Vrouwen tijdens de bezetting
VROUWEN BUITEN DE KAWAT
DAT IS DE VROUW
Wij technici, werden op een dag in
november 1942 zomaar binnen 24 uur
overgeplaatst, vanuit het Kale Koppen
Kampement in Tjimahi naar de Pete-
koan school in de benedenstad van
Batavia waar wij 's avonds arriveerden.
Ik poseerde toen als wasman om aan
wat Japse guldens te komen. Zodoende
was ik 's ochtens al vroeg op om mijn
zware en meestal vieze karwei op te
knappen.
Toen omstreeks zes uur de verzame
ling vodden aan de lijn te drogen hing
keek ik van de binnenplaats uit naar
de straat. Heel wazig in de schaduw
van de petaks aan de overkant van de
weg meende ik een paar wenkende
gestalten te zien. Gekleed in mijn Ja
panse "topless" bikini en sigaret sloop
ik dichter naar de poort toe en ja
daar stonden mijn vrouw Hilly, Ted en
baby Lesly welke laatste geboren was
terwijl ik al gevangen zat en die ik dus
nog niet gezien had.
Met een Jappenknecht pleegde ik
toen snel een zwart handeltje. Hij kon
mijn "Election" horloge goedkoop krij
gen om aan de Jap door te verkopen,
als hij ervoor kon zorgen dat ik het op
stootje aan de overkant kon spreken.
Het lukte boven verwachting maar ik
moest me enigzins kleden en alleen
mijn kinderen mochten aan de poort
komen.
Na me door de wriemelhoop krijgs
gevangenen te hebben gewroet, waar
bij ik nog even in de houding een
afstraffing incasseerde van een op zijn
tenen staand Koreaantje die ik over 't
hoofd had gezien en niet gegroet,
stond ik eindelijk in het wachtlokaal
waar de commandant met mijn horloge
in de hand mij beduidde dat ik twee
minuten met mijn kinderen geluidloos
oog in oog mocht staan.
Bij de poort wenkte hij de kinderen
en weerde mijn vrouw af, maar terwijl
wij de kinderen, ik en Nippon lustig
stonden te grienen kwam Moeder het
sextet vol maken.
Na een poos zo in alle toonaarden
geluidloos te hebben gehuild moesten
we weer uit elkaar, niet echter dan
nadat vrouwlief mij een pak geld had
aangeboden welk aanbod door de Ja
panner en mij van de hand werd ge
wezen.
Hoe nu wist mijn gezin zo snel waar
ik heengebracht was? Uiteraard werd
mij dat pas na de bevrijding duidelijk.
In Tjimahi stroomde door het kamp
een snelstromende afwatering en in
lege conservenblikken waterdicht ver
pakt gingen berichten via Indonesische
handen naar een organisatie van vrou
wen.
Typerend van hoe de adressering
werd versierd is de mededeling van
de geboorte van mijn dochter Lesly.
Een krijgsgevangene liep tijdens
etenstijd wanneer dus iedereen in zijn
barak zat, de boodschap om te roepen.
Zo riep hij dus in mijn loods: "Een
boodschap voor Frederik-Hendrik bij
genaamd Boy!" en toen wist ik dat ik
het was en kreeg ik een briefje waarop
stond: geboren - dochter - Lesly -
4/7-1942, alles wel.
Deze brief kwam op 8/7 aan dus 4
dagen na de geboorte vanuit Batavia
en Tjimahi.
Bij de auto werkplaatsen waar wij
nogal eens moesten corveeën zaten
buiten de omheining vrouwen (Indische
meisjes) lótek te verkopen en wij
mochten zo nu en dan daar ook eten
kopen. Heel wat brieven zijn zo door
gegeven of ontvangen.
Zo wisten de vrouwen in Batavia
altijd op tijd wanneer er een transport
p.o.w. aankwam en persoonlijk heb ik
meegemaakt, dat toen de trein voor
Meester Cornelis stopte, verscheidene
vrouwen langs het spoorweghek fami
lieberichten liepen te zingen of op te
dreunen, zich niets aantrekkend van
de dreigend gebarende transport be
wakers.
Vele Petekoan gevangenen weten
nog te vertellen van dat onmenselijk-
heldhaftige Chinese meisje dat briefjes
weggriste onderuit de deur die op een
steegje uitkwam, en wel praktisch on
der de ogen van de wacht. Een vrou
wenorganisatie zorgde dan verder
voor de bezorging.
Een geliefde vrouwen-truc was: bij
de meestal te grote groepen corvee-
ers door de rijen heen te breken en
dan geld en brieven af te geven.
Door te weinig bewaking lukte dit
spelletje meestal wel maar riskant was
het zeker.
Mijn petje af voor de vrouw. Vanuit
een beschut leven kwamen ze met een
harde klap plotseling in een wrede
wildernis terecht en moesten ze alleen
zonder hun allesbeslissende, beter
wetende, soms betweterige echtgenoot
de moeilijke en vreemde problemen
oplossen en hoe bewonderenswaardig
en logisch deden ze dat.
Djempol! F. H. van Loon
DE VLUGSTE MANIER
van bestellen bij Tong Tong: be
stelling op de giro schrijven, giro
zenden naar Tong Tong, Prins
Mauritslaan 36, Den Haag. Dus
NIET in de girobus doen, duurt
soms 4 dagen voor wij de giro
ontvangen
Wij verzenden uw bestelling
direct na ontvangst van uw giro,
incasseren komt later. Op deze
manier kunt u de barang binnen
3 dagen thuis hebben
"Nu vond ik nog een gedicht, dat ik op
30 augustus 1944 in mijn handen kreeg toe
gestopt van een P.O.W. met het verzoek dit
op 31 augustus (Koninginnedag) te willen
declameren. De dichter wilde onbekend blij
ven. Ik heb dit gedicht natuurlijk "gebracht"
gekleed in wit hemd, blauwe broek (uit het
hospitaal) en een rode band om het middel.
Het was een beetje branie, maar de stunt
lukte. Ik vond het een verduiveld goed ge
dicht en ik kan je wel vertellen dat velen
onder mijn toehoorders een traan wegpink
ten bij de gedachte aan het achtergebleven
gezin"
J. Hoogewoud
(uit Changi-jail, Singapore)
Wie is het die de lasten draagt
Van 't vaderloze huisgezin,
Die voor zichzelf zo weinig vraagt,
Omdat zij derft elk klein gewin?
Wie is het, die moet zwoegen, sloven,
Die 't kind omringt met zorg en trouw?
Dat is de Vrouw.
Wie is het, die met taaien moed,
De vlam van geestdrift, niet te doven
In onze harten, zwak en klein,
Opnieuw hartstochtelijk branden doet?
Wie is het, die het voorbeeld geeft,
Van: Eén voor allen, allen één,
Die moedig thans haar zorgen draagt,
Geheel alleen?
Wie draagt in deze droeve wereld
De fakkel voort van liefde en trouw?
Dat is de vrouw.
Wie heb ik, in mijn voorspoed-dagen,
Te klein gezien, te min geëerd?
Wie liet ik steeds de zorgen dragen
Van zelf-zucht, drift? Ik heb geleerd:
Zij zal voortaan mijn leidster wezen
Op 't levenspad in vreugd en rouw.
Haar zal 'k steeds op de handen
dragen
Mijn kleine, stille, sterke vrouw.
Wie is het, die het Schip van Staat
Stuwt over dromende oceanen?
Die nooit de zorgen rusten laat
Voor 't lot der lijdende onderdanen?
Wie is het, die, van huis verdreven,
In eenzaamheid haar taak verricht?
Die, voor geen leed gespaard
gebleven,
Een richtsnoer kent van duren plicht?
Wie toont dit vorstelijk beeld van
trouw?
Dat is de VROUW.
Vrouwen van Indië,
U loof ik en prijs ik.
Gij draagt in het einde de zege-trofee.
Vijand noch vriend kan die kroon U
ontnemen.
Gij hebt haar verdiend, onder lijden en
wee.
30-8-'44 N.N.
13