Als men hier in Brabant zegt "ge lieget toch", betekent dat niet zo zeer "je liegt 't", maar meer "oh ja?") Overigens kan ik U verzekeren dat jagers nooit jokken, dat doen alleen vissers (hoh). Als je iemand de armen ziet rekken, naar links en naar rechts, zóóó groot boeng, tanggoeng toekang mantjing! Weet U wie daar ook zo'n "handje" van hadden om de zaak te beduvelen? Onze Javaanse jachtgid- sen. "Gedé Pak tjèlèngé"? (Is dat wilde zwijn groot Pak?) Dan werd de rechter hand met uitgespreide vingers, hand palm naar beneden, horizontaal ter hoogte van de poeser (navel) gebracht, (kujjenagaan) en kwam 't er met rollen de ogen uit: "Sa-èstoe oeageng'ndara, se-manten, kados goedèl"!!!! (Werke lijk geweldig meneer, zó groot (let op de hand en de poeser) als een kar- bouwkalf). Ik heb alvorens met U te gaan poste ren nog even de tijd iets te zeggen over het prachtige Javaans. Het Neder landse woord "groot" wordt in het Ngoko-Javaans vertaald met "gedé" (met een dikke d!), in het Kromo-Ja- vaans met "ageng". "Heel groot" ver taal je met "gedé banget" (ageng san- get), maar in de spreektaal laat men vaak dat "banget" (sanget) weg en worden de woorden uitgesproken waarin je een duidelijke "oe"klank hoort. "Goe-edé" "oeageng". De "oe- e" en "oe-a" vloeien bij het uitspreken in elkaar over. Probeer het m^ar: "Goeedé... Oeageng! Geweldig! Maar we waren met Si Wellem bezig. Wim zat in een goeboeg in dat terrein, Soerabajanen weten het precies, te genover de leerlooierij "Wonotjolo" (Maintz Co). Ziet U 'm daar zitten? Benen "grienggiengen", myriaden mus kieten om z'n oren (het geluk van het jagen) rechterwijsvinger gestrekt langs de trekkerbeugel van een Springfield 30-06, duim op de safe en bij vaag maanlicht kijkend naar een troep wroe tende en vrijende wilde zwijnen. Wat waren 't 'r veel! Maar allemaal gen- djiks (biggen). Nu is het bekend dat volwassen tjèlèngs vóór zelf uit te tre den eerst hun kroost vooruit sturen. En dus was nu het wachten op 'n dikke pa of 'n nog dikkere ma. Die maar niet kwam opdagen. En het werd later en later. Een big pillen? Ik zie de twin keling van spot al in de ogen van m'n kameraden. "Loh! Gendjik Wim!" Hoort U het ook? "Loh! Gendjik!" Niet schieten? Hah, die zondahsjaher! Dendengnja waar nou! Lastig dilemma. Toch maar schieten. Ik breng 'm naar bak- en braadkunstenaar Hong Wan Lauw op Pasar Besar Wetan, snap je, en die maakt er een babi foefoe of babi panggang van, jongen, dat is niet meer normaal hoe zo'n speenvarken smaakt. Godenspijs! Flits en knal vallen samen! (Wim schiet Uit de goeboeg, sentolop (staaflamp), altijd maar ééns-keer en dan al), even kijken. Verrek, wat is dat nou? Dat is geen Sus Vittatus, geen Sus Verrocosus, de Sus die daar ligt ken ik niet! Moet je 'm daar zien liggen. Zo groot als 'n gendjik, maar volwassen, kijk maar naar de slagtanden. Hoe kan dat nou? Wacht nou even, wacht nou even, dat 's sterk, dat kan toch geen, ja dat is 't wel, ik heb er ergens een plaatje van gezien, verdorie dat is 'm. Dat is 'npeccarieüü Een peccarie! Hoe in 's hemelsnaam komt een diersoort, dat alleen in Ame rika voorkomt in Wonokromo verzeild? En nou ga ik met onze Soerabajanen praten. Jullie kennen natuurlijk allen de dierentuin (Hompes) op Darmo dicht bij de Wonokromobrug. Tijdens de oor log werden de peccaries losgelaten of misschien braken ze uit de hokken, quien sabe, begonnen te zwerven en op zoek naar voedsel en dekking kwa men ze uiteindelijk terecht bij Karang Ketintang en omstreken. De dierentuin! Ik heb de dierentuin van de heer Kommer nog gekend in de benedenstad. Het "hok" waar een ko ningstijger in huisde was van boven afgedekt met een los stuk gegolfd plaatijzer verzwaard met een grote kei! (Leuk ja?). In een lange houten kist waarin hij zich nauwelijks verroeren kon lag een enorme python. Maar als ie 't op z'n heupen kreeg en zich verroerde kraak te de kist van alle kanten: Krt, krt, krt! Wij jongens van de 1e Europese La gere School B schoten met de kata pult mussen en glatiks voor Kommer z'n slangen. Ook brachten we een val compleet met rat mee. Voor de cobra! Deurtje open, floep, hij zat in het hok De slangekop waarin de starende ogen en flitsend tongetje bewoog zich lang zaam, oh zo langzaam naar de rat toe, die in een hoek met rechtopstaande haren en bevend z'n fatum afwachtte. Een bliksemsnelle uitval en de felle kop was onmiddellijk weer in de oor spronkelijke aanvalshouding terug. Met starende ogen en flitsend tonge tje Een tweede "strike" was niet meer nodig. Je zag een siddering door de rat gaan. Finish! Maar op een kwade dag ging het ver keerd. De rat liet zich niet zo maar afslachten, viel aan, kreeg de cobra bij de keel te pakken en beet 'm dood! Kwaad dat Kommer was! Kwaad! Hoeh! Die mooie cobra zeg! Maar hoe kom je in hemelsnaam van een peccarie op een rat en een cobra terecht. Nou vraag ik je G. H. BARTMAN N.B. Peccarie (Javelina. Pelon) Klein soort wild zwijn, komt voor in Zuid-Amerika, Mexico, Arizona, Texas. 4 Slagtanden welke 3,8 t/m 5 cm. lang worden. Schofthoogte 45-50 cm. Ge wicht, ontweid, 13,6 t/m 15,8 kg. in geen bibliotheek ontbreken incl. porto. 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 18